Een geluk bij een ongeluk is dat alles went, ook het lijden. Maar pas op, om uiteindelijk het leven aan te kunnen is training vereist. Wanneer de kinderen uit zogenaamde compassie worden ontzien en aan hun lot overgelaten zonder te worden gestaald, door kinderarbeid bijvoorbeeld of door een flink pak slaag, moet men voor hun toekomst vrezen. In hun puberteit gaan zij dan geheid over tot zelfpijniging om het gemiste alsnog in te halen. Zij steken spelden door hun neus of gaan over op de heroïnespuit.
Maar dan is het te laat.
Dat is geen harde jeugd meer te noemen, een absolute voorwaarde voor een gelukkig leven. Heel vroeger, toen de mensen nog wat natuurlijker omgingen met fenomenen als pijn, liefde en geluk, wist men bijvoorbeeld nauwelijks wat vakantie was. Tegenwoordig staan die veertien dagen Bahama’s prominent in ons lusteloos bestaan. Wij generen ons niet daar een jaar lang naar uit te kijken.
Bij ons thuis gaat het anders. Na een paar jaar gesappel trekken wij ons drie weken terug in de Beierse Alpen, waar een vakantieconcentratiekamp wordt gedreven door ouwe rotten in het vak. Eenentwintig dagen lang bidden we hartgrondig het te mogen overleven. En al is onze jongste verleden jaar niet teruggekomen, wij gaan natuurlijk aanstaande augustus wéér. Eigen schuld, dikke bult, zei ik nog tegen m'n vrouw, wij hebben het kind blijkbaar tòch te veel verwend.