In de film Monty Python and the Holy Grail vecht Koning Arthur met de Black Knight. Arthur hakt hem zijn rechterarm af, maar de ander wil doorgaan. «Its just a scratch, Ive had worse.» De Black Knight levert zijn linkerarm in en na aandringen om door te vechten ook zijn benen. Al die tijd roept het snel slinkende slachtoffer dat hij gehakt zal maken van zijn opponent. Als de sneuvelende ridder enkel nog bestaat uit een romp en de ander met zijn tanden te lijf wil, loopt Koning Arthur gewoon weg. De romp roept hem tevergeefs na dat hij een lafbek is.
Het is de ultieme vernedering. Je tegenstander weigert verder met je te vechten omdat hij het nut er niet meer van inziet. Zo zullen de vakbonden zich voelen nu de werkgevers er hardop over denken voortaan arbeidsovereenkomsten te sluiten zonder de werknemersorganisaties. De bonden hebben een dalend ledental, spelen geen rol in belangrijke sectoren van de economie als de ICT en maken intern te veel ruzie. Volgens de werkgevers reden genoeg om geen zaken meer met ze te doen. Het is een schande en het wordt zeker oorlog, is het voorspelbare antwoord van de bonden. Met een dalend economisch tij, loononderhandelingen in het vooruitzicht en een politiek klimaat waarin de ideologische strijdbijl weer opgegraven is, lag het voor de hand dat er ruzie zou ontstaan tussen arbeid en kapitaal.
De ruzie zal wel meevallen, maar ondertussen is het signaal dat de vakbonden terrein verliezen weer afgegeven. Het representatieprobleem van de werknemersorganisaties is serieus. In de jaren tachtig kromp het ledental fors en in de jaren negentig is het ondanks de groei van het aantal werknemers niet gestegen. In 1980 was nog 40 procent van de werknemers lid van een bond en inmiddels is dat gedaald tot 24. Reden: het scheppen van solidariteit onder relatief goedopgeleide werknemers in een hoogontwikkelde diensteneconomie is moeilijker dan in een traditionele industriële economie. Dat blijkt ook uit het feit dat vrouwen en ouderen zich in toenemende mate aanmelden als lid, en mannen en jongeren het laten afweten. Alleen als je je kwetsbaar voelt, word je nog lid van een bond, niet als je het idee hebt dat je een gezamenlijk belang hebt met anderen.
Om dit tij te keren probeert de vakbeweging zich steeds meer om te vormen in een ANWB voor werknemers. Dat betekent niet meer optreden als een politieke partij die sociale zekerheid wil verankeren in wetten, maar loononderhandelingen voeren per bedrijfstak en service bieden aan leden. Andersom leven er ook ideeën om juist de linkse gedachte vast te houden, en via de invloed in pensioenfondsen en in de politiek kapitaal in te zetten voor meer duurzaamheid. Het zijn mooie plannen die niet verhullen dat met het teloorgaan van de traditionele emancipatiegedachte veel grond onder de voeten van de arbeidersorganisaties is weggespoeld. Dat neemt niet weg dat verdwijnen van de bonden tot het onherroepelijk vastlopen van de verfijnde Nederlandse overlegeconomie zou leiden. Jezelf opheffen om iedereen te horen smeken om je terugkeer is mogelijk een betere strategie dan als een romp zonder ledematen roepen dat je wil vechten.