5 oktober vorig jaar. Johan Remkes presenteert zijn bevindingen over de stikstofcrisis. Hij trekt stevige conclusies. ‘Niet alles kan altijd overal’, zo formuleert hij het. Toch lijkt dat juist wat hem gelukt is. Want in Remkes’ advies blijft én het stikstofbeleid van het kabinet overeind (noodzaak tot stikstofhalvering in 2030) én zijn de boeren teruggekeerd aan de onderhandelingstafel. Hoe kan dit? Het kan niet. Dit is doen alsof.
Doen alsof je iedereen achter de rechterlijke uitspraken hebt gekregen (terwijl je LTO paaide door het kabinet het woord ‘vooralsnog’ aan te reiken om voor ‘50% reductie in 2030’ te zetten). Doen alsof je door de introductie van het concept piekbelaster een rationeel beleid hebt gemaakt (terwijl je nalaat piekbelaster te definiëren). Doen alsof je een boer bent. Iets wat de premier niet kan. Roos op de zwarte schouderpanden, shag-kleuring op tanden en vingers, dat is nu eenmaal een ander beeld dan de appel en de fiets.
Maar gehuld in de schijn van klip-en-klaar en gewoon bracht Remkes verwarring. Hét recept voor meer tijd, en zo (uiteraard) besluitvorming na de Provinciale-Statenverkiezingen. Een politiek kunstje van formaat, maar ook een kolossale misrekening, zo bleek vorige week. Hoe werkte dit? Het antwoord ligt besloten in Remkes’ omgang met de feiten. Hij verzweeg iets en hij zei iets.
Remkes hield de oorzaken buiten beeld. Het agro-industriële complex en zijn systematiek van schaalvergroting, plofboerderijen en brute exploitatie van dieren, boeren en arbeidsmigranten, liet hij onbenoemd. De monopolistische posities van industriële vleesverwerkers, multinationale bestrijdingsmiddelenmakers en supermarkten. Ook daarover zei Remkes weinig. Het probleem lag volgens hem immers bij piekbelasters, een spookcategorie van… toch weer, boeren.
Maar Remkes sprak tegelijkertijd over ‘de kloof tussen de stad en het platteland’. En dat de laatste pinautomaat en bushalte verdwijnen uit het dorp. Dit waren duidelijke woorden, die velen, ook niet-boeren, herkenden. Maar het waren ook valse woorden. Hij bood de illusie gehoord te worden, terwijl de feiten alsmaar niet stroken met dat gevoel. Ondertussen doet het woord ‘vooralsnog’ zijn werk en voelen zowel boeren als natuurbeschermers zich misleid. Waarom? De meeste mensen erkennen feiten. Ook als zij stemmen. Zo gaat dat in de open samenlevingen van Europa.
De stikstofcrisis is minder Nederlands dan deze lijkt. Caroline van der Plas heeft meer geleerd van Giorgia Meloni dan Johan Remkes. En Brexit kan dieper inzicht bieden in de beweegredenen van al die stemmers die BBB vorige week aan zich wist te binden.
Wat we nu weten over Brexit zijn cynische waarheden. Want als Brexit iets was, dan was het een banenmachine voor Whitehall. Twee jaar na het referendum waren er al elfduizend extra ambtenaren aangenomen in Londen. Wat volgde was een staatsprogramma van ongekende omvang, en dat – o ironie – opgetuigd door de Tories. Brexit-stemmers die hier niet cynisch van worden, moeten baden in decadentie. En zo is het. Het is een akelig kleine groep. Voor stikstofbeleid kan iets vergelijkbaars gaan gelden: banenmachine voor hoogopgeleiden, blijvende invloed voor monopolisten, en het begin van meer desillusies in het land. Maar er is meer.
Na analyse bleek het Brexit-referendum van 2016 vooral een opstand van de provincie tegen Londen, van de regio tegen de schaalvergroting en kosmopolitisme; van jagers tegen yoga, van bakkers tegen bankiers, van fish and chips tegen whole foods. Intussen voelen Brexit-stemmers zich gefopt. De feiten spreken voor zich. De kaalslag op lokaal niveau gaat gewoon door. Londen continueert wat men Brussel verweten heeft: schaalvergroting en het wegsaneren van publieke diensten met argumenten van winstgevendheid.
Brexit? Het blijkt een nieuw spel voor haves en have-mores in de hoofdstad. En de have-nots? Die raken op drift. En raken zo te koop voor marktpartijen met overvloedig geld, die op zoek zijn naar meer politieke invloed. In agroland Nederland is dat bijvoorbeeld ReMarkAble, het pr-bureau van de agro-industrie en mede-oprichter van BBB.
De les: valse beelden en vertroebeling van feiten zijn geen basis voor rationeel beleid. De suggestie wekken dat dit wel kan, is het verkwanselen van de geloofwaardigheid van democratie (representatie van de bevolking) en rechtsstaat (door politisering van de rechterlijke macht). Beide dreigen als bijproduct van de manier waarop het kabinet de stikstofcrisis behandelt. Alles overal tegelijk beweren, dat kan alleen fascisme.