Het is nog maar drie maanden geleden dat vvd-leider Mark Rutte bij de aftrap van de verkiezingscampagne van zijn partij flink uithaalde naar de socialisten. Als die aan de macht zouden komen, zou Nederland Griekenland achterna gaan. Dan zou er met Nederland een politiek piramidespel worden gespeeld. Succes in het leven zou worden afgestraft. De vvd zou er, net als na het kabinet-Den Uyl in de jaren zeventig, weer lang over doen om de rommel van een links kabinet op te ruimen. Rutte werd direct na die toespraak beschuldigd van negatieve campagnevoering, een minister-president onwaardig, ook al was het verkiezingstijd. Inmiddels is Rutte, wederom als minister-president, aan het regeren met een deel van de door hem zo vermaledijde socialisten, de pvda. Niet iedereen snapt dat dat kan. Eerst de ander verguizen, dan samen regeren. Denk echter niet dat het een nieuw fenomeen is in de Nederlandse politiek. Denk ook niet dat de media-van-tegenwoordig de grote boosdoener zijn achter die politieke gevechten. Het was vroeger ook al zo.

Het wetenschappelijk bureau van de pvda, de Wiardi Beckman Stichting (wbs), hield twee weken geleden een symposium over de verkiezingscampagnes van de pvda en haar voorloper de sdap. Rutte’s uithalen richting de socialisten verbleekten ter plekke, met dank aan de inbreng van menige jonge onderzoeker. Historische kennis heeft wel vaker een relativerende werking. Wat te denken van de toenmalige Katholieke Volkspartij (kvp) die in de jaren vijftig een pamflet verspreidde waarop stond dat als de rode haan – van de socialisten – victorie zou kraaien katholieke scholen en andere katholieke instituten in vlammen op zouden gaan. En wat vinden we nu van een streek die kvp-jongeren zouden hebben geleverd door kabels door te snijden toen pvda-leider Willem Drees in diezelfde jaren vijftig in Roermond een toespraak hield, waardoor zijn microfoon uitviel. Nazipraktijken, oordeelde de pvda destijds. Ook dat laatste, vergelijkingen maken met de oorlog, is dus niet nieuw. Samen regeren na een felle verkiezingsstrijd overigens ook niet: rooms en rood deden dat destijds jarenlang.

De pvda was ook geen zielig slachtoffer. De verkiezingswinst in 1977 die uiteindelijk toch niet tot regeringsdeelname leidde, zetten de sociaal-democraten vier jaar later maar wat graag neer als een gestolen overwinning. De dieven waren cda-leider Dries van Agt en zijn vvd-collega Hans Wiegel. Dat de eigen pvda-achterban de kabinetsformatie had getorpedeerd, kwam toen even niet zo goed uit. Net als de kvp jaren eerder bediende de pvda zich destijds ook van een pamflet waarin angst werd gezaaid, maar dan voor een regering waarin de rooie haan juist niet zou kraaien.

Een veel gehoorde klacht tijdens de laatste verkiezingscampagne was dat deze te veel werd neergezet als een wedstrijd, de politiek onwaardig. Dat zou vooral komen door de manier waarop de televisie de debatten tussen de lijsttrekkers organiseert. Maar ook hier een relativerende noot. Toen er nog van geen tv sprake was en zelfs de radio nog een luxe artikel was, werden debatten al verslagen als een wedstrijd.

Ook de aandacht voor de persoon van de politicus op televisie is niet iets van de laatste tijd. kvp-minister van Buitenlandse Zaken van 1956 tot 1971, Joseph Luns, maakte al gebruik van de mogelijkheid om zijn politieke ideeën te vertellen via persoonlijke verhalen. Net zoals pvda-leider Diederik Samsom in de afgelopen campagne zijn gehandicapte dochter opvoerde om een deel van zijn politieke ideeën te verduidelijken.

Kranten hebben ook altijd al een rol gespeeld in campagnetijd. Dat De Telegraaf afgelopen zomer de socialisten net zo gevaarlijk vond als de vvd hen voorspiegelde, deed de krant waar het zijn strategie betrof op Het Vrije Volk lijken. Dat was in de verzuilde jaren vijftig het grootste dagblad. Alleen schreef deze sociaal-democratische krant toen juist negatief over alles en iedereen die géén pvda’er was.

Was De Telegraaf tijdens de recente campagne fel tegen de socialisten en uitgesproken pro-vvd, in de afgelopen weken was het bijzondere aan de grootste krant van nu dat hij de vvd begon aan te vallen. Kort na de presentatie van het regeerakkoord verschenen er dagenlang alarmerende koppen als ‘vvd in brand’, ‘Rutte steeds roder’ en ‘Nivelleringskabinet’. In een van die kranten stond een foto van een minister-president Rutte die – zoals hij wel vaker doet – met een gebogen hoofd zijn hand door zijn haar haalt. Kop daarboven: ‘Rutte weet het niet’.

De berichtgeving in De Telegraaf deed vele wenkbrauwen fronsen: nu was het ochtendblad wel erg opzichtig een actiekrant geworden. Maar ook in andere media werd de inkomensafhankelijke ziektekostenpremie, waartoe het nieuwe kabinet had besloten, gehekeld, ook daar met alarmerende koopkrachtplaatjes voor hardwerkende Nederlanders en verwijzingen naar een woedende vvd-achterban.

Moet de conclusie nu zijn dat de media die ziektekostenpremie van tafel hebben gekregen? Het zou interessant zijn als jonge onderzoekers daar op een volgend congres van de wbs of misschien wel van het wetenschappelijk bureau van de vvd, de Teldersstichting, nader hun licht over zouden laten schijnen. Hopelijk betrekken ze dan ook de rol van vvd-prominenten als Hans Wiegel en Loek Hermans, de invloed van de landelijke artsenfederatie knmg en de zorgverzekeraars, en de kritiek van de oppositiepartijen in hun onderzoek. Mijn hypothese zou zijn dat de ‘actie’ tegen de inkomensafhankelijke ziektekostenpremie vele vaders had.

Tijdens het symposium van de wbs had hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam Huub Wijfjes een invalshoek die – onbedoeld overigens – nog een ander licht kan werpen op het ziektekostenoproer. Volgens hem voelen media beter dan politici aan wat de publiekscultuur is. Dat publiek is dan tegen bovenmatig nivelleren via de band van hun ziektekostenpremie.