
De verkiezingen in Rotterdam hielden het hele land bezig. Maar niet met typisch Rotterdamse thema’s. Wekenlang was het identiteit wat de klok sloeg, andere onderwerpen kwamen er nauwelijks tussen. Het ging vooral over de politieke polarisatie in de stad van 170 nationaliteiten, over de tegenstellingen tussen moslims en niet-moslims, tussen Turken en Marokkanen, tussen Noord en Zuid. Maar is Rotterdam echt zo verdeeld? Of waren het valse tegenstellingen waarmee politici op campagne hun achterban aan zich binden? Zijn die tegenstellingen, kortom, realiteit of politiek opportunisme?
Toen we woensdag na het sluiten van de stembussen, zo rond middernacht, afstemden op RTV Rijnmond neigden we naar het laatste. We zagen een onberispelijke Joost Eerdmans, lijsttrekker van Leefbaar Rotterdam, in een zaal in het stadhuis de verkiezingen nabespreken met de andere lijsttrekkers. Een paar uur na de sluiting van de stembussen verwees hij de bikkelharde campagne al weer naar een ver verleden. ‘Uiteindelijk moet iedereen over zijn eigen schaduw stappen en water bij de wijn doen, dat hoort bij besturen’, zei Eerdmans. Zijn collega-lijsttrekkers leken nog niet zo ver. Ze zaten er vermoeid bij, de haren in de war, met wallen onder de ogen, nog half in campagne-modus. Stephan van Baarle (Denk) en Said Kasmi (d66) eisten nog eens dat Leefbaar afstand nam van de harde woorden uit de verkiezingstijd voordat ze aan coalitiebesprekingen wilden beginnen. Barbara Kathmann (pvda), nog altijd vurig, wees op de onoverkomelijke verschillen tussen haar partij en Leefbaar.
Maar de ervaren Eerdmans had de knop al om gezet. ‘We hebben niet allemaal mental coaches nodig om ons bij elkaar te brengen, we moeten gewoon goede gesprekken voeren’, luidde zijn nuchtere analyse. Voor de zomer is er wat hem betreft een nieuw college. De volgende ochtend, na een paar uurtjes slaap, stelde hij een brede coalitie voor van Leefbaar (elf zetels) en alle partijen met vijf zetels: vvd, pvda, d66 en GroenLinks. ‘Zo’n brede coalitie zou recht doen aan de verkiezingsuitslag, bovendien hebben deze partijen veel gemeenschappelijk’, vond hij. ‘De lijsttrekkers van deze partijen zijn generatiegenoten. Er zijn grote verschillen, maar niemand is dogmatisch.’
Het deed denken aan de verkiezingen van vier jaar geleden, toen Eerdmans een college met d66 en cda vormde en na twee dagen via Twitter liet weten afstand te nemen van uitspraken van Geert Wilders: ‘LR is geen pvv.’ Verkiezingen klaar, back to business.
Een kleine week eerder, bij de Rally voor Rotterdam van Leefbaar en Forum voor Democratie in poppodium Annabel, was van gemeenschappelijkheid nog weinig sprake. De twee partijen sloten eerder een verbond. Die vrijdagavond was de zaal voor twee derde gevuld. Voor de deur scandeerde een groepje demonstranten van de Amsterdamse partij Bij1 leuzen als ‘Retteketet, weg met Baudet’ en ‘Geen haat in de raad’. Voor vijf euro zag de achterban er hoe Baudet een dansje deed, met de onbewogen Theo Hiddema naast hem, en hoe Eerdmans klaagde dat andere partijen ‘allemaal willen verbinden, behalve met ons’. Volgens Baudet waren de linkse partijen in de stad als herpes. Want, zei hij: ‘Je bent blij als je er vanaf bent, maar het komt altijd weer terug.’ Eerdmans had kort daarvoor aan journalisten van de Volkskrant uitgelegd dat GroenLinks gevaarlijker is dan de pvv. Nu vormen die ‘herpespartijen’ ongeveer een derde van de door Eerdmans gewenste coalitie.
Ging het bij de landelijke verkiezingen al vaak over het Wilhelmus, de vlag en Zwarte Piet, nu sijpelden die onderwerpen ook door naar Rotterdam. En dat was jammer. Allereerst omdat het blijkbaar niet het middel is om mensen massaal naar de stembus te krijgen: dit jaar stemde 46,8 procent van de kiesgerechtigden tegenover 45,1 procent in 2014. Maar ook omdat we wel degelijk een brede politieke betrokkenheid in de stad zagen. Als je het niet over identiteit hebt, blijken de overeenkomsten tussen de partijen en de mensen die zij vertegenwoordigen eigenlijk veel groter dan gedacht.
Leefbaar en Nida hadden de uitnodiging van Geert Wilders en Denk, die voor het eerst in Rotterdam meededen, aangenomen en maakten er een bikkelharde campagne van. Leefbaar pleitte voor een nieuwe vestigingswet voor winkelstraten – niet om kleine ondernemers tegen oneerlijke concurrentie van ketens te beschermen, maar om de Nederlandse groenteboer te redden van de ‘halalslager’. Opgejaagd door Denk zette ook de doorgaans principiële Nourdin el Ouali (Nida) begin februari kwaad bloed door in een raadsdebat te stellen dat ‘Leefbaar Rotterdam bezig [is] met het witten van de stad, door halalslagers en kappers weg te sturen’.
De landelijke d66-top drong er bij de lokale fractie op aan om Leefbaar uit te sluiten zolang die partij met Baudet gaat. Een links verbond klapte na aandringen van landelijke lijsttrekkers op een vier jaar oude tweet van Nida. En zo drukten de landelijke partijen hun stempel op de lokale verkiezingen.
Doordat identiteitspolitiek de Rotterdamse gemeenteraadsverkiezingen domineerde, werd de campagne een loopgravenoorlog. Daarvan hebben een paar partijen geprofiteerd, de rest kwam nauwelijks aan bod. Leefbaar beperkte het verlies met drie zetels en werd met elf zetels de winnaar. Denk maakte met vier zetels de grootste sprong voorwaarts. De pvv ging hard onderuit.
Die afstraffing was misschien wel een van de opvallendste uitkomsten van de Rotterdamse verkiezingen. Een A4’tje met daarop een paar agendapuntjes over een ‘wethouder voor deïslamisering’, het afzetten van burgemeester Aboutaleb, en een lijsttrekker die nauwelijks komt opdagen bij debatten en alles tot islam reduceert: het kon Rotterdamse kiezers niet overtuigen. De score toen alle stemmen geteld waren: één van de 45 zetels. ‘Het Waterloo van Wilders’, noemde Eerdmans het op verkiezingsavond, met gevoel voor drama.
De uitslag toonde ook dat ‘traditionele’ partijen er in tijden van identiteitspolitiek en splinterpartijtjes met een doorwrocht programma niet meer tussen komen. Er waren sterke lijsttrekkers, goed uitgewerkte verkiezingsprogramma’s en pogingen te over om de verkiezingen te laten gaan over wat de stad echt aangaat. Zo ging het in de smerigste stad van Nederland bijvoorbeeld voor het eerst echt over duurzaamheid. Nota bene de nieuwe vvd-voorman Vincent Karremans, een van de verrassingen, zette ‘duurzaamheidspartij’ d66 een hak door meteen boven op een initiatief van burgers en bedrijven voor een schonere economie te springen. GroenLinks, Partij voor de Dieren en d66 willen dat de gemeente als aandeelhouder haar invloed bij het Havenbedrijf gebruikt om de industrie te verduurzamen.
De aandacht voor armoede en betaalbaar wonen weerspiegelde een stad in verandering. Een tandem van Leo de Kleijn van de SP en de ontwapenende Ellen Verkoelen van 50Plus (één zetel), dat zich in Rotterdam soms als een SP voor senioren ontpopte, discussieerde met cda-lijsttrekker en wethouder Sven de Langen tijdens het AD-debat over de ‘middeldure woningen’ waarover het ook in de andere grote steden zo vaak gaat. Zijn verpleegsters en agenten inderdaad de doelgroep voor woningen van zevenhonderd tot duizend euro huur per maand? De pvda bleef erop hameren dat het succes van Rotterdam niet eerlijk verdeeld wordt: nog steeds groeit één op de vier kinderen op in armoede. En ook het harde bijstandsbeleid van het afgelopen college bleef een hot topic bij de linkse partijen.
Maar zowel pvda als SP verloor flink. GroenLinks (5) verdubbelde ruim, maar kon de resultaten van de partij in Utrecht en Amsterdam niet evenaren. Het cda haalde landelijk de meeste zetels, maar moest in Rotterdam een zetel inleveren. De vvd (5) won, maar was hier vorig jaar bij Kamerverkiezingen nog de grootste en kon de landelijke successen in Rotterdam niet echt verzilveren.
De verkiezingen waren vooral over identiteit en religie gegaan, verklaarde SP-voorman Leo de Kleijn het onverwachte verlies (van 5 naar 2) op de avond van de uitslag. Thema’s als armoede, wonen en zorg, waarover ‘de mensen in de wijken’ zich volgens hem zorgen maken, kwamen nauwelijks aan bod. Wat ook niet bijdroeg aan de zichtbaarheid was dat de SP geen uitnodiging kreeg voor de debatten bij Pauw en Nieuwsuur, al stond die partij aanvankelijk tweede in de peilingen. Vijf dagen na de nederlaag verliet De Kleijn na twaalf jaar de gemeenteraad.

Half december leek de pvv nog goede papieren te hebben voor een zege in Rotterdam. Binnen Leefbaar Rotterdam rommelde het nadat een wethouder was opgestapt en een Leefbaar-raadslid overstapte, nota bene naar de ‘op de islam geïnspireerde partij’ Nida. Bij de Kamerverkiezingen eindigde Wilders in Rotterdam als tweede en twee jaar eerder, bij de Statenverkiezingen, was hij er zelfs de grootste.
Wilders koos daarom een mediagenieke locatie om zijn lijsttrekker bekend te maken: de Essalam-moskee, de grootste van het land, in Rotterdam-Zuid. In de wijk Hillesluis, waar de moskee staat, werden Denk en de pvv bij de Kamerverkiezingen de grootste. Bij aankomst bleek echter dat Denk de gelegenheid had aangegrepen om op diezelfde plek aan te kondigen ook mee te doen aan de verkiezingen.
De verkiezingen zouden een tweestrijd worden, beloofde Wilders. Hij sprak op zijn kenmerkende, staccato wijze; zo nu en dan achterom kijkend naar de Denk-aanhang die met hun wapperende Nederlandse vlaggen zijn persmomentje hadden gekaapt. Wilders: ‘Het is een simpele keuze. Kies je voor het Rotterdam van de Rotterdammers, dan is de stem denk ik voor de pvv. Kies je voor deze moskee en Denk, dan is dat ook simpel, maar dan raak je je stad wel kwijt.’ Op zijn lijst stonden onder anderen twee voormalig Leefbaar-bestuurders, die na de ophef rond de opening van een azc in de stad op non-actief waren gesteld. Een van hen, Marjan Gonsalvez, was aanwezig. ‘Mijn doel is goedmaken wat Leefbaar Rotterdam vier jaar lang heeft verprutst’, zei ze. Ze spuugde de woorden uit, waarschijnlijk van de zenuwen.
De les van die ochtend: Denk heeft een heel effectieve manier gevonden om zichzelf tegenover Wilders te zetten en zo de achterban te bedienen. Steeds ging het over de diversiteit in de stad, over een positieve boodschap – een boodschap die Baudet overigens ook vaak gebruikt. ‘Het is een beetje over met die azijnzure boodschap van Wilders, Nederland is er klaar mee’, zei Denk-Kamerlid Farid Azarkan na afloop in de moskee. In de hand een Marokkaans notentaartje dat de imam voor het bezoek had klaargezet. Er stond thee in twee sierlijke kannen. Wilders en zijn nieuwe lijsttrekker waren ook door de imam uitgenodigd.
‘Een vriendelijk gebaar’, vond pvv-voorman Géza Hegedüs. ‘Maar wij hebben daar geen behoefte aan. Dit gebouw staat voor de islamisering van Rotterdam en dat moet gewoon stoppen.’ Hegedüs, persoonlijk door Wilders geselecteerd, hield het uiteindelijk één dag vol. Hij moest opstappen toen bleek dat hij zich in een podcast had laten gaan over het gevaar van ‘negers met Nederlandse jonge vrouwen’ en dat hij een holocaustontkenner op Facebook had gefeliciteerd.
De uitgestoken hand als provocatie in verkiezingstijd. We zagen het opnieuw bij een demonstratie tegen de ‘islamisering’ en de ‘discriminatie’ van Nederlanders, half januari. Wilders had voor zijn tweede verkiezingsmoment in Rotterdam vooral extreem-rechtse organisaties op de been gekregen: van Vlaams Belang tot Pegida en rechts-extremistische clubs uit verschillende delen van het land. Met een paar honderd man liepen ze een rondje door de stad, nsb-vlaggen en spandoeken in de hand. Op het Schouwburgplein dook Denk opnieuw op. Met weer hetzelfde recept: geen gescheld, geen geweld, wel Nederlandse vlaggen. De volwassen mannen en vrouwen die de Denk-aanhang met het geluid van blatende geiten en leuzen als ‘halal is vies’ uit de tent probeerden te lokken, maakten zo vooral een treurige indruk.
Begin dit jaar merkten we tijdens de nieuwjaarsborrels van de Rotterdamse partijen nog weinig van die zogeheten polarisatie in Rotterdam. Elke partij heeft daarvoor een vaste dag: de vvd borrelt op maandag, GroenLinks op vrijdag, Leefbaar op zondag, enzovoort, zodat iedereen bij elkaar op bezoek kan. De raadsleden maken een praatje, een grapje, delen een steek onder de gordel uit in een speech. Het gaat er gemoedelijk aan toe. Ook burgemeester Ahmed Aboutaleb komt bij alle borrels langs.
Toch stond op voorhand vast dat de verkiezingen ‘in het tot op het bot verdeelde Rotterdam’ de identiteitspolitieke freefight van de Kamerverkiezingen van vorig jaar nog eens dunnetjes zou overdoen. nos, de Volkskrant en Trouw stationeerden er redacteuren die hun ogen uitkeken ‘op Zuid’. Naar het ‘Rotterdam-debat’ bij Pauw keken meer mensen dan er Rotterdammers zijn, en PowNed maakte de documentaire De slag om Rotterdam over ‘Leefbaar versus Denk, Wilders versus Baudet’. Het bleek onmogelijk om op lokaal niveau af te wijken van al die landelijke aandacht en het frame van een culture clash. Zo werd de verkiezingsdynamiek buiten Rotterdam bepaald, en keken we vooral naar een politieke show: de slag om Rotterdam als entertainment.
Illustratief voor de manier waarop het debat in een paar maanden oververhit raakte, waren twee omstreden debatavonden die Leefbaar Rotterdam organiseerde. De eerste, mei vorig jaar en nog voordat de pvv definitief had aangekondigd mee te doen, ging over de ‘Turkse kwestie’. Sinds de couppoging in Turkije en de Turkse minister die Nederland was uitgezet, was het onrustig in de Rotterdams-Turkse gemeenschap. In een theatertje op Katendrecht ging het er die avond fel aan toe. De terugkerende vraag: hoe kan het dat Nederlandse Turken kritiekloos een dictator in Turkije steunen, terwijl ze hier in een democratie leven? Er waren mensen van allerlei komaf: van een man die in plat Rotterdams stelde dat de grenzen dicht moesten, tot vrouwen met hoofddoeken, van Telegraaf-journalist Wierd Duk tot Brahim Bourzik, hoofdredacteur van De Moslimkrant. Na afloop kon je je afvragen hoeveel dichter mensen nu werkelijk bij elkaar waren gekomen, maar een gesprek was er wel geweest, en de politieke deelname was divers.
Een paar maanden later was het vervolg in het Wereldmuseum, beroemd om de collectie verzameld door Rotterdamse reders en handelaren. Onder de titel Weg met ons ging het die avond over ‘onze identiteit’. Leefbaar nummer twee Tanya Hoogwerf had het over ‘social justice warriors’. Publicist Sid Lukkassen hield een onnavolgbaar betoog over ‘cultuurmarxisme’ dat hij omschreef als ‘een kanker voor elk liberalisme of humanisme’. Wierd Duk bestempelde juist identiteitspolitiek als ‘de kanker van deze tijd’. Denk-Kamerlid Farid Azarkan verweet hem voor een krant te schrijven die met de nazi’s heulde. Toen Duk dreigde weg te lopen, gaf Azarkan aan best excuses te willen maken, als Duk zijn ‘kanker’ zou terugnemen. Duk bleef toch maar zitten. Wie alleen deze bijeenkomst had bezocht, zou inderdaad denken dat de burgeroorlog op uitbreken staat.
De identiteitsstrijd trok diepe sporen in de stad. In de nacht van het Rotterdamse Boekenbal liepen we op de Nieuwe Binnenweg drie jongens van Nida tegen het lijf die met verkiezingsposters in de weer waren. Het was zaterdagnacht, een uur of half twee. Ze bevestigden posters met daarop de gezichten van Geert Wilders, Thierry Baudet en Joost Eerdmans. Daarnaast hun omstreden partijpunten en de wat raadselachtige tekst ‘bedankt voor het niet stemmen’. Eronder: ‘of stem op Nida’.
We vroegen een van de posterplakkers wat eigenlijk de belangrijkste campagnepunten zijn van Nida. Hij somde ze moeiteloos op: duurzaamheid, ‘want Rotterdam heeft ontzettend vieze lucht’, een eerlijke en toegankelijke woningmarkt, en strijden tegen armoede. Over identiteit begon hij niet. Maar waarom dan toch die campagneposters waarop identiteit overheerste? Nida koos die rol, maar werd daar ook in gedwongen.
Zoals tijdens het AD-debat, een kleine week voor de verkiezingen. Nida-voorman Nourdin el Ouali mocht die avond één keer opdraven, en wel om de lijsttrekkers van de pvv en Leefbaar van repliek te dienen. De presentator had het publiek eerder al ‘spektakel’ beloofd. Maurice Meeuwissen (pvv) deed wat van hem verwacht werd. ‘Die islam van u is net zo erg als nazisme en communisme’, zei hij tegen El Ouali, zelf belijdend moslim. En ook: ‘Moslims moeten een andere hobby zoeken, want wij gaan dat keihard aanpakken.’ El Ouali, op het verwijt van Eerdmans dat hij problemen rond radicalisering zou negeren: ‘Radicalisering is een groot probleem, maar wat meneer Eerdmans niet ziet, is dat hij tegenover dat radicalisme gaat staan.’ En Eerdmans in de nabeschouwing: ‘We hebben een robbertje uitgevochten. Hij kaatst nogal snel, maar incasseren is moeilijk voor Nida.’
Aan het begin van de campagne spraken wij een vvd-kandidaat-raadslid dat toen nog voorspelde dat het onderzoek naar de uit de klauwen gelopen Hoekse Lijn (de Noord/Zuidlijn van Rotterdam) alles zou veranderen. Na weken identiteit zouden we het eindelijk over goed bestuur gaan hebben, voorspelde hij. Het onderzoek kostte een wethouder de kop, maar verder?
Waar bij de verkiezingen in Amsterdam veel aandacht was voor actuele thema’s als drukte in de stad en de toegankelijkheid van de woningmarkt bleef Rotterdam hangen in de zoveelste identiteitsdiscussie. En dat heeft iets decadents, zeker als je denkt aan de enorme maatschappelijke vraagstukken die in Rotterdam spelen. De stad is landelijk bijstandskampioen en heeft 21.000 inwoners die waarschijnlijk nooit meer aan het werk gaan komen. Sommige Rotterdammers spreken onvoldoende Nederlands om zichzelf te kunnen redden, en het aantal betaalbare woningen neemt in rap tempo af. Er zijn wijken waar mensen vereenzamen of zich onveilig wanen. Rotterdam is de smerigste stad van Nederland, slibt dicht met auto’s. En het gaat een enorme klus worden om de haven te verduurzamen. Dat alle partijen zich daarmee bezighouden, blijkt wel uit hun partijprogramma’s. Alleen pvv-lijsttrekker Maurice Meeuwissen kon in debatten met droge ogen beweren dat ‘de wortel’ van al die problemen de islam is – maar die had dan ook geen partijprogramma waar hij zich aan hoefde te houden.
Dat dertien partijen nu een raad met 45 zetels moeten verdelen, lijkt die verdeeldheid te bevestigen. Maar als al die partijen in hun partijprogramma’s dezelfde problemen signaleren, wat heeft die zogezegd onverenigbare polarisatie dan werkelijk om het lijf? Het openbare leven, publieke debatten: het is in Rotterdam juist levendig en divers, ook al staan de tegenstellingen er soms op scherp.
Die politieke betrokkenheid werd mooi geïllustreerd tijdens een jongerendebat, georganiseerd door het ROC Albeda. Locatie: de MBO Theaterschool, in een monumentaal pand in Delfshaven. Het was onderdeel van een breder programma voor mbo-studenten, waaronder een gesprek met de burgemeester, cursussen om je politieke overtuigingen in spoken word te vertalen, en gesprekken over politiek in de klas. Alle partijen waren die avond zo ongeveer vertegenwoordigd, alleen de pvv had niet op de uitnodiging gereageerd. De stellingen kwamen van de studenten, evenals de interrupties trouwens.
Zo was er de stelling dat ‘kunst en cultuur van Rotterdam een betere stad maken’. Student Levi Paardenkoper in zijn inleidende tekst: ‘We worden bestempeld als millennials en gaan online op zoek naar duimpjes en hartjes. We zouden er vanuit gaan dat onze mening toch niet uitmaakt.’ Later volgde nog een sneer naar de landelijke politiek: ‘En dan zegt Mark Rutte dat hij wil bezuinigen op kleine opleidingen. Dit is een kleine opleiding. Daarmee geeft hij dus aan dat hij ons niet serieus neemt.’
Ook de ‘patseraanpak’ maakte die avond veel los. Deze controles van mensen in opvallend dure kleding of auto worden door een deel van de partijen en de politie uitgelegd als voorbeeld van succesvol lik-op-stuk-beleid. Critici zien het als een verkapte vorm van etnisch profileren omdat in de praktijk vooral jongens met een kleurtje eruit gepikt worden. Zo reageerde Chaimae Fadis, tevens bestuurslid van jongerenclub Young010, fel op kandidaat-raadslid Tim Versnel (vvd) die een betoog hield voor law and order. Fadis: ‘Ik ben Marokkaans. Als ik dan voor mijn verjaardag mooie Gucci-schoenen krijg van een rijke oom, moet ik dan om het bonnetje vragen om te bewijzen dat ik ze niet gestolen heb? En hoe kun je nou zeggen dat een Mocro die in een dikke bmw rijdt een drugsdealer is en niet bijvoorbeeld een lijsttrekker?’
Toen we na afloop napraatten met de zestienjarige Bo vertelde zij dat ze graag meer aandacht voor het milieu wil. ‘In de Randstad hebben veel meer kinderen astma dan op het platteland, dat is toch niet normaal?’ Je zou het misschien niet zeggen, maar in de stad waar minder dan de helft van de stemgerechtigden ging stemmen, zit het met het politieke debat wel snor.
De verkiezingen bereikten hun dieptepunt bij het RTV Rijnmond-debat op zondag. Na afloop deden de lijsttrekkers Stephan van Baarle (Denk) en Maurice Meeuwissen (pvv) beiden aangifte tegen elkaar. Van Baarle had over een verkiezingsvideo van de pvv gezegd dat Goebbels, als die nog geleefd had, er ‘zijn vingers bij af zou likken’. Meeuwissen in de tegenaanval: ‘Uw partij verkracht kinderen. Mohammed verkracht kinderen.’
Het zijn debatten als spektakelshows, met stuntjes die vooral de eigen achterban bedienen. Misschien is daarom niet de versnippering het probleem, maar de verhoudingen die uit politiek opportunisme zo op scherp zijn gezet dat onderlinge relaties verzuren. Meeuwissen liep de dag na de verkiezingen weg bij het informele gesprek bij de burgemeester, omdat Van Baarle geen excuses wilde aanbieden. In tijden van ‘non-stop campagnes’ is er steeds weer een relletje of ferm statement in de raad nodig om de achterban via sociale media te bedienen. Dat belooft weinig goeds voor de komende vier jaar.
We belden daarover met Rinus van Schendelen, emeritus hoogleraar politicologie aan de Erasmus Universiteit. Hij was in 2002, na de winst van Pim Fortuyn, de eerste die in Nederland als formateur van een gemeentebestuur aan de slag ging. Hij heeft dus ervaring met verdeelde gemeenteraden en de gevolgen van ferme uitspraken. ‘De verkiezingen waren toen bikkelhard’, zei Van Schendelen. ‘Dat was niet de sfeer waarin je eens rustig ging onderhandelen.’
Het probleem verklaarde hij uit een gebrek aan langetermijnperspectief in de politiek. ‘Door de enorme doorstroom van politici zijn er steeds minder mensen met wat ervaring. Mensen die weten dat je met elkaar moet onderhandelen: vandaag, maar ook over vier jaar.’ Hij zou er een marktmetafoor op willen toepassen: ‘Het zijn sjaggeraars, geen kooplui.’
En zo houden we een wat vieze smaak over aan deze verkiezingen. Want hoe fanatiek de debatten in de zaaltjes ook werden gevoerd, hoeveel pagina’s partijprogramma ook zijn volgeschreven met goede ideeën: uiteindelijk is moddergooien de strategie die beloond wordt en keken we naar een landelijke show met Rotterdam als decor.