Prof. dr. ir. Arie van den Beukel was tot vorig jaar hoogleraar natuurkunde aan de Technische Universiteit Delft. Dat vond hij een mooi beroep want veel anders kon hij toch niet, zei hij vaak. Beroemd was hij niet en de Nobelprijs was ver weg. En toch, of misschien juist daardoor, heeft hij het debat over ‘God en de wetenschap’ in Nederland de laatste tien jaar gedomineerd. Hij had blijkbaar andere dingen om over na te denken, want in 1994 verscheen Met andere ogen: Over wetenschap en het zoeken naar zin, met een zeer opvallend hoofdstuk over darwinisme en neo-darwinisme. Richard Dawkins, Stephen Jay Gould, Francis Crick en de vele andere evolutiebiologen kregen er fors van langs. Dat ze in de evolutietheorie geloofden moesten ze zelf weten, maar dat ze de wereld wijsmaakten dat hun geloof een wetenschappelijke onderbouwing had vond hij maar kwalijk. ‘Mateloze arrogantie’ is een uitdrukking die Van den Beukel veel gebruikt. Van den Beukel is een bescheiden mens. Juist daarom wordt hij boos als hij collega’s onbescheiden uitspraken hoort doen over het darwinisme dat bewezen zou zijn, of over God die door de natuurkunde overbodig zou zijn geworden. Het darwinisme heeft afgedaan, alleen weten de darwinisten zelf en de wetenschapsbijlage van NRC Handelsblad het nog niet, maar je hebt altijd mensen die achterlopen, verblind door een ideologie. Hij laat zich inspireren door Pascal en door de Leidse hoogleraar in de theologie, dr. A. van den Beek die zelf ook zeer betrokken is bij het onderwerp ‘God en de wetenschap’. Een gewone gereformeerde jongen die nog altijd verbaasd is over alles wat hij heeft losgemaakt door dat boekje voor zijn broer. Hij is inmiddels met emeritaat en geniet van cultuur (muziek, literatuur) en natuur. Op de barricaden zul je hem niet gauw vinden, maar wetenschappers moeten geen onzin uitkramen. Van den Beukel: ‘Wat mij de afgelopen jaren het meest verbaasd heeft, is dat de reacties zo positief waren, verbazingwekkend positief. Niet alleen vanuit de doelgroep, namelijk christenen die het gevoel hadden dat de wetenschap een bedreiging vormde voor hun geloof, waarbij ik ze kon aangeven dat het een volstrekt misplaatste angst was, maar ook veel collega-wetenschappers waren mij dankbaar dat ik de wetenschap nogal relativeerde. Populaire schrijvers als Davies en Hawking wekken de suggestie dat je alle heil van de wetenschap mag verwachten. Zij bezigen totalitaire uitspraken en die zijn natuurlijk niet terecht. De laatste categorie reacties heeft mij het meest verbaasd. Veel wetenschappers hadden daar blijkbaar behoefte aan.’
Van den beukels geheim
In 1989, nu tien jaar geleden, begon hij te schrijven, eigenlijk op verzoek van zijn broer die predikant was, maar het materiaal had hij al verzameld. In 1990 kwam het boek uit met als titel De dingen hebben hun geheim: Gedachten over natuurkunde, mens en God. Hij wilde christenen die ten onrechte in verwarring waren geraakt wat helpen, meer niet. Hij moest een boekhandel bezoeken om de naam van een uitgever te vinden. Dat werd Ten Have want die gaf ook de Duitse theoloog Bonhoeffer uit en daar had hij sympathie voor. Inmiddels is zijn eerste boek aan de zestiende druk toe en het gaat maar door. Honderden uitnodigingen voor spreekbeurten tot in Amerika volgden.
www.groene.nl/1999/20