Maar het klinkt ook naar wat een Amerikaan tegen hem zei toen Daniël Lohues hem aan een bar tijdens een van die vele Amerikaanse reizen vertelde dat hij muziek maakte. En dat wanneer hij dat niet deed, hij dan rondreed en -keek, en er dan weer nieuwe liedjes kwamen. De Amerikaan zei: ‘Awesome.’

Daniël Lohues is niet alleen een uitstekende producer en liedjesschrijver, hij is ook een poortwachter van de taal: een man die ieder album opnieuw poëzie ziet in het alledaagse, en dat bezingt in het Drents. Zoals ook bij geestverwant Jack Poels van Rowwen Hèze het geval is: als je de nummers naar het Nederlands zou vertalen, zouden ze niet alleen kleur en warmte verliezen, maar zelfs hun hart.

Lohues bevindt zich nadrukkelijk in een traditie van Nederlandse artiesten (tot buiten de popmuziek: Toon Hermans deed het ook) die het kleine eren en de grote woorden mijden. Alles wat dan aan gevaar op de loer ligt (samengevat: gekneuter en geleuter) dient gesmoord te worden in de juiste toon. En in soms, op het juiste moment, wél de deuren opengooien naar de wereld buiten eigen dorp en tuin. Dat doet Lohues mooi in De wereld is niet raozend maakt, waarin hij de hele veelvoud van leven bezingt, ‘van eencellig tot Stephen Hawking’.

De man die een van de mooiste odes aan de fietstocht schreef (Luka Blooms The Acoustic Motorbike was er een, maar Lohues’ oude band Skiks Op fietse zeker ook), eert de tochten met zijn auto door diezelfde wereld in Waor gaon we naortoe. Het is indrukwekkend hoe hij raakt aan essentiële thema’s, zonder deze al te expliciet te benoemen. De verhouding tussen individu en samenleving, de vraag naar zingeving, de kwestie van de vrije wil: in het openingsnummer en het slotnummer komen ze allemaal langs, maar altijd terloops, bijna laconiek.

Ronduit ontroerend is Appels, dat doet denken aan het al net zo ogenschijnlijk kinderlijk blije I Like Birds van Eels. Dat leek een niemendalletje over de liefde van zanger E voor vogels, maar was veel meer een monument voor zijn overleden moeder, en drukte een romantisch verlangen uit naar het leven dat achter hem lag.

Zo fraai metaforisch is ook Appels, waarin Lohues blijmoedig zijn grootvader citeert, die zich opmaakt voor de oogst van de appels, waarvan er volgens zijn opa best veel aankomen. Als het maar niet te droog wordt en zeker niet te nat. Dan hebben ze nog dit najaar zoete appels zat.


Daniël Lohues, Aosem. Lohues speelt 15 en 16 juni in de Kleine Komedie in Amsterdam

Beeld: Daniël Lohues (Reyer Boxem / www.agentsafterall.nl)