
Rood-blauw-wit en wit-blauw-rood . De schoorsteen bij de olieraffinaderij in Bosanski Brod is geverfd in de kleuren van de Servische en Russische vlaggen. Op deze zonnige zomermiddag zijn de straten van het stadje in het noorden van Bosnië uitgestorven. Op het vrijwel lege terras van een hotel zit een man wiens glimlach onthult dat hij een paar tanden mist. ‘Noem me maar Lepi.’ ‘Lepi’ betekent knapperd. Lepi (51) was tot 2019 werkzaam in de raffinaderij.
Tot de overname door het Russische Neftegazinkor in 2008 was de raffinaderij met zo’n vijftienhonderd werknemers de economische motor van dit stadje in het Servische deel van Bosnië, Republika Srpska. De koop werd door de Bosnisch-Servische autoriteiten aangekondigd als de ‘grootste Russische investering in Bosnië’.
‘In het begin waren we hoopvol’, zegt Lepi en hij neemt een slok van zijn bier. In die tijd hadden de werknemers van de raffinaderij maandenlang geen loon ontvangen. De nieuwe eigenaren betaalden in één keer al het achterstallige salaris uit. Dit ging gepaard met beloftes om de fabriek te renoveren. ‘Maar al gauw merkten we dat het de verkeerde kant op ging. De renovatie bleef uit en we kregen alleen maar schmink, een nieuwe lik verf voor verroeste pijpleidingen. Het management ging in gloednieuwe Audi’s en bmw’s rijden, terwijl de brandweerkazerne van de raffinaderij werd opgedoekt. Hoe kun je dat in godsnaam doen?’
In de herfst van 2018 ging het mis. Lepi zat thuis met zijn vrouw toen hij een enorme knal hoorde. De woning schudde. ‘Waar ga je heen?’ riep zijn vrouw toen hij op zijn fiets sprong en naar de raffinaderij racete. Een gaspijp was gebarsten. Eén werknemer kwam ter plekke om het leven. ‘Mijn collega’s en ik zagen het allang aankomen. Het is een oude raffinaderij met technologie uit de jaren zestig. Die kan twee maanden achtereen werken, daarna zijn er twee maanden nodig voor onderhoud. Maar de Russen lieten de fabriek vier jaar lang doordraaien. Aan één stuk door.’
Kort daarop werden Lepi en tweehonderd collega’s ontslagen, een van de vele grote ontslaggolven sinds de overname door Neftegazinkor. ‘Ik heb er nog vrienden zitten. De raffinaderij heeft sinds de explosie geen liter benzine of diesel geproduceerd. Nu is het een bestemming voor gesmokkelde brandstof uit de haven in Ploče. Onze autoriteiten knijpen een oogje toe. Klassieke witwaspraktijken.’
Lepi verdient nu zijn brood op een bouwplaats in Duitsland. ‘In ’92 heb ik die kloteoorlog in de loopgraven doorgebracht, om vervolgens zo behandeld te worden. Voor hen was het belangrijker om die verdomde schoorsteen voor honderdduizend euro te verven. Als ze echt om ons volk gaven zouden de Russen dat geld besteden aan het behouden van werknemers.’
Rusland ‘investeerde’ tot nu toe honderden miljoenen euro’s in Bosnië en Herzegovina, blijkt uit cijfers van de Bosnische Centrale Bank. Al die investeringen kwamen terecht in de Republika Srpska, de Servische deelentiteit in Bosnië. ‘Een teken dat Poetin groen licht heeft gegeven aan zijn oligarchen om hier geld wit te wassen’, zegt Svetlana Cenić, onderzoekster naar witwaspraktijken en voormalig minister van Financiën in Republika Srpska.
Volgens haar gaan nagenoeg alle grote Russische investeringen in Bosnië gepaard met witwaspraktijken. Altijd volgens hetzelfde recept. ‘Een oligarch sluit een deal met de autoriteiten voor een zogenaamde gezamenlijke investering. Vervolgens trekken ze al het kapitaal uit het bedrijf en blijven er schulden over die uiteindelijk op het bord van de belastingbetaler komen.’
Na de Russische invasie in Oekraïne inventariseerden denktanks mogelijke nieuwe brandhaarden waar Oost en West zouden botsen. Hoog op de lijst stond Bosnië, een EU-protectoraat waar na de oorlog van ’92-’95 etnische groepen in de politieke arena nog steeds recht tegenover elkaar staan. Waar Bosniakken de Russische agressie veroordelen, steunen Bosnische Serviërs Rusland, ondanks het feit dat juist Russische oligarchen het land leegroven.
Hoe valt deze op het eerste gezicht irrationele liefde tussen Bosnische Serviërs en Rusland te verklaren? En is er nog hoop voor een pro-Europese weg voor dit verdeelde land, of blijkt de Russische invloed te groot?
De Bosnisch-Servische president Milorad Dodik (Bosnië en Herzegovina kent drie presidenten, een voor de Bosniakken, een voor de Serviërs en een voor de Kroaten) pronkt graag met zijn nauwe banden met Poetin. Hij haalt daarbij de ‘eeuwenoude vriendschap’ tussen Serviërs en Russen aan, die beide een Slavische taal spreken en het christelijk-orthodoxe geloof delen. De Russische invloed is ook te zien in de staatsmedia van Bosnische Serviërs, die de Russische oorlogspropaganda klakkeloos overnemen, inclusief de termen ‘denazificatie’ en ‘speciale operatie’ als het gaat om Oekraïne. Ook worden de zelf uitgeroepen volksrepublieken Loehansk en Donjetsk beschreven als soevereine staten. En niet zonder reden: Dodik dreigt zelf ook met een referendum om Republika Srpska af te scheiden van Bosnië.
Het Westen is nu wakker geschrokken. De EU en de Navo waarschuwen dat ze het door Rusland gesteunde Servische separatisme niet zullen tolereren. Amerika en het Verenigd Koninkrijk voerden eerder dit jaar sancties in tegen Dodik en de EU verdubbelde het aantal vredestroepen in Bosnië naar elfhonderd. Om een stokje voor de Russische invloed te steken willen de EU en de Navo de processen tot toetreding van Bosnië versnellen, maar zonder de toezegging van Bosnische Serviërs is die toetreding niet mogelijk. De Russische ambassadeur Igor Kalaboehov, met wie Dodik wekelijks contact heeft, dreigde dit jaar meermaals met een ‘Oekraïens scenario’ voor Bosnië als het toetreedt tot de Navo.
‘Die ambassadeur, Kalaboehov? Ik neuk zijn moeder!’ De gepensioneerde econoom Edhem Zgonić (76) lacht terwijl hij en Rešo Rovčanin (81) hun dagelijkse wandeling maken tussen de flatgebouwen in de wijk Dobrinja, in de hoofdstad Sarajevo. De wijk werd gebouwd voor sporters en buitenlandse journalisten die afkwamen op de Olympische Winterspelen in 1984, toen gezien als hét bewijs dat verschillende etniciteiten in Bosnië samen een toekomst kunnen bouwen. Nu lopen de twee mannen op hun gemak naar een onzichtbare scheidslijn. Honderd meter voor ons begint het Servische deel van de wijk. Of de twee Bosniakken daar nog vaak komen?
Rovčanin knikt naar de vooruitgelopen Zgonić. ‘Ja hoor, Edhem mist onze oude buren. Hij blijft me maar naar ze toe slepen’, zegt hij met een grijns. ‘We zijn vaste gasten in de Republika Srpska. Maar we praten niet meer met de Serviërs over een paar thema’s: de oorlog van de jaren negentig, de oorlog in Oekraïne en de inrichting van ons land. Daar komen we toch niet uit. Wij Bosniakken vinden dat de agressie van de Russen erg lijkt op wat de Serviërs ons in de oorlog hebben aangedaan. Een herhaling willen we voorkomen. Het Westen moet ingrijpen. Méér sancties tegen Dodik en zijn separatisme.’
Beide oorlogsveteranen schieten in de lach. ‘Valkenburg!’ roept Zgonić uit het niets. ‘Daar heb ik in de jaren zestig gewerkt. Een prachttijd gehad in Nederland. En Jezero, de plaats waar ik vandaan kom, was toen dit land nog Joegoslavië heette een bekende vakantieplek voor Nederlanders. Wij werden rijk door West-Europa, zeker niet dankzij de Sovjet-Unie.’ Rovčanin knikt. ‘Wat hebben de Russen ons ooit voor goeds gebracht?’
Een paar straten verderop in het Servische deel van de wijk spelen kinderen op een schoolplein. Op de muur van de basisschool zijn Servische en Russische vlaggen geverfd. ‘Kus je broeder’, staat er in het door Russen en Serviërs gedeelde orthodox-cyrillische schrift. Op lantaarnpalen wapperen niet Bosnische maar Servische vlaggetjes.
Aan deze kant van de scheidingslijn is men pro Poetin. ‘Ik hoop dat Rusland heel Oekraïne overneemt’, zegt een Servische veteraan die liever anoniem wil blijven. In zijn rechterhand een plastic boodschappentas, met zijn linker veegt hij over zijn bezwete voorhoofd. ‘Het Westen heeft de mond vol over het beschermen van zogenaamde beschavingswaarden als het over Oekraïne gaat. Maar stuk voor stuk schenden die landen hun eigen waarden. Kijk maar naar dat Nederland van jou en wat ze in Indonesië hebben gedaan. En dan willen ze de Russen de les gaan lezen.’
In 1995 bombardeerde de Navo de posities van zijn voormalige Bosnisch-Servische leger, nadat het in Srebrenica genocide pleegde op Bosniakken. ‘Die bombardementen waren een groot onrecht’, vindt de veteraan. Eenzelfde soort onrecht wordt volgens hem nu Rusland aangedaan. ‘Het Westen heeft de oorlog uitgelokt in Oekraïne, natuurlijk moest Poetin ingrijpen. Anders had hij de Navo in zijn voortuin. Wel leef ik mee met de Oekraïners. Ze worden gebruikt voor een oorlog die Amerika uitvecht met Rusland.’
Daar is ook Miloš Šolaja het mee eens. De Bosnisch-Servische hoogleraar internationale betrekkingen aan de Universiteit van Banja Luka staat naar eigen zeggen niet achter de invasie, ‘maar vanuit een strategisch standpunt is het heel begrijpelijk. Bush zou dit een pre-emptive intervention noemen. Dat is ook hoe de meeste Serviërs in Bosnië kijken naar het conflict in Oekraïne. Waarom mocht de Navo, een zogenaamde security community, in 1995 geweld op ons gebruiken, en in Irak, Afghanistan en Libië, maar mag Rusland dat niet in Oekraïne?’ De berichten over Russische oorlogsmisdaden gelooft Šolaja niet. ‘Pas als ik het met eigen ogen zie. In de oorlog sneuvelt altijd de waarheid als eerste.’
Bosnisch-Servische politici willen dan ook ‘neutraal’ blijven en weigeren sancties in te voeren tegen Rusland. Dit tot woede van de Europese gemeenschap. ‘Bosnië kan alleen de EU en de Navo in als er consensus is tussen de leiders van de Serviërs, Bosniakken en Kroaten’, zegt politiek analist Tanja Topic. ‘De Russen weten dat. Zij willen de tegenstellingen in Bosnië vergroten door het Servisch nationalisme te steunen en antiwesterse sentimenten aan te wakkeren. De oorlog in Oekraïne is daar perfect voor.’
Volgens Topic schermt Dodik met nationalisme om af te leiden van de echte problemen in het land. Eén op de vijf mensen leeft onder de armoedegrens en tienduizenden inwoners verlieten vorig jaar de Republika Srpska. ‘De kritische massa verlaat het land en degenen die overblijven zijn gebrainwashed.’ Dodik gaat graag met Poetin op de foto. ‘De Russische leider is een alpha male. Een stoere kerel die met zijn vuist op tafel slaat en zijn tanden laat zien aan het hypocriete Westen. Dat is wat de mensen hier bewonderen.’
Voor Bosnië bestaat er geen Europese toekomst als Dodik aan de macht blijft, vindt Topic. De verkiezingen op 2 oktober zullen daar uitsluitsel over geven. ‘Ik ben bang dat de oppositie op dit moment te zwak is. De leidende nationalistische partijen beschikken over veel meer budget dan de rest. Dit komt mede door ontwikkelingsgeld van de EU dat in de zakken van corrupte politici terecht is gekomen.’
Een van Dodiks meest vocale tegenstanders in de Servische deelrepubliek is Dragan Mektić, die de president openlijk uitmaakt voor ‘crimineel’ en ‘Russische pion’. In een trainingsbroek en een strak Hugo Boss-T-shirt zit de voormalige politiechef aan een hoge tafel. We zijn in een winkelcentrum bij zijn woonplaats Prnjavor. Tussen 2015 en 2019 was Mektić minister van Binnenlandse Zaken. Nu is hij parlementariër namens de Servische oppositiepartij sds. In de oorlogsjaren was dit de ultranationalistische partij van Radovan Karadzić, die tijdens het Joegoslavië Tribunaal in Den Haag werd veroordeeld voor genocide. Nu presenteert de sds zich graag als pro-Europees. Mektić steekt een sigaret op.
‘Vier jaar geleden kreeg Bosnië van de EU een lijst met veertien prioriteiten. Voldoen we daaraan, dan krijgen we de status van EU-kandidaat’, vertelt hij. ‘Die prioriteiten gaan vooral over het versterken van de rechtsstaat en het invoeren van anti-corruptiemaatregelen. Maar Dodik profiteert juist van schimmige privatiseringen waarbij hij samen met de Russen honderden miljoenen euro’s uit het land trekt. En Rusland wil Bosnië buiten de EU en de Navo houden. Aan die prioriteiten is dus ook nauwelijks gewerkt. Ons parlement is verlamd door Dodik en zijn snsd-partij.’
Als het over de oorlog in Oekraïne gaat, is Mektić voorzichtig. Bijna neemt hij het woord ‘invasie’ in de mond. Snel corrigeert hij zich en spreekt over ‘de situatie in Oekraïne’. Onder het Servische volk leeft de christelijk-orthodoxe band met Rusland heel erg, weet hij. ‘Maar hoe heeft Rusland ons ooit geholpen? Zij kopen hier onze energiesector op zodat die niet in westerse handen komt; geïnteresseerd in echte investeringen zijn ze niet.’
Volgens Mektić loopt de enige weg naar een stabiel Bosnië via de EU en de Navo. Als kandidaat-lid krijgt het land toegang tot fondsen die de zwakke economie in Republika Srpska tot leven kunnen wekken. ‘Neem alleen al onze gemeente Prnjavor. We hebben zo’n veertigduizend inwoners, waarvan er vijftienduizend in de EU werken en geld terugbrengen. Door het kapitaal in de EU houden de mensen hier hun hoofd net boven water.’
‘Nederland, Zwitserland, Duitsland…’ Gordana Milosevic (62) noemt in haar café de landen waar haar buren hun geld hebben verdiend om hun villa’s in Laktaši te bouwen. De buurtbewoners zijn relatief rijk. Als Servische vluchtte Milosevic tijdens de oorlog uit Kroatië. Ze werkte meer dan twintig jaar in Duitsland. ‘Ik ben teruggekomen naar de Balkan omdat de mensen hier warmer zijn en niet alles om werk draait. Maar ik zeg je wel: zonder West-Europa zouden wij nergens zijn.’
Laktaši is de woonplaats van president Dodik, waar hij grote steun geniet. ‘Ik ben geen fan van Dodik en zijn nationalistische politiek’, zegt Milosevic met gedempte stem als de laatste klant het café heeft verlaten. ‘Bosniak, Kroaat, Serviër, wat kan mij het schelen wat je bent. Maar hier moet je altijd oppassen wat je tegen wie zegt. Ook al is de oorlog 25 jaar geleden, de hoofden zijn nog heet. Vooral als ze drinken. Je wilt niet weten wat ik soms over de Kroaten en Bosniakken hoor.’
Toch is ook Milosevic vóór Poetin. ‘Hij is de enige wereldleider die op durft te staan tegen het Westen. Kijk hoe ze het Libië van Kadhafi hebben kapotgemaakt, verschrikkelijk. En die Zelenski vertrouw ik dus helemaal niet. Die leest altijd van een teleprompter, iemand anders schrijft zijn teksten.’
‘Dat is de hele paradox!’ reageert Tanja Topic. ‘Mijn mede-Serviërs hebben hun mond vol van de warme banden met Rusland, maar van de honderdduizenden die Republika Srpska in de afgelopen twintig jaar hebben verlaten zijn er nog geen honderd naar Rusland gegaan. Die gaan allemaal naar het zogenaamde verrotte, hypocriete Westen. Als het in Rusland zo goed is, waarom ga je daar dan niet heen?’
Waarom slaat de Kremlin-propaganda zo goed aan onder Bosnische Serviërs? Een verklaring is te vinden in de oorlog van de jaren negentig. Tijdens de Servische agressie werden Bosniakken en Kroaten massaal verdreven; de achterblijvers werden geterroriseerd, in concentratiekampen gezet of vermoord. De Servische autoriteiten hadden als rechtvaardiging voor deze acties dat een herhaling van de genocide die fascistische Kroaten in de Tweede Wereldoorlog pleegden op de Serviërs moest worden voorkomen. Deze retoriek lijkt erg op die van Poetin, die de invasie van Oekraïne rechtvaardigt om een ‘genocide tegen de Russische bevolking in Oekraïne’ te voorkomen.
Zo zijn er meer parallellen te trekken tussen Poetins retoriek en die van de Servische oorlogsleiders in de jaren negentig. ‘Denazificatie’; ‘bescherming van het Servische volk tegen moslim-fundamentalisme en Kroatisch fascisme’; ‘Oekraïners zijn klein-Russen’; en ‘Moslims (Bosniakken) zijn eigenlijk Serviërs, maar ze hebben hun geloof verraden’. En waar Poetin het heeft over het ‘herenigen van de Russische wereld’ propageerden Servische leiders het idee van ‘alle Serviërs in één land’. In een opiniestuk op de site van de Britse veiligheidsdenktank RUSI noemt de jonge Bosniakse veiligheidsexpert Ismet Fatih Čančar Poetins oorlogspropaganda een ‘bleke kopie’ van de Servische oorlogspropaganda in de jaren negentig.
Toch is het idee van ‘alle Serviërs in één land’ niet uitgestorven. Sterker nog, sinds 2020 is dat door de Servische politiek in Bosnië en Servië in een nieuw jasje gestoken: Srpski Svet (de Servische wereld). Dit idee omvat de hereniging van alle Serviërs in één land, wat in de praktijk neerkomt op afscheiding van Republika Srpska en de hereniging met buurland Servië.
Onderdeel van Srpski Svet is ook het ontkennen van de genocide die Servische troepen pleegden in de jaren negentig. Zo dragen straten in Republika Srpska de namen van oorlogsmisdadigers als Ratko Mladić, de opperbevelhebber van het Servische leger die tijdens het Joegoslavië Tribunaal werd berecht voor de genocide in Srebrenica. Een studentencampus is vernoemd naar de oorlogspresident van Republika Srpska, Radovan Karadzić, ook veroordeeld in Den Haag voor oorlogsmisdaden en genocide.
Rusland mag dan wel de huidige Bosnisch-Servische leider in zijn zak hebben, toch heeft de EU de laatste troef in handen. De Hoge Vertegenwoordiger Christian Schmidt mag namens het Westen politici in Bosnië afzetten als deze de grondwet overtreden. Tot nu toe komt Dodik er met het ontkennen van genocide en het dreigen met een referendum voor de afscheiding van Republika Srpska nog mee weg, maar ook hij weet dat het geduld van het Westen niet oneindig is.
En dus zette Dodik in juni braaf zijn handtekening onder de Brusselse overeenkomst waarin leiders van de grootste politieke partijen in Bosnië hun toewijding beloven aan de toenadering tot de EU en het vervullen van de veertien prioriteiten. Maar nog geen week later gooide hij weer olie op het vuur, tijdens het Economisch Forum in Sint-Petersburg: ‘Bosnië blijft een instabiel land omdat het een protectoraat is van het Westen.’
In de wijk Dobrinja in Sarajevo zegt de Servische veteraan achter Dodik te staan. Toch heeft hij een prima verstandhouding met zijn vooroorlogse vrienden, Bosniakken en Kroaten. ‘In de jaren negentig hebben we op elkaar geschoten’, zegt hij. ‘Maar in de naoorlogse jaren voerden we moeilijke gesprekken en besloten we dat er thema’s zijn waar we het nooit over eens worden. Wij zijn vóór Poetin, zij tegen. Maar ’s nachts vind je ons samen in cafés, waar we dezelfde liedjes zingen als vroeger. Gelukkig zijn er ook nog vrouwen en sport. Niet alles is politiek.’