Beeld uit ‘Frontlinie’ van Bram Vermeulen © VPRO

Voor Frontlinie bezocht Bram Vermeulen de frontlinie aller frontlinies. Nog in de stilte voor de storm treinreizend van Lviv via Kiev naar Avdiivka, voorstad van en laatste station voor oostelijk Donetsk, dat in handen van de separatisten was en is. De grote Poetin-aanval kwam pas kort nadat hij en zijn ploeg terug waren in West-Oekraïne. Maar eigenlijk is dat niet correct geformuleerd, want bij aankomst op het perron van Avdiivka horen ze al doffe granaatknallen, en zien ze een zwaar beschadigde flat. Het is daar immers al jaren oorlog, maar zo eentje waar we niet meer naar omkeken.

Aan de bewoners is dat niet te zien: die gaan hun schijnbaar onverstoorde gang – voor zover ze er nog wonen, dat dan weer wel. Als de filmers vragen waar ze kunnen schuilen voor het vuren, roept een vrouw: ‘Probeer te leven zoals wij; het gaat hier continu zo.’ En even later: ‘Wat liggen jullie daar nou nog?’ Nuchter als de doodgraver bij Shakespeare. Een scène die een beetje stoere oorlogsverslaggever er geheid uit zou knippen, maar die Vermeulen laat zien als een van de talloze ongerijmdheden die Oekraïne en oorlog in het algemeen meebrengen.

Maar de Oekraïense oorlogsfotograaf die ter plekke even Brams gids is, filmde kort na hun vertrek, toen de oorlog dus begon en later in Donetsk verhevigde, wel een amateuristisch aandoende man met geweer die weggeblazen wordt door Russisch of separatistisch vuur. Door tv-stations wereldwijd opgepikt (wij krijgen het ook te zien). Voor eventjes net zo iconisch als de sneuvelende Spaanse Republikeinse soldaat van Robert Capa. Maar veel minder esthetisch en dus gruwelijker. En geheid niet geënsceneerd.

De aflevering begint, nog in de gespannen afwachtingsfase, met een sequentie van reporters aller landen die zich naar de aanstaande plaats delict hebben begeven en stand-upjes doen voor de kijkers in hun land. Want nee, Bram is bepaald niet alleen. Een Duitse oorlogsverslaggever geeft elk uur live een update. ‘Tot wanneer?’ ‘Tot hier BOEM klinkt.’ En de man barst uit in schaterlachen. Pijnlijker en absurder kan het nauwelijks. Ik dacht, eerlijk gezegd, niet over deze Frontlinie te schrijven. Er is zoveel gebeurd en veranderd sinds de openingsfase. Maar waarom wel (en terecht) kijken naar De waarheid als wapen van Tegenlicht over de jarenlange Baltische strijd tegen Ruslands systematische desinformatie; naar de Russische documentaire F@ck This Job over de systematische verwurging van de onafhankelijke tv-zender Dozjd, die zich, als hobby van een jetsetdame en haar bankiers-echtgenoot, van lifestylekanaal tot Poetin-kritisch bolwerkje ontwikkelde; naar herhaling van de Nederlandse korte film Face Down uit 2016 over Krim-vluchtelingen in Oekraïne? Er zitten zo veel verhelderende en ontroerende gesprekken en scènes in deze Frontlinie dat het onzin is die op actualiteitswaarde te negeren.

Neem de treinconductrice op de lijn Lviv-Kiev. Russische passagiers noemden haar wel, denigrerend, kozak, maar ze heeft ook Russische vrienden en verwijt hun persoonlijk niets. Is ze niet bezorgd om haar familie? Ja, haar moederinstinct werkt natuurlijk, maar je kunt je geen paniek permitteren. Ze hebben een gezinsplan voor als Kiev gebombardeerd zou worden: dan wacht haar man zes uur thuis op de kinderen. Komen die niet, dan gaat hij met de auto de stad uit en wacht op een afgesproken plek in het bos. Zij weet, door haar werk, uiteraard niet waar ze dan is. ‘Maar over mij geen zorgen. Ik kom thuis, desnoods lopend.’ Het is een instelling – praktisch, voorbereid op het ergste, onverschrokken – die verre van uitzonderlijk is. En die, lijkt me, door geschiedenis en cultuur bij ons uitzonderlijker zou zijn. Wie is bereid te sterven voor het vaderland, voor democratie?

Of neem de studente in dezelfde trein. Ze komt uit het oosten. Haar ouders gescheiden. Vader heeft een café daar. Separatisten aten (en zopen, denk ik) in zijn tent, waarna ze met hun tank eventjes voor de deur draaitol speelden. Vader filmde het. Ze laat het zien: krankzinnig. Vader apetrots: die tank met zijn kroeg op de achtergrond! Zijzelf en moeder zijn pro-Oekraïne. Wanneer heb je vader voor het laatst gesproken? Zeven jaar geleden. Mis je hem? ‘Hij is helaas mijn vader. Louter biologisch.’

In de nachttrein van Kiev naar het Verre Oosten, die verrassend vol is, deels door soldaten, zijn de reizigers beduidend schuwer. De hoofdconducteur is stoïcijns – nee, met treinen gebeurt niets in Oekraïne: die rijden altijd door. Of de duvel ermee speelt komt Vermeulen weer een studente tegen: op weg naar de bruiloft van haar ouders, voor wie ze heel blij is. De bruidegom is haar stiefvader, haar biologische vader is separatist. Al jaren geen contact meer mee. De kloven zijn diep daar. ‘Bij ons gaan de jongeren naar het Westen om te studeren, maar we komen altijd weer terug.’ Precies ook de reden waarom zoveel volwassenen in de Donbas blijven wonen, ondanks de gevaren: het is hun thuis. ‘Is er wel iets te doen voor jongeren?’ ‘Een paar plekken. En er is een breakdance-collectief.’

Wat? Er zal vast Oekraïens gedanst worden daar, in klederdracht (zie YouTube). Maar mondialisering dus ook, op de grens van Oekraïne en Rusland. Trouwens, ook in Rusland zelf: van McDonald’s tot Amerikaanse straatcultuur, die beide wel zullen verdwijnen. Ach, zie zelf: een reeks verstandige, wijze, hoopvolle, realistische, berustende, strijdbare Oekraïners vlak voor de catastrofe. Geen neonazi’s, die er zeker ook zijn. En dan zien we, kort voor het eind, heel eventjes Midden-Europese tieners die driftig hun breakdance-skills oefenen. Op de grens tussen twee landen en wereldbeelden. Op de grens tussen gewapende vrede en totale oorlog. En je denkt aan wat hun te wachten staat, de enkele jongen in dat zaaltje, de vele meisjes.

Bram Vermeulen, Frontlinie: De trein naar de oorlog, VPRO, donderdag 24 maart, NPO 2, 20.25 uur. Vera Krichevskaja, F@ck This Job, BNNVARA, woensdag 23 maart, NPO 2, 22.15 uur. Mea Dols de Jong, Tegenlicht: De waarheid als wapen, Felix Govers, Face Down