Kaya Wilkins als Anja en Eili Harboe als Thelma in de gelijknamige film © Imagine Filmdistributie

Wat er in Thelma gebeurt en wat er echt aan de hand is, zijn twee verschillende dingen. Een jonge vrouw uit een streng gelovig gezin is verliefd op een medestudente, en aangezien dat niet ‘mag’ wordt ze diep ongelukkig. Dat is wat er echt aan de hand is. Nu wat er gebeurt: Thelma beschikt over bovennatuurlijke krachten waardoor zij de fysieke wereld kan manipuleren. In zijn vertelling gebruikt de Noorse regisseur Joachim Trier een derde element: stijl. De conventies van het horrorgenre – elektronische muziek, vervreemdende natuurverschijnselen en schrikeffecten – smeden verhaal en subtekst samen tot een intelligente film over persoonlijke verlossing en de tirannie van het behoudende denken.

Trier maakte eerder Oslo, 31. august (2011) waarin een jongeman op zoek gaat naar zijn plaats in de wereld. Net als in deze film schept hij in Thelma een dromerige sfeer waarin de psychologie van de hoofdpersoon in eerste instantie ontwijkend is. Zo nodigt hij de kijker uit actief op zoek te gaan naar betekenis. Maar door de structuur van het verhaal is psychologisering over wat er met Thelma aan de hand is geen optie. Dubbelzinnigheid overheerst. In de ruimten tussen ‘verhaal’ en wat er echt gebeurt, onder de oppervlakte, schept Trier onzekerheid, zodat de kijker tijdens het zoeken naar betekenis in werkelijkheid zelf de film ‘maakt’.

Vanaf het eerste moment is de natuur dwingend aanwezig: in een besneeuwd landschap is een meisje van een jaar of zes met haar vader aan het jagen. Tussen de bomen zien ze een hert. De vader richt zijn jachtgeweer op de prooi, maar dan draait hij het wapen totdat het kind in de vuurlinie komt. De betekenis van deze schokkende scène wordt pas later duidelijk, net als onze reactie erop. Wat we zien is niet wat we zien – onze eigen constructie van het verhaal bepaalt de betekenis van de beelden.

Ook op de universiteit, waar Thelma voor het eerst alleen gaat wonen, dringt de onheilspellende natuur door in de tastbare, rationele wereld. Trier introduceert het meisje door een hoog gesitueerde totaalopname. Dit vogelperspectief is ook letterlijk relevant: het pikt Thelma, die op een plein op de campus loopt, tussen andere studenten uit, maar later blijken vogels een voorbode te vormen voor de vreemde, epilepsieachtige aanvallen waar artsen geen verklaring voor kunnen vinden, behalve dat die van ‘psychogene’ aard zijn. Langzaam wordt duidelijk dat Thelma’s aanvallen, die voor haar omgeving en de mensen om haar heen gevaarlijk zijn, iets te maken hebben met haar ontluikende seksualiteit. Ze wordt verliefd op een medestudente, waarmee ze lijnrecht ingaat tegen de wens van haar ouders die God aanbidden.

Pijnlijk is hoe diep het gevoel van schuld bij haar zit. Ze bidt: ‘Heer, verlos me van die gedachten.’ Verlossing komt er voor Thelma, maar tegen een prijs. Net als haar geestverwant Carrie (het personage uit Stephen Kings roman, verfilmd door De Palma) is Thelma van nature wild. Wanneer deze jonge vrouw de ketens van het christendom en van vader en moeder van zich afwerpt komen gevaarlijke krachten los, en dan is het een kwestie van: uitkijken, wereld.

Te zien vanaf 7 december