Begin dit jaar heeft Hollander namelijk het initiatief genomen om een bejaardentehuis voor koeien op te richten. De bedoeling van de stichting is in de eerste plaats de koeien een goede oude dag te geven, en in de tweede plaats de mensen meer bewust te maken van het feit dat er dieren moeten sterven alvorens ze gegeten kunnen worden. Hollander, al sinds zijn dertiende vegetariër, groeide op op de melkveehouderij van zijn vader. Toen al had hij een afkeer van de manier waarop er met de beesten werd om gegaan. Toen de melkveehouderij op de fles ging, besloot hij de boerderij over te nemen en die op geheel andere leest te schoeien.
Boeren en particulieren schenken hun koeien aan de Stichting als ze het niet over hun hart kunnen verkrijgen ze naar de slacht te doen. ‘Het klinkt misschien raar, maar boeren raken echt gehecht aan die beesten. Sommige koeien kennen ze al heel lang en dan is het moeilijk om ze weg te doen. Binnenkort krijg ik weer een oude koe van een melkveehouder hier uit de buurt, dat is echt een heel markante vent want hij is ook vegetariër en dat zie je onder boeren niet veel.’
De Stichting, die buiten Bert nog door vier andere vrijwilligers wordt gerund, drijft geheel op donaties. Een dierenarts is bereid gevonden louter op medicijnkosten naar de beesten te kijken als er iets mee is. ‘Hoe ik aan het voer kom? Ja, dat is de grootste kostenpost. In een helder moment heb ik grasdrogerij Hartog uit Abbekerk opgebeld of zij ons niet wilden sponsoren. Dat wilden ze wel. Bovendien stopt een aantal boeren hier in de omgeving me af en toe wat toe.’
OP NAAR de stallen. Geschrokken fladdert een aantal bejaarde kippen weg. Bert legt uit: ‘Ach ja, die kippen waren van een man wiens vriend overleden was. Die vriend was er vreselijk gek mee, maar ja, hij had er geen tijd meer voor en vroeg of ik ze erbij wilde nemen. Tsja, waarom niet?’ Een eindje verderop staat een oude geit te blèren. ‘Die was ook rijp voor de slacht.’ Bert kroelt het beest over de kop. ‘Maar nu is ze iedereen hier de baas hoor, ze loopt gewoon met de koeien mee in het weiland.’
‘Hier heb ik een stier en een os’, roept Bert. Vanaf een matrasje van stro kijken twee paar runderogen verveeld op. Vredig liggen ze wat hooi te vermalen. ‘Ja joh, die beesten komen hier helemaal tot rust. Ze hoeven niets meer, alleen een beetje het gras maaien. Ze zijn niet meer gestresst. Als je in een meststierhouderij gaat kijken, zie je vaak dat stieren aan kettingen liggen en dat ze de ijzeren hekken om zich heen uit frustratie helemaal krombuigen met hun kop.’ Hollander laat zien dat het hek om de stieren heen er losjes bij staat. ‘Maar ze doen er niets mee, want ze vinden het wel best.’
‘Ah, daar is Sofie. Dat was een koe van particulieren. Dat zijn dan van die stadslui die naar het platteland verhuizen en dan denken dat ze een koe moeten nemen. Ze waren er kapot van dat het beest naar de slacht zou gaan. Via via horen ze dan over mij en mijn stichting. Nu staat ze hier.’ Sofie lebbert met haar grote tong over de jas van Bert. ‘Ja, ze moet wel aangehaald worden, want dat is ze gewend.’
‘Ik drink dus ook geen melk, hè. Als je eens wist hoeveel energie het van een koe vraagt om op zo'n melkveehouderij dag in dag uit zoveel melk te produceren! Die koeien zijn na vier jaar vaak helemaal op. En ze moeten maar kalveren blijven leveren, want anders komt de melkproduktie op een lager peil. Kijk, dit is er zo eentje. Linda heet ze. Broodmager kwam ze hier aanzetten. Ik heb haar gelijk van de melk af gehaald en nu zit ze weer lekker vol in d'r vel.’
Naast Linda ligt de oudste koe. Op haar zwarte kuif prijken al een paar grijze haren. ‘s oms worden ze helemaal grijs hoor, net als mensen.’
Hollander leunt met zijn hand op het hekwerk. Als een van de koeien met haar neus tegen hem aan stoot, aait hij haar even. Dat ze z'n hele hand onderkwijlt, valt hem niet eens op. ‘Ja, ik ben vreselijk idealistisch. Ik doe het voor die beesten. Ik heb een uitkering en doe dit er dus bij. Ik vind het gewoon een vorm van beschaving. Het is moreel onverantwoord om mensen te doden, maar voor beesten geldt dat kennelijk niet. Dat vind ik niet kloppen. De mens is helemaal niet gebouwd om vlees te eten, want het darmstelsel is veel te lang. Ze hebben een natuurlijke afkeer van bloed en de meesten worden onpasselijk als ze het zien. Katten daarentegen krijgen juist zin in eten als ze vers bloed ruiken. Misschien laten door mijn Stichting meer mensen het stukje vlees staan, omdat ze zich realiseren dat het eten van vlees hun is aangeleerd.’
ONDERTUSSEN gaan er een paar kalfjes aan de wandel. ‘Dat waren mestkalveren, die zouden naar de slacht toe gaan. Rooie Ria, dat is die ouwe rot die daar verderop staat, was bereid wat melk af te staan aan de kalfjes. Als een koe eenmaal zo'n lange tijd melk heeft gegeven, blijft ze altijd nog wel een paar litertjes geven. Precies genoeg voor de kleintjes. Die kleintjes kan ik over een tijdje inruilen tegen ouwe koeien op een boerderij. Maar ze blijven altijd eigendom van de Stichting, want als ze te oud worden krijg ik ze weer terug. Zo probeer ik het voor de boeren wat aantrekkelijker te maken om hun koeien hier in te leveren.’
In de stal bij de stier en de os staat ook nog een konijnehok, waar een oude Vlaamse Reus als een ademend kleedje in ligt. ‘Dit beestje komt uit de konijnemesterij. Konijnen worden daar zo ver doorgefokt dat er bijna niets natuurlijks meer aan is. Daarom is deze ook zo rustig. Als je namelijk een mesterij hebt met veertigduizend konijnen en er stampt er daarvan eentje met zijn achterpoten op de grond, het teken van gevaar, dan slaat die hele mesterij op hol. Vandaar dat die eigenschappen eruit worden gefokt.’
Mestproblematiek vindt Hollander allemaal onzin. Volgens hem komt het door het voer van de koeien, waarin allemaal vleesafval verwerkt is waar een koeiemaag helemaal niet op berekend is. ‘Als een koe alleen maar gras eet, dan kan de stront toch niet het probleem zijn? Ook dat ondergronds injecteren van mest vind ik zo onnatuurlijk. Als koeien onder de grond hadden moeten schijten, had de lieve heer daar heus wel voor gezorgd.’
Bert is nu nog bezig met de verbouwing van de oude melkstallen. De bedoeling is om een gerecyclede stalruimte te maken. Hij wijst naar de wanden. ‘Kijk daar zit een oude Ikea-kast in verwerkt.’ Het geldprobleem van de Stichting is echter nijpend. Als er niet meer donateurs komen, is het nog maar de vraag of een bejaarde Bert nog steeds oude koeien uit de goot zal halen.‘
Van oude en nieuwe koeien (2) `die oude beesten hoeven hier niets meer, alleen een beetje grasmaaien’
Met de kalveren mag het slecht gaan, voor oude koeien gloort er hoop in de buurt van Oldeberkoop. Want daar runt Bert Hollander een rusthuis voor oude beesten die na een produktief leven een prettige oude dag hebben verdiend.
‘VERSCHRIKKELIJK, hoe er met die kalveren wordt rondgezeuld’, zegt Bert Hollander. In zijn stacaravan, ergens tussen het Friese Oldeberkoop en Noordwolde, loeit de kachel en knorren de katten. Buiten ligt de rijp nog op het weiland en binnen praten we over Berts unieke Stichting Leemweg 8.
www.groene.nl/1996/47