Het begon met een filmpje over geboortetrauma’s en eindigde via een virtuele reis vol energetische trillingen, helende stenen en de wijsheid van water bij een healer die reïncarnatietrauma’s behandelde. Nu zal ik meteen bekennen dat ik vrij goed op de hoogte ben van dit soort onderwerpen en het was dus ook niet uit nieuwsgierigheid dat ik uren achtereen die YouTube-gesprekken bekeek. Wat zo betoverend werkte was de overtuiging waarmee die volwassen mensen spraken. Alsof ze echt begrepen waar ze het over hadden.

Het moet rond mijn veertiende zijn geweest dat ik een, bij gebrek aan een betere term, ‘spirituele fase’ doormaakte. Nadat ik het boek Vreemde verschijnselen had gelezen, over de Bermudadriehoek, piramides en aliens, zat ik al snel tot over mijn oren in de kabbala, tarot, chakra’s, handlijnkunde en astrologie. Ik kocht een boek van Aleister Crowly met magische spreuken erin, verdiepte me in paganisme en sjamanisme, deed op mijn slaapkamer een soort ritueel om erachter te komen wat mijn spirit animal was. En al ben ik nog steeds niet helemaal over de teleurstelling heen dat dit een ooievaar bleek te zijn – een mens wordt ouder en niet iedereen kan een tijger zijn.

Ik was gewoon een puber. Wat ik zocht was ontsnapping aan de saaie werkelijkheid. Ik wilde weg van school, weg van de dagelijkse sleur. Gelukkig ontdekte ik al snel dat spijbelen en uitgaan daar aanzienlijk beter bij hielpen dan een stuk bergkristal.

Zou het kunnen dat de westerse cultuur momenteel haar eigen puberale, spirituele fase doormaakt? Roxane van Iperen schreef al veel over complotdenkers die theorieën over een babybloed drinkende elite vrolijk afwisselen met liefde die alles overwint, wellness-rechts noemt Van Iperen dit, de Engelse term is het mooie conspirituality. Maar volgens mij resoneert het new age-gedachtegoed tegenwoordig overal.

Denk alleen al aan dat artikel in de NRC een paar weken geleden over een hoge ambtenaar die na de toeslagenaffaire ervoor moest zorgen dat ministeries voortaan opener zouden functioneren. Om dat te bereiken onderwierp de ambtenaar zijn collega’s onder andere aan ‘dialoogestafettes’ waar een schilder blootsvoets het ‘ongezegde’ kwam schilderen, iemand complexe vraagstukken omzette in dans en spoken word, er ‘socratische hapjes’ werden geserveerd, en er, vanzelfsprekend, ook moest worden gemediteerd. Het is misschien niet hetzelfde als I Ching-munten opgooien om elkaars pijnpunten te vinden, maar leunt wel op hetzelfde gedachtegoed, namelijk dat de ratio niet voldoet en er daarom alternatieve wegen bewandeld moeten worden om tot een kern te komen.

Wat ik zocht was ontsnapping aan de saaie werkelijkheid. Ik wilde weg van school, van de sleur

Ik loop er steeds weer tegenaan. Toen ik onlangs voor een grotendeels links publiek een verhaal hield over kapitalisme en Marcuse’s ‘irrationaliteit van de gevestigde rationaliteit’, werd me gevraagd waarom ik toch zo in systemen bleef denken en praten. Wist ik dan niet dat alles bij jezelf begint, dat de waarheid zich in je eigen hart bevindt en alleen jij bepaalt hoe je je leven leidt?

Nooit begint alles eens bij iets of iemand anders. In alle YouTube-gesprekken die ik bekeek was het niet belangrijk dát er mysterieuze krachten bestaan, maar ging het alleen om de vraag hóe je die krachten, energieën, kristallen of liefde kunt sturen voor eigen gewin.

Het hangt ongetwijfeld samen met de onzekere tijden waarin we leven. Mensen zoeken houvast, velen voelen zich eenzaam, en dan bevindt de wetenschap, boegbeeld van rationaliteit, zich ook nog eens in een uiterst belabberde staat. De werkelijkheid wordt steeds meer gelijkgesteld aan data, kleine stukjes informatie die makkelijk kunnen worden weergegeven in cijfers, grafieken en statistieken (Marcuse’s irrationaliteit van de gevestigde rationaliteit). De invloed van multinationals op wetenschappelijk onderzoek groeit: in opdracht van Unilever onderzocht de Universiteit van Amsterdam bijvoorbeeld de ideale soepdikte. Geen wonder dus dat er steeds minder baanbrekende ontdekkingen worden gedaan, aldus een recente analyse van 45 miljoen wetenschappelijke artikelen die tussen 1945 en 2010 verschenen.

Of zoals Peter Thiel het zei: ‘We droomden van vliegende auto’s, maar kregen 140 tekens.’ Met een soep erbij die niet te dik of te dun is. En zo kun je dus wel denken dat je je op een uniek, spiritueel pad bevindt, maar word je net zo goed naar dat pad gedreven door het armoedige systeem waarin je dagelijks dient te functioneren.

Zelf weet ik in ieder geval vrij zeker dat die hele spirituele fase van mij er niet zou zijn geweest als ik op de middelbare school beter natuurkunde-onderwijs zou hebben gehad. In plaats van twee treinen die vertrekken van punt A en B had de leraar ons meteen al aan het begin moeten vertellen over het heelal, en de kwantummechanica, en hoe de theorieën over het allergrootste en allerkleinste nog altijd onverenigbaar zijn met elkaar. In dat geval zou ik alle magie hebben gevonden die ik destijds zocht.

En al heeft de spirituele wereld inmiddels ook de kwantummechanica ontdekt, daar heet het dat je met de kracht van je gedachten ‘het kwantumveld’ kunt sturen, het zou mooi zijn als al die zelfvoldane goeroes, healers, kwakzalvers en hun volgers eindelijk eens de, wat mij betreft, belangrijkste spirituele les van die kwantummechanica ter harte zouden nemen. Want zoals Richard Feynman zei: ‘Als je denkt dat je het begrijpt, heb je het niet begrepen.’