Er is een wereld waar geen wetten zijn,

althans niet vastgelegd, zoals het hoort.

Die wereld kent een vreemde toegangspoort;

het slot ontsluit bij wraak, misdaad, venijn.

Die wereld is hieronder, waar het sist.

En Godfather regeert daar ongestoord.

De taal die hij spreekt, kent slechts één woord: moord!

Waarover hij tegen een prijs beslist.

Soms borrelt uit die wereld iets naar boven.

Een lijk van weer een vastgoedhandelaar.

Zijn laatste huis — zes planken — of een oven.

Een liquidatie van een schuldenaar.

En wij, hierboven, zijn er aan gewend:

het lijk lijkt steeds meer op amusement.