Voor een deel is het nota bene waar. Zij heeft, samen met haar zuster, een representatieve selectie gemaakt uit Bleichs ‘indrukwekkende, maar totaal uit de hand gelopen’ archief. Sedertdien staat er bij haar thuis zo'n vijf gestrekte meter archivalia. De rest is gedurende de rouwperiode in plastic verpakt, in afwachting van de Haagse vuilophaaldienst. Die arriveerde lang na het afgesproken uur. In de tussentijd hebben enige lokale hyena’s de zakken opengescheurd, in de hoop bijvoorbeeld een verhandelbaar gedenkboek over het concentratiekamp Westerbork te vinden. Dat viel tegen. Wat zij vonden was een ouwe schrijfmachine, een paar stoffige kasboeken en een zooitje krantenknipsels. Veel krantenknipsels, want Herman Bleich bewaarde alles, ook zijn artikelen die in vijf verschillende dagbladen waren gepubliceerd.
Het was plotseling een bende in de Mimosastraat. Vonden de keurige buurtbewoners, die zowel de politie als de Haagse Courant alarmeerden, hetgeen resulteerde in het artikel ‘De beschamende laatste gang van Herman Bleich’. De conclusie was impliciet: Wat een sekreten van kinderen! Vader onder de aarde, zijn geestelijk erfgoed in de vuilcontainer.
Het zusje van Anet Bleich ken ik niet, al steek ik niettemin mijn hand voor haar in het vuur. Anet Bleich ken ik des te beter. Vandaar dat ik weet dat het erfgoed van haar vader (getekend door oorlog en jodenvervolging) diepe sporen in haar eigen politieke en intellectuele geschiedenis heeft getrokken. Zelf spreekt zij van ‘de krankzinnige suggestie dat Hermans nalatenschap door zijn ontaarde dochter de straat op was gesmeten’.
Het is zulke evidente idiotie dat er eigenlijk niet met goed fatsoen tegen te argumenteren valt. Behalve wellicht met het argument dat mensen (vooral oude mensen) nu eenmaal alles bewaren, hetgeen de nabestaanden, behalve als zij een dubbele flat in Trump Tower bewonen, helaas tot vaak pijnlijke keuzen dwingt. Ik ben zelf inmiddels een expert op dit terrein. Toen mijn schoonmoeder verleden jaar overleed erfde ik 24 vazen, opgeslagen op de drie vierkante meter die haar bejaardenwoning besloeg. Wat moet je ermee? Precies, dat moet je ermee, hoe weinig pieteitsvol de medebewoners van het bejaardentehuis het misschien hebben ervaren.
Inmiddels is de nepaffaire al breed in de diverse variarubrieken uitgemeten, van het dagblad Trouw tot en met het weekblad HP/De Tijd. Anet Bleich overweegt bij de Raad voor de Journalistiek een klacht in te dienen tegen de bron van alle kwaad, de Haagse Courant. Zou ik niet doen. Dit leidt alleen maar tot meer ellende en - denk ik - tot een uitspraak in haar nadeel, want de betreffende verslaggever heeft, journalistiek-technisch gezien, zijn werk niet eens zo slecht gedaan. Hij is op zijn fietsje gestapt en naar de Mimosastraat gepeddeld. En na de schokkende bevindingen ter plaatse heeft hij bij de misjpoge op de voorgeschreven wijze hoor en wederhoor toegepast. Hem valt dus in feite weinig te verwijten, behalve dat hij niet weet hoe de wereld in elkaar steekt en hoe de bewoners van deze wereld met elkaar horen om te gaan.