Wat de PVV nu overkomt, doet sterk denken aan de lotgevallen van de LPF na de moord op Pim Fortuyn. Wilders dacht dat hij in een onstuitbare opmars was, op weg de grootste partij te worden. Het was bijna gelukt. Maar zijn naaste medewerkers lopen weg, hij heeft een zware vergissing gemaakt.

Hij is springlevend maar zijn partij is op het ogenblik bezig uit elkaar te vallen. Het moment van de omslag was aangebroken toen hij op een partijvergadering zijn toehoorders vroeg of ze meer of minder Marokkanen willen. ‘Minder! Minder!’ schreeuwden ze. ‘Dat gaan we dan regelen’, zei de leider. Het debat gaat nu over de vraag of Wilders en zijn trouwe aanhang racisten zijn. Maar er is niemand die hem heeft gevraagd hoe hij dit regelen praktisch wil aanpakken en daar gaat het tenslotte om.

De constructiefout van het populisme aanschouwelijk voorgesteld, niet voor de eerste keer. In 2006 heeft Wilders internationaal rumoer veroorzaakt door in zijn film Fitna de koran met Mein Kampf te vergelijken. Dat veroorzaakte wereldrumoer maar verder had het geen gevolgen. Een tsunami van moslims zou Europa overspoelen. Niet gebeurd. Een paar jaar later werd het openbaar vervoer in Gouda gehinderd door Marokkaanse jongeren. Tuig, zoals het met een vakterm wordt genoemd. Hij stelde voor de strijdkrachten uit Afghanistan terug te roepen om de Goudse bussen te beveiligen. Niets van gekomen. Hij wil de Europese Unie verlaten en de gulden terug. Heeft dat plan door een Brits bureau laten doorrekenen. Dat zag er wel iets in. We rekenen nog steeds in euro’s en blijven in de Unie. Hij stond op de bres voor Henk en Ingrid, twee volbloed Nederlanders. Al jaren hebben we niets meer van die twee gehoord. Hij wilde de ‘kopvoddentaks’ invoeren voor moslimvrouwen die een hoofddoekje dragen. Ook een vergeten denkbeeld.

De nieuwe zuiveraars hebben enig recht van spreken

Vindingrijkheid kun je deze politicus niet ontzeggen. En hij is bovendien ontvankelijk voor een bepaalde stroming in de publieke opinie die niet tot Nederland beperkt blijft. Een paar jaar geleden verscheen het boek Deutschland schafft sich ab, geschreven door Thilo Sarrazin die onder meer directielid van de Bundesbank was. Daarvan zijn 1,3 miljoen exemplaren verkocht. In Frankrijk heeft het Front National van Marine Le Pen onlangs weer een verkiezingssucces geboekt, in Engeland heeft zich de English Defense League gevestigd, in België opereert het Vlaams Belang van Filip Dewinter en de Amerikanen hebben de ultrareactionaire Tea Party. In zekere zin hoort de PVV tot een westelijke stroming.

Maar al die partijen blijven min of meer geïsoleerd in hun ultraradicalisme. Hoe komt dat? De eerste oorzaak is dat ze op hoge toon te veel beloven. Mij doet de PVV denken aan de Rapaillepartij, voortgekomen uit de anarchistische stroming de Veelbelovers. In 1921 hebben de Rapaillisten meegedaan aan de raadsverkiezingen in Amsterdam. Hun programma was: vrij jagen en vissen in het Vondelpark, afschaffing van de urinoirs en aanplant van veel bomen, en alles gekookt in de jenever. Ze kregen één zetel, die bezet werd door een straatzanger, Bertus de Gelder, bijgenaamd Had-je-me-maar. Van hem is één interventie genotuleerd: mag het raam dicht.

De verwantschap tussen de Rapaillisten en het nieuwe ultrarechts is dat ze dingen beloven die heel veel mensen wel graag zouden willen hebben, maar dat ze verzuimen erbij te vermelden op welke manier deze doelen bereikt kunnen worden. Het doet denken aan het onderscheid dat de Duitse socioloog Max Weber heeft gemaakt tussen Gesinnungsethik en Verantwortungsethik. In het eerste geval gedraagt de politicus zich als Jezus die zijn verzameling van vrome wensen uitspreekt; in het andere geval hebben we te maken met een politicus die zich er rekenschap van geeft dat er een methode, een techniek, een strategie nodig is om die wensen te vervullen. Nederland vrij van moslims. Als je het al zou willen, zou je daarvoor een ongelooflijk ingewikkelde en moeilijk uitvoerbare politiek moeten bedenken. Dat is iets heel anders dan een film maken en tsunami roepen.

En dan hebben de nieuwe zuiveraars ook enig recht van spreken. Een samenleving die verplicht wordt tot het assimileren van grote groepen immigranten met een vreemde taal, godsdienst, zeden en gewoonten, en daarbij de eigen identiteit niet wil prijsgeven, staat voor een aantal problemen. Op het gebied van onderwijs, ordehandhaving, werkgelegenheid, huisvesting worden binnen een korte tijd extra eisen gesteld. En als daaraan niet wordt voldaan neemt een aantal nieuwkomers het lot weer volledig in eigen hand, terwijl onder de oorspronkelijke bevolking onvrede, verontwaardiging, woede ontstaan. Daaruit ontstaat dan weer de wens van simpele, radicale oplossingen en daarvan profiteren de veelbelovers. Daarom zullen we politici als Wilders nog wel een poosje houden. Verdwijnt hij, dan komt er onherroepelijk een opvolger.