Griekenland zucht nog altijd onder een torenhoge staatsschuld. Het derde memorandum dat trojka en Tsipras vorig jaar overeenkwamen, is net zo’n slagveld geworden als de vorige twee. En met een verwachte krimp in 2016 van 0,7 procent gaat ook de depressie onverminderd door.

Het beeld voor de rest van de eurozone is evenmin rooskleurig. Ook al bezweert de politieke kaste het tegendeel. In haar laatste prognose – optimistisch Weathering New Challenges geheten; alsof de oude verleden tijd zijn – voorspelt de Europese Commissie voor dit jaar 1,7 procent groei en 10,5 procent werkloosheid. Klinkt oké, maar het betekent dat de eurozone zich negen jaar na het bankroet van Lehman Brothers nog altijd onder haar trendmatige groei bevindt en inmiddels een groeischuld heeft opgelopen van dertienhonderd miljard euro. Anno 2016 zijn we per hoofd van de bevolking meer dan vierduizend euro armer dan we zonder crisis zouden zijn geweest.

Het is te wijten aan twee historische blunders. En ook dat dreigen we in de drukte van alledag uit het oog te verliezen. Twee weken terug liet Thomas Piketty op zijn blog zien hoe krankzinnig groot het economische prestatieverschil tussen de eurozone en de Verenigde Staten sinds de crisis wel niet is geweest. Hoewel de crisis in de VS ontbrandde, was de economische terugval er geringer (vier om vijf procent), het herstel er krachtiger (de VS deden er twee jaar over om weer op het peil van 2008 te komen, de eurozone zes) en vooral constanter: sinds 2009 hebben de VS onafgebroken zwarte cijfers geschreven, terwijl de eurozone in 2011 opnieuw in de min dook. Het gevolg is dat de eurozone er langer over heeft gedaan om uit de crisis te komen dan tijdens de Grote Depressie. En dat zelfs Japan tijdens zijn ‘verloren decennium’ beter presteerde dan de eurozone nu.

De oorzaak dateert van 2010. In respons op de Griekse crisis van eind 2009 besloot de Eurogroep op aandringen van ECB-baas Jean-Claude Trichet dat behoud van marktvertrouwen belangrijker was dan burgers beschermen tegen het zog van bancaire hubris. De kredietcrisis leek begin 2010 achter de rug. En dus werd voorkomen dat de begrotingscrisis van Griekenland, Portugal en Ierland zou overslaan op de rest het nieuwe beleidsdoel. Bovendien was dit het perfecte moment om de verzorgingsstaat verder te ontmantelen. Met als gevolg dat de lidstaten als gekken aan het bezuinigen sloegen. Zo presenteerde het kabinet-Rutte I in september 2010 een bezuinigingspakket van achttien miljard euro, gevolgd door een pakket van twaalf miljard in de zomer van 2012, een paar maanden later gevolgd door een pakket van zestien miljard, en een jaar later door een pakket van zes miljard.

‘Stimu- lerende krimp’ is net zo mesjogge als het klinkt'

De economische gevolgen waren navenant, ook al geloofden Trichet en de zijnen heilig in de mogelijkheid van ‘expansionary contraction’. In gewoon Nederlands heet dat ‘stimulerende krimp’ en dat is precies zo mesjogge als het klinkt.

Voorspelde de Europese Commissie in de herfst van 2010 voor 2012 nog een groei van 1,8 procent en een werkloosheid van 9,6, een jaar later was de groeiverwachting verlaagd naar 0,5 en de werkloosheid verhoogd tot 10,1. Weer een jaar later (in de herfst van 2012) was het respectievelijk -0,4 en 11,3 geworden. Uiteindelijk werd het een groei van -0,7 en een werkloosheid van 11,4; dramatisch veel slechter dan het er in 2010 had uitgezien. Het heeft de eurozone een slordige 350 miljard euro aan potentiële groei gekost.

De tweede blunder dateert van 2008 en betrof de misvatting dat de financiële crisis van Amerikaanse makelij was. Lees de speeches van ECB-bestuurders uit die periode; bekijk de krantenverslagen van de G20’s van die hete maanden; zie de statements van Angela Merkel, Nicolas Sarkozy, Wouter Bos en anderen. De crisis zou de perfiditeit van Wall Street en de prudentie van het Rijnlandse model demonstreren. Het tegendeel was waar: Europese en Amerikaanse grootbanken beheerden broederlijk een internationaal casino waar op grote schaal met Amerikaans en Europees vastgoed werd gegokt.

Het zou een extreem kostbare blunder blijken. Terwijl Henry Paulson Amerikaanse banken meteen het mes op de keel zette en dwong nieuwe aandelen uit te geven, lieten lakse Europese autoriteiten dat na. Het gevolg is dat het Europese bankwezen nog altijd niet doet wat het doen moet. Dat de injecties van de ECB de reële economie niet bereiken. Dat de ECB zich verliest in levensgevaarlijk monetair extremisme. En dat de economische prestaties blijven teleurstellen.

Ik voorspel dat dat de veenbrand is waar in 2017 het Europese electorale ongenoegen aan gaat ontbranden.