Een paar weken terug verscheen voor het eerst een vrouwelijke politieagent in de vrouwencoupés. De politie was in gesprek geraakt met Basma, een organisatie die al twee jaar voorlichtingscampagnes houdt over seksueel geweld en aanranding in Caïro’s metro. ‘In het begin was er absoluut geen samenwerking. De politieagenten die controles uitvoerden werkten ons tegen. Het was doorbijten, maar uiteindelijk ziet de politie nu de noodzaak in van de campagnes’, vertelt Nihal Saad Zaghloul van Basma.

Maandenlang waren het enkel vrijwilligers van Basma die patrouilleerden in de metrostations. Vandaag houden de politieagentes kolonel Manal en kolonel Manar een oogje in het zeil. De voormalige zedenagentes kijken bedenkelijk en hebben zoals de meeste Egyptenaren nog maar weinig vertrouwen in journalisten. Het huidige regime stelt alles in het werk om journalisten af te schilderen als spionnen. Maar een verwijzing naar Basma doet het ijs breken. ‘Vijftig jaar terug waren er evenveel vrouwelijke als mannelijke agenten. Dat evenwicht moet worden hersteld. Enkel dan zullen vrouwen zich veilig voelen’, vertelt Manal. ‘Zedenfeiten zijn hier moeilijk te bestrijden, omdat de wetten niet eenduidig zijn. Maar toch raden we elk slachtoffer aan een klacht in te dienen.’

Toch wordt de doeltreffendheid van dit initiatief ook ter discussie gesteld. Hend el Balouty zag hoe haar oudere zus brutaal verkracht werd op het Tahrirplein. Met de klacht die zij indiende werd niets gedaan. ‘We zijn terug bij af: bij een politiestaat die disfunctioneel is. Die vrouwen zullen niets veranderen aan het feit dat straffeloosheid domineert in Egypte.’ Ook Mohamed Khamees, passagier in de mannencoupé, vindt het initiatief maar niets. ‘Criminaliteit bestrijden is niet weggelegd voor vrouwen. Als het voor hun mannelijke collega’s vaak oncontroleerbaar is, hoe zouden die vrouwen dat dan wel kunnen?’

Maar Nihal Saad Zaghloul blijft optimistisch. ‘De politie neemt nu verantwoordelijkheid. Het zal even duren alvorens mannen het gezag van een vrouw aanvaarden, maar het is zeker een stap in de goede richting.’