
‘Big Tech spends €100 million every year lobbying EU’, kopten internationale kranten in de zomer van 2021. Uit een onderzoek van non-profitorganisatie Corporate Europe Observatory (CEO) bleek dat de techsector van alle sectoren het meeste geld uitgaf aan lobbyen in Brussel, meer zelfs dan de chemische industrie. Vooral de grote bedrijven GAMAM (Google, Apple, Meta, Amazon en Microsoft) hebben veel geld over om beleid te beïnvloeden. Facebook heeft in Brussel het maar liefst 18 fte aan lobbyisten in dienst.
Waar gaat dat geld aan op, en waarom moet er zoveel geld worden uitgegeven? De Groene Amsterdammer doorzocht openbare bronnen zoals het Europese transparantieregister, Amerikaanse belastingpapieren, jaarverslagen en donatielijsten om een beeld te krijgen van de sferen waarin deze bedrijven invloed proberen te kopen: de journalistiek, de wetenschap, talloze ngo’s en denktanks. Het onderzoek van CEO was hierin belangrijk als beginpunt. De denktank markeerde veertien denktanks die gefinancierd werden door meerdere Big Tech-bedrijven. We onderzochten de jaarverslagen van deze specifieke ngo’s om te zien hoe de geldstromen lopen en haalden openbare informatie van hun websites om een beeld te krijgen van de boodschap die zij uitdragen. In de gevallen die we besloten uit te lichten hadden we ook contact met de vertegenwoordigers.
In het geval van het Center for Data Innovation keken we eerst naar de structuur van de organisatie. Het CDI is onderdeel van een stichting, de Information Technology and Innovation Foundation (ITIF). We keken naar de 29 bestuursleden van ITIF. Uit hun biografieën op de website van ITIF of hun LinkedIn-account bleek dat dertien van hen lobbyisten zijn voor techbedrijven, waaronder Google en Microsoft.
ITIF heeft op haar website een lijst staan met donateurs, waaronder Google, Facebook, Uber, Amazon. Ook wordt er verwezen naar het Charles Koch Institute. Via Amerikaanse belastingpapieren die doorzoekbaar zijn in een database van ProPublica konden we achterhalen dat het Charles Koch Institute geen geld doneerde, maar dat het om de Charles Koch Foundation gaat. Het is ons niet bekend of dit om een fout gaat op de lijst, CDI en ITIF hebben ons geen helder antwoord gegeven hierover. Uit de belastingpapieren, die Amerikaanse non-profitorganisaties openbaar moeten maken, blijkt dat de Charles Koch Foundation 290.000 dollar schonk aan ITIF in 2018 en 2019. In het geval van techbedrijven konden we donaties niet achterhalen, omdat private bedrijven daar geen openheid over hoeven te verschaffen. De stichting wilde daar zelf ook geen transparantie over geven.
Dat er geld is, is duidelijk. Daarnaast is er de vraag wat dat geld moet kopen. Meerdere bronnen uit de Brusselse politiek en de wetenschap noemden als aanleiding voor het opgeschroefde budget de aanstaande Digital Services Act, waarover in het voorjaar van 2022 akkoorden zijn gesloten. De Groene Amsterdammer ontving uitgelekte slides waarin Google een strategie uitstippelde om het narratief te veranderen, het moest niet langer lijken alsof Google niet gaf om gebruikersprivacy. Daarnaast moest Google andere bedrijven helpen dat narratief te verspreiden. Met die informatie in het achterhoofd keken we nog eens naar het gedrag van de organisaties die CEO in kaart bracht.
‘Invloed’ is moeilijk te onderzoeken. Zo kun je vaststellen dat Google onder het Google News Initiative geld verstrekte aan verschillende journalistieke publicaties, maar daaraan hoeft niet de conclusie verbonden te zijn dat die publicaties hun verslaggeving aanpasten om Google te steunen. Denktanks en andere organisaties die het geld aannamen, ontkennen unaniem dat daarop onafhankelijkheid is ingeleverd, zelfs al ontstaat uit openbare uitingen en het gedrag van zo’n organisatie een ander beeld.
Om te zien wat een influx van geld teweegbrengt in een onafhankelijke organisatie, verdiepten we ons in een conflict binnen overkoepelende consumentenbond BEUC. De Groene Amsterdammer sprak op achtergrondbasis met verschillende ingewijden en daaruit kwam een beeld op van een conflict dat op dat moment hoog was opgelopen. Een deel van de bij BEUC aangesloten consumentenorganisaties, die zich verenigen in EuroConsumers, accepteerde geld van Google maar ontkende dat daaraan ‘invloed’ verbonden was. De overige bonden dachten daar anders over, en ook het gedrag van EuroConsumers schetste een ander beeld. Het geld had daarmee de kans een tot dan toe machtige consumentenorganisatie te splitsen, en zo tot een minder krachtig tegenwicht te maken.
Lobbyen is toch niet verboden, is een veelgehoord argument tegen dit soort praktijken. Dat klopt, maar het is voor een functionerende democratie wel van essentieel belang dat alle stemmen de mogelijkheid hebben zich te verdedigen en hun punten kenbaar te maken. In het geval van de sector die we voor dit artikel onderzochten wordt dat moeilijk – het geld heeft zich naar elke invloedrijke sector verspreid en Big Tech is al zo machtig dat tegengeluiden er nauwelijks tegen zijn opgewassen.