Een van die boeken was Renata Adlers roman Speedboat. ‘I’ve been loving pale imitations of this book my entire life’, had een verkoopster op een briefje bij de stapel geschreven. Kijk, daar heb je me mee.

Van Speedboat of Renata Adler had ik nooit gehoord, en dat is misschien niet verwonderlijk want het boek is sinds het verschijnen in 1976 decennia niet in druk geweest. Een omissie, vonden de leden van de National Book Critics Circle, en in 2013 zorgde The New York Review of Books voor een heruitgave. Net als toen het voor het eerst verscheen, staan de critici te juichen. Toen ik de eerste alinea had gelezen begreep ik waarom.

Ik las de rest van het boek in de metro, op een bankje in de zon in het High Line Park, op het strand van Coney Island, op de ferry tussen Manhattan en Brooklyn. Ik liet me betoveren door Adlers stijl, haar bravoure, haar wilde intelligentie. Als een camera die voortdurend 360 graden in de rondte beweegt praat de vertelster, een jonge journaliste die deel uitmaakt van de New Yorkse culturele elite, over haar leven. Paniekerig soms, met een onderkoeld gevoel voor humor, een scherp oog voor detail en een kwikzilverachtig brein dat steeds in druppels uiteen spat vlak voor het moment van definitieve betekenisgeving.

Talloze anekdotes vormen een plot, en ontkennen die evenzeer. Als lezer kun je niet anders dan de roes ondergaan, om soms even boven te drijven, verbaasd knipperend met je ogen tegen het licht omdat de metro is opgedoken uit zijn tunnel en Manhattan in de verte schittert als een veelkleurige diamant.


Renata Adler, Speedboat, New York Review Books, 170 blz., € 16,99