Na de verkiezingsoverwinning van bbb zag ik een triomfantelijke tweet voorbij komen. ‘Dit is voor alle mensen die zeiden dat de kloof tussen stad en platteland niet bestaat!’ De socioloog Twan Huijsmans had eerder laten zien dat de tegenstelling tussen stad en platteland minder groot is dan de retoriek doet vermoeden. De tegenstellingen in de stad en op het platteland zijn groter dan die tussen de beide gebieden.

Dat betekent echter niet dat de kloof tussen stad en platteland niet bestaat. Want die kloof bestaat wel degelijk in de verbeelding van mensen. Het was namelijk een talking point dat in de afgelopen verkiezingscampagne tot in den treure werd herhaald. Ik moest denken aan het Thomas-theorema uit de sociologie: als mensen een situatie als reëel definiëren, dan is deze reëel in haar consequenties. Als mensen eenmaal gelóven dat er een tegenstelling is tussen stad en platteland, dan handelen ze daarnaar. De kloof wordt zo een krachtig frame om de complexe werkelijkheid te ordenen, te versimpelen en, belangrijker nog, te verdraaien.

Dat is überhaupt hoe populisme werkt. Zoals bekend is het populisme een politiek die zich beroept op het volk en zich keert tegen het establishment. Maar met dat ‘volk’ is bij het populisme iets bijzonders aan de hand: het staat namelijk nooit gelijk aan de gehele politieke gemeenschap. Er worden altijd grote groepen van uitgesloten, om te beginnen natuurlijk de elite. Het volk, dat is Henk en Ingrid, The Real America, de ware Finnen. Eenzelfde geluid is te horen bij bbb: ‘Wij zijn het echte Nederland.’ Juist in dat opsplitsen van de politieke gemeenschap schuilt de essentie van het populisme, zo stelt filosoof Ernesto Laclau in zijn klassieker On Populist Reason.

Het agro-populisme van bbb heeft eenzelfde splijtend discours, waarin een beeld van de vervreemde, randstedelijke elite wordt afgezet tegen de authentieke, gewortelde plattelandsbevolking. De tegenstelling tussen elite en volk wordt in feite geprojecteerd op die tussen stad en platteland. Vaak wordt het populisme gezien als een gevolg van de gegroeide kloof tussen burger en politiek. Laclau stelt echter dat óók het omgekeerde waar is: het populisme draait er juist om die kloof te creëren, in beeldvorming.

Elk populisme slingert krachtige beelden de ether in van het volk en van de elite, in een poging om kiezers aan zich te binden. Mensen stemmen op hun identiteit. Bij marketingbureaus weten ze dat als geen ander. En bbb is een initiatief van het agrarisch marketingbureau ReMarkAble. ‘Een politieke partij betekent toegang tot de media’, zei Caroline van der Plas in 2019 in NRC. ‘Alleen zo komen we echt in de huiskamer bij mensen.’

Intrigerend is de wijze waarop sommige journalisten die polariserende beeldvorming helpen verspreiden. Ik moet denken aan het recente boek Blauw wit rood van Karel Smouter, die zich heeft opgeworpen als spreekbuis van het platteland. Smouter is kriskras door Oost-Nederland gefietst. Hij heeft daar niet ‘de nuchterheid van het platteland’ vastgelegd, zoals hij zelf lijkt te denken, maar bovenal zijn ongeremde verbeeldingskracht. Smouter waarschuwt nog dat stedelingen en plattelanders ‘een clichématig beeld van elkaar’ hebben, ‘waarmee ze elkaar in een houdgreep van uitvergrote stereotypen vasthouden’. Maar wat hij vervolgens doet in zijn boek, is die clichés simpelweg onderschrijven.

‘Imaazje’, zeiden provo’s toen. Alles is beeldvorming

In zijn plattelandsinterviews hoort hij irritaties over ‘een grootstedelijke klasse die de ander zijn wereldbeeld wil opleggen’. Daar zit wel wat in, zegt Smouter. Hij wijdt enkele alinea’s aan een rapportage over de Nieuwe Yogaschool in Amsterdam. Wat blijkt: yogameisjes zeggen werkelijk schokkende dingen over het platteland, namelijk dat het nogal behoudend is en mee zal moeten in de verduurzaming.

Smouter schrijft dat het omgekeerde vlaggenvertoon ‘misschien wel in de eerste plaats gericht [is] tegen deze vorm van cultureel superioriteitsdenken’. En concludeert: ‘Het beeld van een randstedelijke elite die “de rest van Nederland” haar wil oplegt [blijft] fier overeind’. Dit is natuurlijk geen analyse, maar politieke marketing.

Geen van de hoofdrolspelers in de stikstofcrisis woont nota bene in die vervloekte Randstad. De D66’er Tjeerd de Groot, de bête noir van bbb, woont in Woudsend, een dorp in Zuid-Friesland. Stikstofminister Christianne van der Wal woont in Hierden, een dorp in Harderwijk. Zelfs de milieuactivist Johan Vollenbroek die stikstof juridisch op de kaart zette, woont niet in de gehate Randstad, maar in het oostelijke Nijmegen.

Achter de politieke spin over de kloof tussen stad en platteland zit een werkelijkheid van harde economische belangen. Het gaat hier niet om een gemarginaliseerde groep van ongehoorde burgers maar om een agrarische miljardenindustrie die mondiaal vertakt is en vanouds de machtigste lobbygroep van het land heeft: het Groene Front. Het is dat er een rechter is die het stikstofbeleid verordonneert, anders was Den Haag er überhaupt niet aan begonnen.

‘Imaazje’, zeiden de provo’s al in de jaren zestig. Alles is beeldvorming. De bbb zegt het ze na.

Lees verder: