De Democratische Conventie, normaal een spectaculaire overgang van de Amerikaanse voorverkiezingen naar de harde tweestrijd tussen de presidentskandidaten, zou de saaiste ooit worden. Geen propvolle arena’s, geen gejuich en niet de spanning die je voelt als honderden prominenten in dezelfde ruimte zijn samengepakt. Corona heeft een online conventie afgedwongen, met vooraf opgenomen speeches en vrijwel alle deelnemers thuis achter het scherm. De conservatieve nieuwswebsite The Bulwark sprak over ‘zombieconventies’.

Ik was geneigd mee te gaan in die analyse en had de woorden klaar. Zombieconventies voor dode politiek, opgesloten in de online klankkast. Totdat ik me afvroeg: wie zijn nu werkelijk teleurgesteld dat ze vanwege covid-maatregelen niet naar Milwaukee, Wisconsin konden afreizen om het Democratische partijcircus mee te maken? Het zijn vooral het partijkader, de politieke commentatoren, de gulle sponsoren, kortom het is die kleine bovenlaag van het politiek-journalistieke complex die vier jaar lang verweten is dat ze in slaap waren gesukkeld door hun onderlinge geklets, totdat ze wakker schrokken van Trump.

Hierdoor zag ik de digitale conventie plotseling anders: iedereen zit vanwege het virus in hetzelfde schuitje. Covid is een grote gelijkmaker die het onderscheid tussen insiders en outsiders oplost. Iedereen is tot het scherm veroordeeld, van de doodnormale kiezer tot het politieke kopstuk. Bovendien waren de videotoespraken een perfecte illustratie van het punt dat sprekers als Michelle Obama, Bernie Sanders en Andrew Cuomo maakten: de regering-Trump heeft een puinhoop gemaakt van de corona-aanpak. Ineens was digitaal samenkomen niet doods, maar een levendig experiment in een democratie in het beeldschermtijdperk.

De Amerikaanse journalist H.L. Mencken omschreef partijconventies begin vorige eeuw als ‘zwaar voor zowel de hogere delen van de hersenen als voor de gluteus maximus’. Die laatste klacht is hoe dan ook verholpen. Het zitvlak krijgt deze keer het comfort van de bank in de woonkamer. Ook de hersenen worden wel degelijk gevoed, ondanks de afstandelijke setting. Dat was althans mijn conclusie na de digitale toespraak van Bernie Sanders.

De Democraten willen geen verdeeldheid meer

De tweemaal verslagen presidentskandidaat uit Vermont sprak over het belang van ‘gerechtigheid’ – woord nummer één op de Sanders-bingokaart – en voegde daar direct de woorden ‘liefde en compassie’ aan toe. Ik denk niet dat hij mentaal terugkeert naar de jaren zestig die hem vormden. Nee, Bernie snapt wat het essentiële politieke thema in de VS is geworden. Trump kent geen medeleven, hij kan het niet eens veinzen voor politiek gewin. Links tegen rechts maakt plaats voor empathie tegen psychopathie. Bernie riep zijn kiezers op te accepteren dat een vurig linkse onafhankelijke senator niet snel Democratisch presidentskandidaat zal zijn en zich achter Biden te scharen om de Amerikaanse democratie te redden. De naamgever van de slogan vroeg zijn eigen achterban de heilloze ‘Bernie or bust’-opstelling los te laten.

Het is natuurlijk een open deur om te zeggen dat politiek emotie is, maar in het Amerika van nu krijgt dat cliché een extra dimensie. De Democraten zijn erop uitgekomen dat het softe gevoel van samenkomst en verbroedering een scherpe stellingname is tegenover een president die wantrouwen en verdeeldheid als handelsmerk heeft. Bestrijders van rechts-populisten aller landen, maak aantekeningen.

Met verbroedering als achterliggend thema is ook de keuze voor Kamala Harris als vicepresident logisch. De botsing tussen haar en Joe Biden over diens verleden van samenwerking met racistische politici en verzet tegen antisegregatiemaatregelen was de hardste en meest persoonlijke van de voorverkiezingen. Biden-Harris is een signaal dat de Democraten niet willen blijven hangen in verdeeldheid. Bovendien weerspiegelt Harris met haar dubbele migratieachtergrond een deel van het electoraat dat zich niet vanzelf vertegenwoordigd voelt in Washington.

Maar moet het niet over de eigen inhoud gaan? Plannen voor verduurzaming, een eerlijker economie en een zorgstelsel dat gezinnen niet in een faillissement stort, in plaats van over de poppetjes en het spook van nog vier jaar Trump? In een ideale wereld was het antwoord ‘ja’ geweest. In de wereld waarin we leven kiezen de Democratische kopstukken ervoor de gelederen te sluiten omdat ze weten dat alleen een overtuigende winst in november Trump kan dwingen het Witte Huis te verlaten. Of dat gaat gebeuren is onzeker, net zoals moet blijken of de Democratische kumbaya-politiek voldoende kiezers trekt. Wel weten we dat een club die broederschap als politiek uitgangspunt neemt voor lange tijd een stempel op de geschiedenis kan drukken.