De presentatie is in handen van Jochem van Gelder – een man die vroeger nog geweldige kinderprogramma’s als Willem Wever en Praatjesmakers presenteerde, maar inmiddels door baas John de Mol gedegradeerd is tot onderbuik voedende pulpverkoper. ‘Voor het oog van de verborgen camera licht ons team landgenoten op met dezelfde trucs die echte oplichters gebruiken, zodat u weet waar u in het vervolg alert op moet zijn’, orakelt Van Gelder. ‘Blijf kijken en de kans is groot dat u nooit meer ergens intrapt!’
Want dat is de zelfverklaarde missie van Pas oplichters (ondertitel: ‘Het kan ook jou gebeuren!’): ‘Met dit programma hopen we de kijkers bewust te maken van oplichterspraktijken en geven we tips en tricks hoe ze dit kunnen doorzien en voorkomen.’ Vervolgens zien we hoe een man zijn auto afhandig wordt gemaakt terwijl hij een vrouw met pech langs de weg probeert te helpen en hoe een vrouw wordt wijsgemaakt dat haar hond een gat in de broek van de oplichter heeft gebeten: of ze even vijftig euro schadevergoeding wil overhandigen. Wat ze – sjonge jonge – natuurlijk doet. De moraal van het verhaal: wie anderen vertrouwt, is naïef en dom, want stiekem staat achter elke boom een beer.
Hoe diep kun je zinken?
De stap naar de NSA lijkt groot, maar in feite gaat achter deze uit de klauwen gegroeide inlichtingendienst precies dezelfde paranoïde gedachtegang schuil. We moeten iedereen wel surveilleren, want in potentie is ieder mens een gevaar. Zoals Jochem van Gelder wil dat je over straat loopt, zo zijn sinds 9/11 overheden en hun inlichtingendiensten de hele wereld gaan zien: als een verzameling van zes miljard potentiële criminelen. 9/11 heeft vruchtbare grond gekweekt voor geïnstitutionaliseerd wantrouwen op ongekende schaal. Het meest basale principe van elke samenleving die zich een rechtsstaat wenst te noemen is in feite omgedraaid: tegenwoordig ben je verdacht tot je onschuld is bewezen.
Overheden en media vinden elkaar eendrachtig in dit wereldbeeld. Media, omdat angst en wantrouwen nu eenmaal de snelste route naar kliks en kijfcijfers zijn: probeer maar eens een krantenkop te brouwen van het feit dat 99,99 procent van alle mensen het goed met anderen voor heeft. En overheden, omdat het de makkelijkste manier is om hun machtsbasis te vergroten: uit angst en wantrouwen wordt de behoefte aan controle en bescherming door autoriteiten geboren. Meer toezicht, meer maatregelen, meer surveillance – als je eenmaal gelooft dat in ieder mens een terrorist schuilt, is de rechtvaardiging ervoor zo gevonden.
Aan dit paranoïde wereldbeeld wordt ook door president Obama niet getornd, zo bleek afgelopen week. In zijn langverwachte speech over de NSA kondigde de president een reeks maatregelen aan om de macht van de NSA in te perken, maar het moreel meest problematische en fundamenteel ondemocratische aspect van het inlichtingenapparaat blijft gewoon bestaan. De NSA mag systematisch data blijven verzamelen van miljoenen mensen wereldwijd, zonder dat er ook maar enige verdenking tegenover hoeft te staan. Zoals Glenn Greenwald, de journalist van The Guardian die de onthullingen van klokkenluider Edward Snowden naar buiten bracht, terecht constateerde, blijft ‘de radicale essentie van de NSA’ fier overeind.
De uitdrukking wil weliswaar dat de weg naar de hel geplaveid is met goede bedoelingen, maar voorzover die hel een totalitaire samenleving is, zijn die goede bedoelingen ver te zoeken: geïnstitutionaliseerd wantrouwen en de politieke en journalistieke exploitatie van angst en onveiligheid zijn de werkelijk drijvende krachten achter de gestage opmars van het moderne totalitarisme. Westerse samenlevingen zijn de afgelopen jaren in rap tempo geëvolueerd tot wat de Amerikaanse denker Francis Fukuyama ooit ‘low trust societies’ noemde: samenlevingen waarin controle en achterdocht voortdurend de voorkeur genieten boven vertrouwen. Niet zo vreemd, als je bedenkt dat onze massamedia en politiek haast nergens anders om draaien dan om overal op de loer liggende gevaren. Kijk één avondje SBS6 en je durft je huis niet meer uit (Pas oplichters), de weg niet meer op (Wegmisbruikers), geen hotel meer in (Red mijn vakantie!) en geen restaurant meer binnen (De smaakpolitie). En dan moet het nieuws – terreur!, misdaad!, oplichterij!, corruptie! – nog beginnen.
Iedere keer als ik ga pinnen lees ik vlak voordat ik mijn pincode invoer: ‘Pas op voor meekijkers!’ Dat zouden ze eigenlijk op elke televisie moeten plakken.