
Een kleine controverse rond het nieuwe werk van Damien Hirst. Zo’n tien jaar werkte hij aan Treasures from the Wreck of the Unbelievable en vorige week wandelde een Nigeriaanse kunstenaar door zijn show en herkende een beeld. Victor Ehikhamenor identificeerde Golden Heads (Female) op Instagram als een kopie van de sculptuur Head of Ife die in zijn land werd opgegraven. Mensen die het beeld voor het eerst zien zullen niet denken aan Ife, schreef hij, maar aan een originele Hirst. Nog even en kunstenaars zullen erop gewezen worden dat hun werk doet denken aan dat van hem.
Echt groot nieuws was het niet, maar de aantijging is een geweldige grap met het oog op wat er dan zoal in Venetië te zien is. Met bijna tweehonderd kopieën, kopieën van kopieën, parodieën en karikaturen van schatten uit de antieke wereld levert Hirst een persiflage op ons bestaan, op het erfgoed waar onze geschiedenis op rust. Schaamteloos exotisch, te beginnen bij een verhaal over een vrijgemaakte slaaf die zich in de eerste eeuw na Christus ontpopte tot zakenman en plunderaar – tot kunstverzamelaar. Hij laadde zijn kunst in op een schip genaamd de Ongelooflijke, op weg naar een speciaal voor de collectie gebouwde tempel, maar het schip zonk. De collectie bleef onder water tot de berging begon in 2008, onder leiding van Hirst.
Verdeeld over twee musea zijn er sculpturen van sfinxen, cyclopen en farao’s, bestrooid met koraal en mos en zeepokken. Het schild van Achilles is er en de schedel van een eenhoorn, in bergkristal en wit agaat. Mickey Mouse en Mowgli zijn present. Er zijn schetsen overgeleverd op papier en perkament, na tweeduizend jaar in het water wel een beetje gebobbeld. In de hal van Palazzo Grassi staat een figuur van achttien meter hoog: met zijn voeten op de bodem van de oceaan en zijn hoofd nabij het dak is Demon with Bowl niet in één keer op te nemen. Op de eerste verdieping passeert de bezoeker zijn monumentale geslachtsdeel, pas op de bovenste is zichtbaar dat zijn hoofd een leeg, zwart gat is, de schouders getooid met koraal.
Treasures is als een schaal heerlijke maar veel te zoete koekjes – kunst om je misselijk aan te eten. Alles is er gemaakt van brons, goud, marmer, graniet en smaragd, hoewel er ook oneffenheden zijn die maken dat je wilt blazen om te zien of de hele boel ook niet zomaar zou kunnen omvallen. Of zou deze collectie nog een tandje slimmer zijn, het hoofd van Medusa met vlekkerige plastic look wel degelijk gemaakt van malachiet, de boeddha, in een vitrine als een brok groene zeep die te lang in de badkamer heeft gelegen, echt van jade?
In de onderwaterwereld van Hirst zijn gietnaden eerder een teken van uitgekiend vakmanschap dan van reproductie. Het is een slim spel met vergane glorie dat hij hier speelt. Hirst schiep een wereld waarvan we zouden willen dat die er was. Het is er heerlijk.
Damien Hirst, Treasures from the Wreck of the Unbelievable, t/m 3 december in Palazzo Grassi en Punta Della Dogana, Venetië