Het heeft geen zin om met Moskou te praten vanuit een positie van kracht, zei hij. Onze militaire superioriteit blijft onovertroffen. Dergelijke taal. Maar volgens de verslagen van getuigen liet het publiek zich niet opwinden. Vergeleken bij vorige gelegenheden was het applaus matig.
Dat is geen wonder. De onrust aan de grenzen duurt voort. De militaire confrontatie met Oekraïne begint uitzichtloos te worden. Intussen zijn er ook weer gevechten in Tsjetsjenië, Grozny, uitgebroken, zonder dat er een eclatant succes of definitieve oplossing in het vooruitzicht is. Wel blijken de economische maatregelen van het Westen doel te treffen. De roebel is veertig procent in waarde gezakt. Onvermijdelijk daalt de levensstandaard van de Russische consument en dit heeft weer invloed op de populariteit van de eertijds grote leider.
Intussen is door de expansieve buitenlandse politiek van Poetin wel een nieuw stadium in de internationale politiek bereikt. Voor het eerst sinds het einde van de Koude Oorlog is er weer sprake van een escalatie die in toenemende mate de verhoudingen tussen Oost en West beheerst. De leiders van het Westen zijn het erover eens dat de landen die aan Rusland grenzen niet in de steek mogen worden gelaten. De Baltische landen zullen kunnen rekenen op steun van de westelijke luchtmacht, hoewel daarover geen officieel verdrag bestaat. En om de zekerheid te vergroten is nu onder auspiciën van de Navo de flitsmacht opgericht, waaraan Nederland met tweehonderd man zal meedoen, voorlopig met Duitsland en Noorwegen. Een strijdmacht die in geval van nood bliksemsnel kan worden ingezet. Hoe de militaire deskundigen zich dat voorstellen weten we nog niet.
De vraag wordt steeds dringender gesteld. Is een nieuwe Koude Oorlog langzamerhand in een verregaande staat van ontwikkeling? Ik geloof nog altijd dat dit niet het geval is en dat we daarmee geen rekening hoeven te houden, ook als het conflict tussen Rusland en het Westen zich verscherpt. De Koude Oorlog was een ideologisch en geopolitiek gefundeerde tegenstelling tussen de twee supermachten die zich na de nederlaag van nazi-Duitsland hadden gevestigd. Begin 1945 stond de nederlaag van nazi-Duitsland vast. In februari van dat jaar kwamen Roosevelt, Stalin en Churchill in Jalta bij elkaar om de naoorlogse wereld te verdelen. Er werden percentages invloed in de naties van het bevrijde Europa afgesproken.
Van die afspraken is niets terechtgekomen. Drie jaar na de oorlog was heel Oost-Europa achter het IJzeren Gordijn verdwenen en het Westen beleefde de wederopbouw van de vrije wereld. De ‘vreedzame wedijver’ tussen de supermachten was ideologisch gefundeerd. De communistische partijen in het Westen waren binnenlandse machten die zich althans theoretisch op Moskou oriënteerden en daarom een risico voor de nationale veiligheid waren. Dan was er de wapenwedloop, beide supermachten hielden regelmatig kernproeven, en in die tijd is de grondslag voor de ruimtevaart gelegd. Maar het belangrijkste was de diplomatie die toen tot ontwikkeling is gekomen, de topconferenties en ten slotte de rode telefoon, de directe verbinding tussen de wereldleiders.
Dit is het essentiële verschil tussen de Koude Oorlog en de periode die we nu beleven. Hoe absurd dat ook mag klinken, de supermachten hebben hun veertigjarige worsteling om de wereldhegemonie in laatste instantie ordelijk gevoerd. De Sovjet-Unie ontspoorde in Afghanistan, Amerika in Vietnam, maar het Rode Leger en de Navo zijn nooit direct met elkaar slaags geraakt. Wel is er een uitgebreide literatuur ontstaan over een wereld waarin dit wel zou gebeuren. George Orwell heeft in 1984 een wereld beschreven waarin de absolute dictator Big Brother de alleenheerser zou zijn. Herman Kahn geeft in zijn On Escalation, Metaphors and Scenarios een opsomming van de mogelijkheden die tot een kernoorlog kunnen leiden. Zulke boeken worden niet meer geschreven.
Na de Koude Oorlog is de internationale gemeenschap geleidelijk in een chaos veranderd, en hetzelfde geldt min of meer voor de nationale gemeenschappen, de naties. Er is geen land, of volk, dat nog een nationale wil heeft, zich achter een leider schaart om een gedurfd plan ten uitvoer te brengen. Streven naar wereldheerschappij is een verouderde ambitie geworden. In plaats daarvan hebben we weer oude grensconflicten en de nieuwe terreur waarvoor niemand nog een oplossing weet. Poetin wil geen wereldheerschappij maar een groot Rusland waar Oekraïne bij hoort. Het Westen wekt de indruk dat het er een oorlog voor over heeft om dit te beletten. Een vergissing kan onder zulke omstandigheden de oorzaak van een echte oorlog zijn. Dat maakt het conflict om Oekraïne zo gevaarlijk.