De familie Doorzon is een echte klassieker uit de Nederlandse stripgeschiedenis. Met name in de beginperiode uit de vroege jaren tachtig was de strip een sensatie. Harde humor over seks, emancipatie, discriminatie – alles kwam voorbij in dit ‘doorsneegezin’ uit een Vinexwijk waarmee Gerrit de Jager en Wim Stevenhagen Nederland een spiegel voor hielden. Op de seks en de ‘vuilspuiterij’ in de strip werd aanvankelijk heftig gereageerd. Als je de boeken nu, dertig jaar na dato, herleest zijn sommige grappen nog steeds niet belegen: pa en ma Doorzon zitten op de bank met hun zoontje Ronnie in het midden. Mieke Doorzon: ‘Eindelijk is onanie een geaccepteerd aspect van de seksuele totaalbeleving geworden.’ De grap eindigt ermee dat Ronnie aan zijn vriendinnetje moet uitleggen dat hij minder vaak met haar naar bed kan omdat hij ‘moet rukken van zijn moeder’.

De eerste vier delen zijn zeer lezenswaardig, grappig en bovendien erg goed getekend, maar het is soms ook wat gedateerd. Maar wat wil je, na dertig jaar? Gebeld wordt er uitsluitend met een vaste telefoon en veel achterhoedediscussies over vrouwenemancipatie worden belachelijk gemaakt. Maar dat is charmant om te lezen en het lijkt een gouden zet om die delen te bundelen tot een lekker dikke paperback. P.F. Thomése is in het voorwoord ook enthousiast en feliciteert De Jager met zoveel ‘goudeerlijke wansmaak in zulke verfijnde lijnen’. De bundeling is bovendien een afgerond geheel, omdat De Jager na die eerste bundels alleen verder ging, zonder zijn jeugdvriend Wim Stevenhagen. De eerste vier delen van De familie Doorzon zijn minder geschikt om ‘in één ruk’ uit te lezen. De grappen hebben vaak dezelfde opbouw en het ritme begint op een gegeven moment te vervelen. Leg het even weg en keer daarna weer vol frisse moed terug om verder te gniffelen over de disfunctionele familie met de getroubleerde familievader.

Waarom Stevenhagen en De Jager na vier bundels stopten met hun samenwerking legt de laatste haarfijn uit in de autobiografische bundel Door zonder familie. Hij ging er eens goed voor zitten en tekende alle frustraties uit die tijd in een roes (eindelijk!) van zich af. De Jager is dolblij als ‘Fer Gevelfut’ van uitgeverij Espee hem in 1979 belt om te melden dat Nieuwe Revu elke week een aflevering wil plaatsen van De familie Doorzon. Samen met zijn kompaan rekent hij zich rijk, ze gaan vol goede moed aan de slag en veroveren Nederland met hun nieuwe, rauwe humor. Wat ze niet weten is dat Gevelfut (in het echt Ger van Wulften, nu ook weer actief op stripgebied met uitgeverij Xtra) hen in de maling neemt. Pas aan het einde van de bundeling komen De Jager en Stevenhagen na lang puzzelen erachter hoeveel geld ze eigenlijk nog van hem krijgen. En het is nog knap lastig om het terug te krijgen. Bovendien weet Gevelfut een flinke premie op te strijken voor de rechten en de originelen, iets wat het allemaal nog pijnlijker maakt. Ze hadden altijd wel door dat er iets niet klopte. Zo laat Gevelfut vol trots zijn nieuwe Porsche zien aan de medewerkers terwijl hij tegelijkertijd vertelt dat hij geen geld heeft om de royalties uit te betalen.

Het onderwerp ‘commercie’ speelt een grote rol bij Doorzon. Het is een van de populairste strips uit die tijd en grote uitgevers willen eraan verdienen. Dat dat wel eens botst met creatieve geesten wordt duidelijk als Wim Stevenhagen, die wars is van alle commercie, zich verzet tegen de uitgave van een ‘Zelfdodingsgids’, waarin ook pagina’s van Joop Klepzeiker, Theo van Gogh en andere kunstenaars opgenomen zijn. Het boek is al gedrukt, maar Stevenhagen wil Doorzon eruit, omdat hij er geen toestemming voor had gegeven. Dus moet Gevelfut handmatig alle Doorzon-pagina’s uit tienduizend zelfdodingsgidsen halen.

Het zijn vertederende verhalen, over een bijna overspannen tekenaar die zijn deadline niet haalt omdat hij bij de zandbak moet zitten

Na deze actie komt het niet meer goed tussen de jeugdvrienden De Jager en Stevenhagen, die al vanaf de lagere school samen tekenen. Stevenhagen wil helemaal niets van de commerciële klussen weten die De Jager enthousiast binnenhaalt, maar toch wel royalties opstrijken. Stevenhagen: ‘Je lult als een marketingeikel. Wij zijn de artiesten man!’ waarna ze grinnikend toch elkaars grappen afmaken net als vroeger. Maar de kloof tussen de twee wordt te groot en De Jager gaat alleen verder met Doorzon.

Ondertussen is De Jager ook vader en past hij na de scheiding met Kate elk weekend op zijn dochtertje Rinkje in zijn doorzonwoning in Lelystad. Aanvankelijk is hij onhandig, maar al snel heeft hij er toch lol in. Het levert vertederende verhalen op over een bijna overspannen tekenaar, die zijn deadline niet haalt omdat hij bij de zandbak moet zitten of ’s avonds nog aan het afwassen is.

In Door zonder familie komt van alles voorbij wat De Jager heeft gebruikt voor de grappen in Doorzon. Natuurlijk zijn er de nieuwbouwwijken in Lelystad, de onhandige klussers de Biereco’s, gedoe met de buurvrouw et cetera. Het geeft het herlezen van de eerste afleveringen van Doorzon wat diepte en maakt het meer tot een tijdsdocument, waarin ook Herman Brood en Theo van Gogh een bijrol spelen. Net als alles wat de ultraproductieve De Jager maakt leest het allemaal als een trein. Dat komt voornamelijk door de dialogen maar heeft ook te maken met zijn kale, snelle tekenstijl, die in de loop van de tijd almaar verder is uitgekleed. Dat moet ook wel als je zoveel opdrachten en strips tegelijkertijd maakt als De Jager. Als je dan de eerste Doorzon-pagina’s ernaast legt, zie je hoeveel hij heeft geschaafd aan het tekenwerk dat toch herkenbaar is gebleven.

Gerrit de Jager
Door zonder familie
Oog Blik/De Bezige Bij, 256 blz., € 24,95

Gerrit de Jager en Wim Stevenhagen (Prutswerk)
De Familie Doorzon
Oog Blik/De Bezige Bij, 208 blz., € 24,95