Phnom Penh – De Cambodjaanse premier Hun Sen toonde de laatste jaren al weinig sympathie voor de oppositie. Afgelopen week deed hij daar nog een flinke schep bovenop door oppositiepartijen toe te bijten dat zij ‘horen te sterven’ omdat er anders oorlog kan uitbreken. De uitspraak kwam luttele dagen na de parlementsverkiezingen van eind juli die door Hun Sens regerende partij met grote overmacht zijn gewonnen. Cambodja’s verkiezingscommissie spreekt van een groot electoraal succes. In werkelijkheid lijkt het meer op de doodsteek van een democratie die al ver voor de stembusgang zwaargewond was. Meer dan tachtig procent van de stemmen is volgens de verkiezingscommissie namelijk gewonnen door Hun Sen, een autocratische leider die al sinds 1985 aan de macht is. Zijn partij eist alle 125 zetels in het parlement op. Van de negentien andere partijen die meededen zou geen enkele genoeg stemmen hebben gewonnen om ook maar één zetel te bemachtigen. Cambodja verandert daarmee feitelijk in een eenpartijstaat en volgens sommige critici zelfs in een dictatuur.

Verrassend is dat niet. Sinds de vorige verkiezingen, in 2013, is het democratische speelveld in Cambodja steeds kleiner geworden. Nieuwe wetten hebben de vrijheid van meningsuiting ingeperkt, tientallen onafhankelijke media zijn gesloten en vele overheidscritici zijn het land ontvlucht. En tot grote frustratie van miljoenen Cambodjanen werd afgelopen najaar de grootste oppositiepartij, de Cambodia National Rescue Party, door een rechter verboden, omdat die van plan zou zijn de regering omver te werpen. Leider Kem Sokha zit vast wegens ‘landverraad’.

Kem Sokha’s partijgenoten spreken dan ook van een ‘schijnverkiezing’. ‘De democratie in Cambodja is nu vervangen door een onverbloemde dictatuur’, aldus Mu Sochua, een door de wol geverfde oppositieleidster die haar strijd tegen Hun Sen vanuit het buitenland voert. De oppositie staat niet alleen in haar kritiek. De Europese Unie en de Verenigde Staten omschrijven de stembusgang in officiële reacties als oneerlijk en ongeloofwaardig. De westerse grootmachten, die het arme Cambodja sinds de jaren negentig miljarden aan hulpgeld hebben gegeven, dreigen bovendien met sancties als de democratie niet spoedig in ere wordt hersteld.

Hun Sen lijkt daar vooralsnog weinig boodschap aan te hebben. De sterke man van Cambodja voelt zich gesteund door China, een trouwe bondgenoot en de grootste investeerder van het land. Peking vindt namelijk dat de verkiezingen op een ‘beschaafde manier’ hebben plaatsgevonden.