Het vliegveld van Athene bleek bij aankomst vrijwel verlaten. Aangeveegd, opgeruimd en schoon was het een toonbeeld van orde en efficiency. De cultuur van de globalisering was in volle omvang neergestreken. De bekende internationale brands toonden hun fastfood, tassen, juwelen en parfum. Buiten, op weg naar de stad veertig kilometer verderop, was zichtbaar welke investeringen de Olympische Spelen van 2002 hadden nagelaten. De snelwegen en de metro liggen er goed bij en beloven een land met geld. Ook daar was het stil. Af en toe een auto, amper iemand in de metro. Dit is dus wat een economische crisis doet. Ik was niet eerder in Athene geweest, maar kende verhalen van een bomvolle stad, volgepakt met auto’s, mensen en spullen. Dat is nu niet zo. Voortdurend zie je verlaten of dichtgespijkerde panden, lege restaurants en rafelige affiches die een executoriale verkoop aankondigen. Om de haverklap tonen zich verlaten bouwputten en afgezette archeologische locaties waar niemand werkt. Mooie bankgebouwen, type Zuidas, verhipte cafés, overal wifi en design suggereren een moderne economie die er niet is.

Sinds de Griekse minister van Financiën Papaconstantinou in oktober 2009 aan Europa opbiechtte dat zijn voorgangers hadden geknoeid met de statistische gegevens omtrent de Griekse staatsschuld is het land in een vrije val beland. Internationale beleggers en banken – vooral uit Noord-Europa – maakten subiet dat ze wegkwamen, dumpten oude Griekse schulden en weigerden de regering in nood nog vers geld uit te lenen. U kent het vervolg. Europa, benauwd voor besmetting en een tweede kredietcrisis in het eigen bankwezen, kwam met miljarden over de brug en dwong een radicaal bezuinigings- en hervormings­programma af. Vijf jaar later is de Griekse economie met een kwart gekrompen, emigreren de goed opgeleide jongeren massaal (zestig procent jeugdwerkloosheid) en zijn armoede en sociale ontwrichting aan de orde van de dag. De regerende conservatieve Nieuwe Democratie en sociaal-democratische Pasok mogen verwachten dat zij bij nieuwe verkiezingen goeddeels worden weggevaagd ten gunste van protestpartij Syriza en de neofascistische Gouden Dageraad die volgens mediaberichten regelmatig migranten aftuigt. Nog een reden waarom de gordijnen in het onderkomen van de illegale Iraanse mannen die Kaveh Bakhtiari portretteert in L’Escale altijd dicht zijn.

Ik bezocht in Athene collega’s van de Griekse Rekenkamer. De ontvangst was hoffelijk. Ze leven op gehalveerde salarissen, maar hebben tenminste werk en ze willen hun organisatie vernieuwen, om de strijd tegen slecht financieel beheer en corruptie op te voeren. Een grote opgave. Een enkel moment gaven ze iets prijs van de vernedering en ontreddering die ook zij en hun families ervaren. Hun spaarzame ontboezemingen voegen zich in een stroom berichten over wat de Grieken doen om de crisis te overleven. De familie is nog immer een vast anker: de neef die wel geld verdient, deelt uit. Jongeren verlaten de stad om een overwoekerd stuk landbouwgrond van opa opnieuw in gebruik te nemen. Kleine baantjes, krabbelen in de marge, overwinteren op het laatste spaargeld, drie gezinnen onder één dak. Slowfood is populair: oude olijfbomen krijgen een nieuw leven en de olie wordt niet langer met een Italiaans etiket op de Europese markt afgezet, maar via nieuwe, alternatieve kanalen onder eigen label. Velen vallen terug op de informele Griekse economie zonder belastingen en regels. Dat levert een verwarrende combinatie op van kleine illegaliteit en harde corruptie: mannen sjouwen met winkelwagens vol oud ijzer of zitten achter kleedjes op straat met pepermunt en koekjes. Zwartwerkers en illegalen trekken de stad uit om als dagloner een boomgaard leeg te plukken. Kranten klagen ziekenhuizen aan waar artsen onder tafel moeten worden uitbetaald. Menige belastinginspecteur schijnt bereid een hoge aanslag te verdonkeremanen in ruil voor een goed gevulde envelop. De economische elite heeft ondertussen haar vermogen veiliggesteld op banken in fiscaal vriendelijke oorden. Politieke families vechten met elkaar en met Europa en het imf om de laatste macht.

De illegale immigranten van Bakhtiari hebben misschien een ‘voordeel’. Hun was al veel langer duidelijk gemaakt dat ze niets mochten verwachten van de Atheense hel waarin ze leven. Het heden heeft voor hen weinig betekenis. Hun leven draait om het land en de familie die ze verlieten. Eindeloos duurt het wachten op een kansrijk vertrek naar een ander Europees land. Met de crisis zijn de Grieken op hun beurt door hun eigen land verlaten. Het uithoudingsvermogen van de failliete ondernemers, ouderen met gekorte pensioenen, jonge werklozen en ontslagen havenarbeiders wordt langdurig op de proef gesteld. Men verwacht amper iets van de bovenwereld van ministers van Financiën die regelmatig de voortgang van de Griekse economie en staatsfinanciën bespreken. De boodschap is meestal dezelfde: hoewel in Griekenland nergens meer geld voor is, moet er opnieuw extra bezuinigd worden. Niet omdat de overheid heeft stilgezeten: het Griekse overheidstekort is sinds 2010 met een tempo gedaald dat geen land in de wereld ooit heeft geëvenaard. Het is vooral de aanhoudende economische stilstand waardoor de overheid – zelf ook niet in de meest florissante staat – voortdurend inkomsten misloopt.

De uitzichtloosheid van het bestaan van de Iraanse immigranten in Athene zit vooral in de knagende gedachte dat deze mannen in een andere context een productief en succesvol leven zouden kunnen leiden. Dat is ook het beeld dat de Griekse crisis herhaaldelijk oproept: wat een verspilling van menselijk talent.

Terug naar het vliegveld vertelde een slimme en welbespraakte taxichauffeur over zijn eigen overlevingsstrategie. Hij oordeelde hard over de puinhoop die de Grieken en hun politici van hun land hadden gemaakt. Maar het aanhoudende gebrek aan enig perspectief maakte hem razend, op zijn regering, op Angela Merkel, op de trojka Europese Commissie, Europese Centrale Bank en imf. Toen hij hoorde van de reden van mijn aanwezigheid maakte zijn woede plaats voor snijdende hilariteit. ‘No, it’s a joke!’ Heeft Griekenland een rekenkamer dan? Zijn bulderende lach doorbrak de stilte op de snelweg.

Kees Vendrik is lid van het college van de Algemene Rekenkamer