Die tijd blijkt dus voorbij. De VVD vindt dat mensen wel even genoeg in het handje hebben en dat vooral het financieringstekort omlaag moet, en daarmee de staatsschuld. Dat is een degelijk standpunt. Curieuzer is echter de ommezwaai van de sociaal-democraten. De PvdA, en vooral minister Melkert, heeft ontdekt dat belastingen en premies de arbeidskosten hoog maken. Dus, simpel, moeten de belastingen en premies omlaag. Eigenlijk, dat weet Melkert ook, levert alleen het verlagen van de arbeidskosten voor laaggeschoolde arbeid werkgelegenheid op: dat zijn de banen (eenvoudige, arbeidsintensieve dienstverlening) waarbij de arbeidskosten de doorslag geven om iemand wel of niet in dienst te nemen. Het was nota bene Melkert zelf die daarom pakweg anderhalf jaar geleden suggereerde de lasten te verschuiven: de belasting en premies minder op laagbetaalde arbeid laten drukken en meer op de hogere en middeninkomens. Het CPB heeft berekend dat dat erg goed is voor de werkgelegenheid, aangezien wat hogere lasten voor de midden- en hoge inkomens niet ten koste gaan van de werkgelegenheid. Het mooie van verschuiven is dat de overheid per saldo evenveel geld binnen krijgt om zaken als spoorlijnen en sociale zekerheid te financieren. Maar de VVD zag het natuurlijk niet zitten, en dus pleit de PvdA nu maar voor algehele lastenverlichting. En ze vindt daarbij, hoe kan het ook anders, werkgeversvoorzitter Rinnooy Kan aan haar zijde.
Hoe zat dat ook alweer met particuliere rijkdom versus publieke armoede? Scholen die moeten bezuinigen en woonwijken die niet worden gerenoveerd omdat er geen geld voor is, omdat de belastingen zo nodig omlaag moeten. Opdat werknemers wat extra spaargeld op de bank kunnen zetten (dat is namelijk wat Nederlanders doen met extra geld, of ze vliegen ermee naar verre oorden, hetgeen de Nederlandse economie ook weinig oplevert) en werkgevers extra kunnen investeren in arbeidsbesparende technologie.
Belastingverlaging betekent minder publieke voorzieningen, premieverlaging betekent minder sociale zekerheid. Ofte wel: de uitkeringsgerechtigden betalen de hogere netto inkomens van de werkenden. Ai, wat klinkt het archaisch om dat zo te zeggen. Maar het is wel waar. Zoals Arie Groeneveldt volkomen gelijk had toen hij onlangs, tijdens een discussie over de verzorgingsstaat, pleitte voor een hogere belasting op vermogenstoename. De vermogensaanwasdeling opnieuw op de agenda! Maar getuige het gegeneerde gegrinnik in de toch uiterst progressieve zaal is de tijd nog net niet rijp.