In Moskou bleek de geschiedenis al geschreven voordat ze zich voltrokken had. ‘Zonder ook maar een woord te overdrijven: Vladimir Poetin heeft de historische verantwoordelijkheid genomen om de Oekraïense kwestie niet aan volgende generaties over te laten’, verkondigde de website van nieuwszender RIA Novosti op 28 februari. De auteur van het artikel, een politiek commentator genaamd Petr Akopov, concludeerde dat ‘Oekraïne is teruggekeerd naar Rusland’.

De webredactie van RIA Novosti was te haastig geweest. Het artikel verscheen even online, en werd vrijwel direct weer ingetrokken. Er was precies genoeg tijd voor internetgebruikers om de tekst op te slaan en te verspreiden, als bewijs voor welke gedachten er achter de Russische aanval op Oekraïne zitten. De oorlog werd beschreven in termen van bloed en bodem. Poetin, zo verkondigde RIA Novosti, had ervoor gezorgd dat Rusland zich niet langer hoefde te schikken naar ‘het bestaan van twee staten voor één volk’. De toekomst die Poetin met geweld probeert af te dwingen werd als een alternatieve werkelijkheid over het heden getrokken.

Akopov gooide er een schepje triomfalisme bovenop. ‘Dachten de inwoners van de oude Europese hoofdsteden als Parijs en Berlijn nu serieus dat Moskou Kiev zou opgeven?’ Het Westen had zich volgens Akopov lelijk vergist en inname van Oekraïne had niet minder dan ‘een nieuwe wereldorde geschapen’ waarin Ruslands ‘ideologie en socio-economisch systeem’ zegevierde.

De Russische propagandamachine kwam ook met het soort geschiedkundige spinsels waarmee in de vorige eeuw annexaties en oorlogen op Europees grondgebied zijn gestart. Rusland had zijn ‘historische eenheid hersteld’. Niet langer hoefde Rusland ‘de nationale vernedering’ te voelen dat het ‘een deel van zijn fundament (dat van Kiev) had verloren’. Terwijl het Westen de opmaat naar de inval in Oekraïne vooral door een geostrategische bril bekeek (‘Wat zijn Poetins afwegingen? Blijft het bij de Donbas? Kan er een bufferzone in Oekraïne komen?) zat het Kremlin op een veel duisterder spoor, dat eigenlijk maar één mogelijk eindstation kent. Poetin onderstreepte het nog eens op 3 maart. ‘Als ze zich blijven verzetten, zal Oekraïne ophouden te bestaan als staat’, waarschuwde hij.

De woorden ‘Oekraïense kwestie’ in het premature bericht van RIA Novosti waren niet toevallig gekozen. Bij een ‘kwestie’ wordt een ‘oplossing’ bedacht, en de vorige eeuw leert wat dat betekent. Ook nu ontspruit het aan de geest van een geobsedeerde autoritaire leider. Poetin bood een keuze die hoe dan ook neerkomt op het einde van Oekraïne: onderwerping of vernietiging. Het enige waar het Kremlin geen rekening mee had gehouden is dat het onderwerp van de ‘Oekraïense kwestie’ bereid zou zijn tot de laatste man en vrouw te vechten voor een andere afloop.

De aanname dat een kanaal als RIA Novosti precies verwoordt wat Poetin zelf denkt is een veilige. Op 12 juli 2021 verscheen er op de website van het Kremlin een artikel, geschreven – zo nemen de meeste Rusland-experts aan – door Poetin zelf, met de titel Over de historische eenheid van Russen en Oekraïners. Veel aandacht kreeg het document aanvankelijk niet, anders dan dat de Oekraïense president Volodimir Zelenksi grapte dat zijn Russische tegenhanger blijkbaar erg weinig omhanden had. Poetins tekst bedroeg meer dan vijfduizend woorden en bevatte een zorgvuldig gekozen mix van geschiedkundige kunstgrepen, beschouwingen over cultuur en beschaving en woordkeuzes om de conclusie te kunnen trekken dat een aanval op Oekraïne niet alleen gerechtvaardigd is, maar zelfs noodzakelijk voor Ruslands voortbestaan.

Poetin viel met de deur in huis. ‘Okraina’ is een oud-Russisch woord voor ‘periferie’, stelde de Russische president (het antwoord op de vraag ‘periferie van wat?’ volgde daar vanzelf uit). ‘Het woord “Oekraïens”, afgaande op archiefdocumenten, verwijst naar grenswachten die buitengrenzen bewaken’, vervolgde Poetin. Oekraïne dat banden met het Westen aangaat, in deze lezing, maakt Rusland kwetsbaar. Vanwege historische redenen delen Oekraïners ‘een culturele en spirituele ruimte’ met Rusland, concludeert Poetin, en via kronkelwegen door de geschiedenis komt hij uit in het heden waarin Oekraïne gescheiden is van haar ‘historische moederland’. Oekraïners zijn volgens hem gehersenspoeld om te gaan geloven dat Rusland hun vijand is.

De woorden ‘Oekraïense kwestie’ waren niet toevallig gekozen. Bij een ‘kwestie’ wordt een ‘oplossing’ bedacht, en de vorige eeuw leert wat dat betekent

Het ontstaan van een ‘etnisch puur Oekraïense staat die agressief is jegens Rusland is vergelijkbaar met het gebruik van massavernietigingswapens tegen ons’, concludeert Poetin. Wat hem betreft is de atoomoorlog al begonnen. Dat Poetins tekst bedoeld was als een oorlogsverklaring bleek toen kopieën werden uitgedeeld aan Russische militairen die werden klaargezet aan de grens met Oekraïne. Uiteindelijk bleek de meest evidente strategie om Poetin te begrijpen de beste: niet uitgaan van een rookgordijn of leunen op de luie overtuiging dat woorden enkel woorden zijn, maar wat hij zegt gewoon letterlijk nemen.

Dat de Russische president meent wat hij zegt en schrijft is ook af te lezen aan meer prozaïsche voorbeelden. Poetin zei in zijn essay de archieven in te zijn geweest, en veel Kremlin-observanten gaan er vanuit dat hij in de coronaperiode van afstand en afzondering inderdaad de boeken in is gedoken. Obscure teksten en oude landkaarten hebben in de afgelopen tijd de plaats ingenomen van de leidraad die Poetin eerder volgde: die van adviseurs, generaals en een zakelijke elite. Dit was een verklaring waarom de kans op een aanval op Oekraïne werd onderschat, concludeerde Ben Judah, auteur van Fragile Empire: How Russia Fell In and Out of Love with Vladimir Putin, in een artikel dat verscheen op Slate.

De aanname was dat Poetin zijn beslissingen niet alleen nam. Andere ‘rationele actoren’ zouden tegenwicht bieden, mocht er een zelfdestructieve daad overwogen worden. ‘De wereld beseft nu pas dat het Poetin-regime eigenlijk enkel Vladimir Poetin is’, schreef Judah. ‘En hij lijkt zich geen zorgen te maken over wat oorlog betekent voor Ruslands rijken, laat staan voor de massa.’ Als Judah’s aanname klopt – en hij is zeker niet de enige die een nieuwe, naar binnen gerichte fase in Poetins bewind heeft vastgesteld – is het des te belangrijker om te beseffen wat er in Poetins hoofd omgaat. Nagaan aan welke ideeën de man aan de top van de Russische machtspiramide zich laaft, is geen bijzaak.

Een van de vorsers van Poetins intellectuele bronnen is Michel Eltchaninoff, de hoofdredacteur van het Franse tijdschrift Philosophie en auteur van Dans la tête de Vladimir Poutine, een boek dat voor het eerst verscheen in 2015 en later is bijgewerkt. Volgens Eltchaninoff heeft Poetin een fascinatie voor Lev Goemiljov, een denker die Russen zag als incarnatie van de steppevolkeren die in de loop van de eeuwen over Aziatische en Europese grondgebieden trokken. Goemiljov werd veertien jaar gevangen gehouden in de Goelag en groeide in de laatste jaren van de Sovjet-Unie uit tot een cultfilosoof die etnografie, geschiedkunde en esoterie door elkaar mengde. Hij geloofde dat Russen een superieure kracht bezaten die hij bestempelde als ‘passionarnost’, een innerlijke drijfveer en dadendrang die zou ontbreken in het Westen.

Goemiljov was een pleitbezorger van een zogenaamde ‘Euraziatische’ beschaving die zich uitstrekt over twee continenten, met Rusland als kloppend hart. Ook geloofde hij in ‘etnogenese’, het idee dat de mensheid kan worden ingedeeld in verschillende volken gevormd door geografische en sociale omstandigheden. Goemiljov wijdde vele artikelen aan Oekraïne, dat volgens hem een onderdeel vormde van dezelfde ‘superetnos’ als Rusland. Hij gooide er nog een term tegenaan, ‘komplimentarnost’, een situatie waarin twee volken bij elkaar horen zoals broers of zussen: deels hetzelfde en deels verschillend, maar met dezelfde stamouders. Volgens Goemiljov zou Oekraïne altijd het best af zijn als onderdeel van Rusland. Poetins misplaatste overtuiging dat hij in Oekraïne als bevrijder zou worden binnengehaald is gestoeld op hetzelfde idee.

‘Wie in de jaren 2010 in Rusland sprak over Eurazïe verwees naar twee denkstromen: de corruptie van het Westen en joden als het kwaad’

Goemiljov overleed in 1992, niet te laat om direct van invloed te zijn op een nieuwe Russische politieke elite waar Poetin onderdeel van was. Goemiljovs ideeën doken voor het eerst op in een toespraak van Poetin uit 2012. Sindsdien verwijst de Russische leider regelmatig naar de denker die geloofde dat Russen de erfgenamen zijn van een nomadisch krijgersvolk. Een jaar geleden nog, in een toespraak waarin Poetin aankondigde de Donbas ‘nooit te zullen loslaten’, zei hij te ‘geloven in passionarnost’. Volgens Poetin was Rusland daarmee ‘op weg naar zijn hoogtepunt’. In diezelfde speech noemde Poetin Rusland een ‘betrekkelijk jonge natie’ met een ‘oneindige genetische code’, dit in tegenstelling tot ‘andere, rap verouderende naties’. Een psycholoog zou hierin wellicht een poging zien om de angst voor verval en dood te bezweren. In ieder geval onderstreepte Poetin, met een hoofdknik naar Goemiljov, het basale geloofsartikel van Ruslands post-sovjet-nationalisme: dat het Westen wegkwijnt en dat de toekomst aan een vitaal Rusland is.

Dit voedde bij Poetin de overtuiging dat een felle tegenreactie zou uitblijven bij een inval in Oekraïne. ‘De grote aanname van de Russische leiders is dat het Westen in verval is’, aldus Vladimir Gel’man, een politiek wetenschapper verbonden aan European University in Sint-Petersburg en auteur van Authoritarian Russia: Analyzing Post-Soviet Regime Changes. ‘Trump, Brexit en de aftocht uit Afghanistan zijn allemaal geïnterpreteerd als tekenen van zwakte. Bovendien merkte Poetin dat hij zonder al te veel gevolgen de Krim kon annexeren. Dit verklaart mede waarom Poetin tot deze nieuwe aanval besloot.’

President Vladimir Poetin (links) luistert terwijl de Russische secretaris van de Veiligheidsraad Nikolai Patrushev (3e links) spreekt tijdens een vergadering met leden van Ruslands Veiligheidsraad in het Kremlin in Moskou, 21 februari © Alexei Nikolsky / KREMLIN POOL / SPUTNIK / EPA / ANP

Goemiljovs geloof in een grote Euraziatische beschaving, anders dan een decadent Westen gedreven door passionarnost, bijeengehouden door komplimentarnost, werd in de jaren negentig omarmd door Russische extreem-rechtse denkers, in het bijzonder door Alexander Doegin, auteur, ideoloog en oprichter van een Russische politieke partij die opriep tot ‘fascisme, grenzeloos en rood’. Dat laatste was een oproep tot een specifiek Russische variant van de Europese doctrine gebaseerd op raciale superioriteit en geweld. Net als Goemiljov schreef Doegin ingewikkelde boeken, eerst onder de pennaam Sievers – naar het nazi-kopstuk Wolfram Sievers – waarin een strijd tussen beschavingen uiteen werd gezet. Het waren anti-westerse traktaten, doorspekt van antisemitisme: het Westen, en de Verenigde Staten in het bijzonder, geldt als kwade macht die hangt aan de touwtjes van een joods wereldcomplot.

‘Wie in de jaren 2010 in Rusland sprak over Eurazië verwees naar twee verschillende, maar overlappende denkstromen: over de corruptie van het Westen en joden als het kwaad’, concludeert de historicus Timothy Snyder in De weg naar onvrijheid: Rusland, Europa, Amerika, waarin hij onder meer de lijn Goemiljov-Doegin-Poetin onderzoekt. Doegins geschriften staan bol van haat tegen de Europese Unie, waar wet en recht in plaats van een machtige leider de uitgangspunten zijn. Eurazië is voor hem de grote tegenhanger van het legalistische Westen, Oekraïne de plek waar de strijd tussen de twee moet worden uitgevochten.

Doegin heeft altijd ontkend het oor van het Kremlin te hebben, maar hij is regelmatig gesignaleerd in het gezelschap van Ruslands invloedrijke financiers die in verband zijn gebracht met de Russische militaire inmenging in Oekraïne. Hij is oprichter van de Izborsk-club, een extreem-rechtse denktank die Russisch imperialisme bepleit en waar verschillende Poetin-adviseurs lid van zijn. Ruslands daden komen bovendien bijzonder vaak overeen met zijn woorden. Al in 2009 voorspelde hij een ‘strijd om de Krim en Oost-Oekraïne’. Doegin wist precies hoe de vlag van de zelfverklaarde volksrepubliek Donetsk eruit zou komen te zien, nog voordat die werd uitgeroepen. In 2014, terwijl Russische militairen oostelijk Oekraïne binnengingen, verspreidde Doegin een verzonnen verhaal over Oekraïense soldaten als kindermoordenaars – een typisch voorbeeld van de propagandaoorlog om het idee te smeren dat Russen in de Donbas beschermd moeten worden. Ook de huidige aanval op Oekraïne moet voor Doegin geen verrassing zijn. ‘2022 wordt het jaar waarin het Oekraïense conflict waarschijnlijk via een oorlog wordt opgelost’, sprak hij eind vorig jaar op de radiozender Komomsol Pravda.

In de troebele ideeënstroom waar Poetin zijn ideologie uit destilleert, duikt ook steeds de naam op van Ivan Iljin, een sovjetbanneling die in de nasleep van de Tweede Wereldoorlog een specifiek Russische variant van het fascisme bedacht. ‘De hoffilosoof van het Kremlin’, zo omschrijft Timothy Snyder Iljin in De weg naar onvrijheid. Met die benaming is een historische cirkel rond. Iljin werd geboren in 1883, als zoon van een adellijke Moskouse familie. Hij groeide op binnen de muren van het Kremlin waar zijn vader en grootvader in dienst van de tsaar werkten. Gedurende zijn leven ontwikkelde Iljin een theorie waarin geloof en politieke almacht samensmolten. Beide vereisten overgave, vond Iljin, en Rusland met zijn orthodoxe traditie was bij uitstek geschikt voor dat totalitaire model. Niet wetten en regels moesten leidend zijn, maar de wil van de leider, nauw verbonden met de kerk.

Met zijn religieuze insteek was een denker als Iljin niet welkom in communistisch Rusland. Hij werd uitgezet in 1922. Aan zijn verbanning hield Iljin de overtuiging over dat de machtsovername door de communisten het onvermijdelijke gevolg was van de spirituele en politieke zwakte van zijn land. Ook was Iljin een antisemiet die meende dat Rusland het slachtoffer was geworden van een ‘judeobolsjewistisch complot’. Op drift in het Europa van het interbellum projecteerde hij zijn idealen eerst op Mussolini en later op Hitler, totdat Duitsland Rusland de oorlog verklaarde. Verlossing in een verdorven wereld zou volgens Iljin uiteindelijk komen door toedoen van Rusland, het land waar ‘een nationale dictator’ zou opstaan die zou zorgen voor ‘nieuwe wegen, een nieuwe geest en nieuwe grote ideeën’.

Iljin stierf in 1954 in Zwitserland en was nagenoeg vergeten tot aan zijn herbegrafenis in 2005 in het Donskoj-klooster in Moskou. Poetin woonde de ceremonie bij, in het bijzijn van orthodoxe geestelijken. Alle regionale Russische gouverneurs en hoge bureaucraten in Rusland kregen kort daarna Iljins voornaamste werk cadeau, een boek getiteld Onze taken, gevuld met uiteenzettingen over een vijandig Westen dat er permanent op uit zou zijn Rusland in stukken te breken.

Het doet er voor Poetin niet toe dat hij de geschiedenis verdraait, net zo min als het er voor hem toe doet dat Oekraïners niet ‘bevrijd’ willen worden

Hiermee begon een Iljin-opleving in Rusland. Zijn archief werd overgebracht naar Moskou vanuit de Verenigde Staten en het Kremlin liet films maken over zijn leven en werk. In verschillende toespraken heeft Poetin naar Iljin verwezen, vaak met een citaat uit Onze taken: ‘Het is bekend dat de westerse naties de Russische identiteit niet begrijpen en niet dulden. Ze zullen de Russische “bezem” in losse twijgjes opdelen, de twijgjes in stukken breken en aansteken met het uitdovende licht van hun beschaving.’

‘Iljins werken hebben de Russische elite geholpen om Oekraïne, Europa en de Verenigde Staten af te schilderen als een existentiële bedreiging’, concludeerde Timothy Snyder in een uitgebreid essay over Iljin dat verscheen in The New York Review of Books.

Iljin komt in zijn geschriften steeds uit op geweld als een daad van zuivering. ‘Mijn gebed is als een zwaard, en mijn zwaard is als een gebed’, was een motto dat hij formuleerde in 1927. Deze verwoording – die dicht in de buurt komt van een orthodoxe variant op de jihad – is niet enkel een echo uit het verleden. ‘Ik blijf Iljin lezen, ik heb zijn boeken op mijn plank staan’, sprak Poetin toen hem afgelopen zomer tijdens een conferentie werd gevraagd welke denkers voor hem leidend waren. Het is dan ook via Iljin dat je greep kunt krijgen op de meest vervreemdende beweringen die momenteel uit het Kremlin komen: dat in Oekraïne, het land met een joodse president, de fascisten aan de macht zijn en Poetin het land wil ‘denazificeren’. Het is een klassiek geval van omkering: de eigen kenmerken wegpoetsen door ze een ander aan te wrijven.

In Iljins leer is Rusland, het land van het ware geloof, altijd onschuldig, en het kwaad – waar het woord fascisme sinds de Tweede Wereldoorlog universeel naar verwijst – dat zijn per definitie de anderen. Volgens deze politieke theologie wordt iedere Russische daad van agressie een goddelijke deugd en iedere inval een bevrijding. Het doet er voor Poetin niet toe dat hij de geschiedenis verdraait, net zo min als het er voor hem toe doet dat Oekraïners niet ‘bevrijd’ willen worden. Het gaat om de ‘historische taak’ die de leider voor zichzelf heeft geformuleerd. ‘Politiek is de kunst van het aanwijzen van de vijand en die vervolgens neutraliseren’, concludeerde Iljin. Poetin handelt naar die maxime.

Ook Ruslands minister van Buitenlandse Zaken Sergej Lavrov zegt inspiratie te halen uit Iljin. Hij haalde de filosoof aan in een toespraak waarin hij stelde dat de macht van Rusland af te lezen zou zijn aan de ‘bereidheid van de Russische bevolking en haar leiders om een grote historische taak op zich te nemen’. Dat was in 2012. De oorlog tegen Oekraïne als onafhankelijke democratie is de invulling gebleken van die abstracte woorden. Lavrov, lange tijd gezien als een redelijke stem waar westerse leiders aansluiting bij konden vinden, heeft zich in de afgelopen tijd getoond als de zeloot die Iljin ook was.

Afgelopen zomer hield Lavrov een toespraak waarin hij sprak over de Oekraïens-orthodoxe kerk, die zich in 2018 na vier eeuwen van verbintenis afscheidde van het patriarchaat in Moskou. ‘Een historische travestie’ en ‘totaal illegitiem’, donderde Lavrov. In de opmaat naar de huidige oorlog verkondigde Lavrov dat ‘Slavische mensen, orthodoxen, alles wat Russisch is wordt aangevallen in Oekraïne’. Het is een signaal dat het Kremlin een kruistocht is begonnen, letterlijk, met orthodoxe kruizen op de tanks, priesters in Moskou die de strijd aanmoedigen en de overtuiging dat heilige grond terugveroverd moet worden. Dit maakt het potentieel voor Russische (zelf)destructie oneindig – de kruisvaarder kent geen compromis en is bereid te sneuvelen in zijn strijd. ‘We gaan door tot het einde’, sprak Sergej Lavrov afgelopen week.

In hun kruistocht kunnen Ruslands leiders daarbij putten uit de extreem-rechtse onderstroom in post-sovjet-Rusland. Iljin zette Oekraïne altijd tussen aanhalingstekens omdat het volgens hem niet bestond. In navolging van Iljin wilde ook Alexander Doegin niet over Oekraïne spreken. Hij fabriceerde kaarten met een opgebroken Oekraïne, waarin de oostelijke delen werden aangemerkt als ‘novorossiya’, nieuw-Rusland, een achttiende-eeuwse term waarmee het gebied boven de Zwarte Zee werd aangeduid. Poetin nam de term over in zijn uitweidingen over waarom Oekraïne aan Rusland zou toebehoren.

Zonder Oekraïne ook geen Euraziatische beschaving met Rusland als kern, meende Doegin, die in een open brief in 2014 stelde dat ‘Oekraïne was opgehouden te bestaan’. Dat was na de annexatie van de Krim, een daad die Poetin rechtvaardigde met omkeringen zoals Iljin die uitventte: Rusland wordt bedreigd, dus moet aanvallen. ‘We worden constant in de hoek gedrukt, omdat we voor onszelf opkomen’, sprak Poetin in 2014. Met die gedachte voert Rusland sindsdien een oorlog waarvan Poetin afgelopen week nog eens het doel verwoordde. ‘We zullen dit anti-Rusland, gecreëerd door het Westen, vernietigen.’

En dat is waar het Poetin om gaat. Toen Oekraïne een pad koos dat wegleidde van Ruslands model – collectieve onderwerping aan de wil van de leider – richting het Europese model van pluralisme, rechtsstaat en een gekozen overheid – met bovendien een eigen kerk, los van Moskou – zag Poetin dat als een aantasting van waar hij ten diepste in geloofde. ‘Iljins christelijke totalitarisme, Goemiljovs Eurazianisme en Doegins Euraziatische nazisme’, zo vat Timothy Snyder de fundamenten van Poetins ideologie samen. Poetins oorlog, zo maken de vastgelopen konvooien en economische isolatie van Rusland duidelijk, werd nooit gedreven door tactische overwegingen. Oekraïne wordt kapotgeschoten vanwege de ideeën die zich hebben genesteld in het brein van een dictator en zijn kliek. Die ideeën staan een onafhankelijke Oekraïense staat en een volk dat zich Oekraïners noemt niet toe. Het resultaat is een vernietigingsmissie, die zich voor de ogen van de wereld voltrekt.