
Al jaren worstelen critici om de films van Marvel Studios te duiden. De vraag is of deze invloedrijke films – in totaal negentien – over superhelden zoals Iron Man, Hulk, Thor, Spider-Man en vele anderen meer dan vluchtig vermaak bieden. Aan de orde is, specifieker, de aard van dit soort cinema: wat zien we precies? De nieuwste inschrijving, Avengers: Infinity War, biedt de duidelijkste clou tot nog toe, die er eigenlijk altijd al was, levensgroot aan het begin van elke film: het logo van Marvel. Want dit zijn comic book-films. En de toeschouwer wordt in eerste instantie geacht te lezen – de stripverhalen, maar óók de films.
Comics zijn geen ‘strips’. Anders dan het Europese stripboek wordt de Amerikaanse comic op goedkoop papier gedrukt en verschijnt die vaker, soms zelfs wekelijks, steeds meer in elektronische edities voor het lezen op een smartphone of computer. En het grootste verschil: comics zijn vele malen ingewikkelder wat betreft karakterontwikkeling, thema en setting. Dat geldt voor Marvel, maar ook voor de grote rivaal, DC Comics, die de verhalen van Superman, Batman en de rest publiceert.
Deze complexiteit is vanaf het eerste moment te zien in Avengers: Infinity War. Het verhaal begint ergens in het midden: Thor en Loki strijden tegen Thanos en zijn omringd door helpers, duistere wezens die zichzelf The Black Order noemen. Inzet zijn de ‘kristallen der oneindigheid’ die de bezitter ervan onbeschrijfelijke krachten schenken. Aangezien de goddelijke booswicht Thanos de stenen wil, moeten ‘Earth’s Mightiest Heroes’, zoals de wrekers uit de titel heten, ingrijpen, en volgen gevechten zoals die aan het begin van de film. De beginscène correspondeert qua vormgeving volledig met een splash page, dikwijls pagina’s twee en drie in een comic, bedoeld als voortzetting van een verhaal dat zich over decennia heen uitstrekt (Thanos maakte al in 1973 zijn opwachting). Zo’n epische scène aan het begin is erop gericht de lezer in één keer het verhaal in te trekken. Ook het einde is in een comic constant in beweging: nooit wordt iets afgesloten, maar altijd is er de belofte van een vervolg (volgende week moet je immers weer naar de comics-winkel). Deze narratieve dynamiek zien we terug in de film: na de spannende eindstrijd tussen de Avengers en Thanos gebeuren er schokkende dingen die pas in het vervolg verder zullen worden uitgewerkt.
In het licht hiervan is het niet verwonderlijk dat critici schrijven dat Avengers: Infinity War nauwelijks ‘een film’ is. Richard Brody verzucht bijvoorbeeld in The New Yorker dat het werk misschien de eerste film ooit is die dient als reclame voor het zwelgkijken naar de andere films in de serie. Inderdaad, maar dat is iets goeds. Het bijzondere is dat de regisseurs Joe en Anthony Russo geen enkele sympathie met luie kijkers hebben. De broers gaan ervan uit dat we op z’n minst de andere films hebben gezien. En voor de echte lezers, die de hele comics-geschiedenis van de betrokken helden en schurken in alle verschillende tijdlijnen in de vingers hebben, biedt de film nóg meer uitdaging. Wat is Thanos’ plan precies? Wat gaat er in Hulk om, is hij soms verliefd? Ten slotte, Avengers: Infinity War is simpelweg beeldschoon om te zien. Je kunt de verse inkt haast ruiken.
Nu te zien