Een toespeling op de door Meulenhoff in de jaren tachtig uitgebrachte reeks Schrijvers van het andere Europa? Daarin verscheen een reader, Polen: Verhalen van deze tijd. Zes van de negen Poolse verhalen die Grunberg in zijn bundel heeft opgenomen, kwamen uit dat boek. Maar vertaler Karol Lesman had die keuze zelf gemaakt en uitvoerig toegelicht met de bedoeling lezers in een nagenoeg onbekend taalgebied wegwijs te maken. Grunberg vermeldt niet eens welke vertalingen van de gekozen auteurs voorhanden zijn.

Het andere Europa van voor 1989 is nu het nieuwe Europa, zoals Rumsfeld het noemde. Grunbergs keuze blijft geografisch beperkt tot negen auteurs uit Polen, acht uit Tsjechië, zeven uit Hongarije, drie uit Estland en één uit Roemenië; bijna allemaal auteurs die in de jaren veertig en vijftig zijn gaan publiceren. Belangrijke Servo-Kroatische schrijvers ontbreken (Krleza, Kis); de hele Balkan doet niet mee. Grunberg heeft Bruno Schulz wel uit het magazijn gelicht, terecht want Schulz is een groot schrijver, zij het van een oudere generatie, waartoe ook Gombrowicz en Witkiewicz behoren. Maar dan gaat het om een literaire generatie die in Centraal-Europa de zwanenzang van het Oostenrijks-Hongaarse keizerrijk gezongen heeft en niet om schrijvers van het nieuwe Oost-Europa.

Het eerste zinnetje van Grunbergs inleiding is overdreven, maar wel waar: «Van alle bloemlezingen is dit de merkwaardigste.» Bescheiden relativeert hij zijn deskundigheid omdat hij alles mist wat nodig is om uit een mengelmoes van talen, literaire richtingen, generaties, politieke kleuringen en verschillen in ervaringen (met politieke systemen en kampen) een keuze te maken. Wie heeft hem dit aangedaan? Waarom nam hij het aan? De inleiding bestaat voor eenderde uit gedraai om de hete brij: waarom Grunberg zonodig dit boek moest samenstellen? Om het een en ander te redden, zegt hij, om vervolgens in zes pagina’s een recordpoging fraseologie te doen. Deze verhalen illustreren «het wanhopige besef dat deze wereld nu net bestaat uit verslinders en verslondenen». En dan een resem platitudes over «de» mens. Grunberg las uit bestaande vertalingen wat in zijn kraam te pas kwam. De titel is de conclusie: «De angst overwint alles, maar de schaamte blijft lang nadat de angst is vertrokken.» Een zin om lang over na te denken.