Het einde der tijden, laat dat maar aan Trent Reznor over. Maar op Year Zero is het niet Reznor zelf die ten onder gaat, het is de wereld.
Reznor is niet van het halve werk, dus is zijn nieuwe album een groots opgezette conceptplaat, die zich afspeelt in een toekomst waarin de Verenigde Staten een dictatuur zijn. Het is een concept waarin hij zich heeft kunnen uitleven, en dan niet alleen op het album zelf: daar ging een intensieve campagne aan vooraf, waarin onder meer de aanvangstijden van zijn optredens, zorgvuldig ‘kwijtgeraakte’ usb-sticks en tourshirts waarop sommige letters in het donker oplichtten en andere niet een rol speelden. De campagne deed in het spelen met fictie en werkelijkheid nog het meest denken aan die van de lowbudget-horrorhit The Blair Witch Project, maar de opwinding sijpelde toch nauwelijks door naar de wereld buiten die van Nine Inch Nails-fans en marketingliefhebbers.
Reznors conceptuele aanpak heeft hem een kans gegeven om zich in te leven in verschillende karakters en standpunten, al blijkt hij zo stijlvast dat de uitwerking daarvan vooral veel varianten op Trent Reznor oplevert.
Na een loodzware en overstuurde openingsouverture gaat het album sterk van start met het pakkende The Beginning of the End en een van de beste nummers die Trent Reznor de laatste jaren schreef, het gejaagde Survivalism, met woordkunstenaar Saul Williams op achtergrondvocalen. Het nummer smeekt bijna om harde drums die het afmaken, maar het blijft stug drijven op monotone, bijna onderkoelde beats die weigeren te beuken. Ook in muzikaal opzicht is de toon gezet: op Year Zero trekt Reznor de rockkoers niet verder door, maar drenkt hij zijn composities juist dieper dan de laatste jaren in elektronica. Regelmatig kleedt hij de nummers genadeloos uit en bouwt hij het tempo af. Dat maakt van Year Zero een minder hapklare, maar beduidend spannendere plaat dan de voorganger With Teeth, die hem verschillende Amerikaanse toptienhits opleverde, maar voor het eerst duidelijk maakte dat ook de muziek van Nine Inch Nails een cruise control kent.
Tijdens de zowel muzikaal als visueel overdonderende optredens die Nine Inch Nails onlangs in Nederland gaf, bleek de band nog steeds meesterlijk in het afwisselen van opgefokte rock, kille industrial en ijzingwekkende pianonummers. De lange, sfeervolle soundscapes waarmee de band bij de vorige tournee indruk maakte, had Reznor deze keer tamelijk rigoureus weggesneden: nu ging hij voor het tempo en de adrenaline. Op Year Zero kiest hij opnieuw, zonder veel concessies aan die keuze: pas op het einde een piano, en nauwelijks gedroomde rocksingles, maar veeleer het geluid van een album dat met knip- en plakfuncties tot stand is gekomen, en waarbij hij met veel plezier heeft gewerkt aan het inkleuren daarvan. Dat levert fantastische nummers op als Capital G en My Violent Heart, waarbij de gruizige stem van Reznor en zijn teksten vol zelfhaat en ontgoocheling (‘I used to stand for something/ Now I’m on my hands and knees’) andermaal blijken te gloriëren in een kille en grimmige omgeving.
Op zo’n driekwart van het album heeft Reznor zijn punt wel gemaakt, zijn indruk achtergelaten, die wereld van straks geschetst en zijn belangrijkste muzikale troeven uitgespeeld. Vanaf dat moment sijpelt de spanning weg en gaat Year Zero wat trekken. Reznors slokakkoord ontbeert iedere hoop, en klinkt daardoor curieus genoeg uit zijn mond prettig vertrouwd: ‘Shame on us/ Doomed from the start.’
Nine Inch Nails, Year Zero (Universal)