Was u ook zo eenzaam tijdens het EK? Had u ook het gevoel dat u geen enkele emotie met een van de andere inwoners van uw stad deelde, dat u niet wist waar de andere Nederlanders mee bezig waren? Deze week sprak de Amerikaanse politicoloog Robert Putnam weer voor een overvolle zaal in Amsterdam. De man is over de hele wereld ongelooflijk beroemd door zijn stelling dat we minder sociaal zijn dan vroeger.
U snapt zijn betoog intuïtief: ooit sportten we samen, kaartten we samen, aten we samen – tegenwoordig doen we dat alleen. Werk, televisie en internet maken dat we steeds meer tijd alleen doorbrengen en toenemende diversiteit (door verschil in kleur, geloof, seksuele geaardheid) maakt dat we andere mensen steeds minder herkennen als gelijken. Dus doen we minder dingen samen. Joggen in plaats van voetballen, internetpoker in plaats van bridge, magnetronmaaltijd voor de tv in plaats van familiediner. Vandaar dat de moderne mens zich ongelukkig voelt en dat mensen elkaar niet meer vertrouwen. Want geluk en vertrouwen ontspringen waar mensen dingen samen doen. Laat mensen veel dingen samen doen, actief zijn in de buurt, op het werk en op de school van hun kinderen – dan zal het vertrouwen in de maatschappij weer stijgen.
Met dit verhaal loopt Robert Putnam al een jaar of tien regeringsdeuren plat. Kok, Blair, Clinton en ook Wouter Bos waren of zijn dol op de Al Gore van het vertrouwen. Putnams pleidooi lijkt dan ook het perfecte advies voor gematigd links: investeren in de civil society. De overheid doet wat, maar de burgers doen ook wat zelf. Je laat ze niet aan de markt over, zoals de vvd zou willen, je levert ze niet aan de kerk uit, zoals het cda zou willen, maar je helpt ze op weg om zelf maatschappelijke problemen op te lossen.
Jazeker, dat is een open deur. Nederland verzuipt bijna in de beleidsplannen die Putnams verlangen stillen. We weten dat je flink je best moet doen om mensen met een verschillende achtergrond bijeen te brengen. Al decennia ijvert dan ook zo’n beetje het hele parlement voor allerlei projecten die arm en rijk, wit en zwart, homo en hetero, gezond en ziek bijeen moeten brengen. En niet op kleine schaal. We hebben grotestedenbeleid, herstructureringsbeleid, vermaatschappelijkingsbeleid. Dat is allemaal politiek gericht op het mengen van mensen: geen gefröbel in de civil society, maar keihard belastinggeld opmaken aan grote ambities. Nederland was Putnam voor Putnam Putnam was.
Neem daarbij dat zijn Amerikaanse betoog over afnemend sociaal gedrag in Nederland (of Groot-Brittannië of Duitsland) niet zomaar opgaat en dan blijft er één verklaring voor Putnams populariteit over. De Amerikaanse onderzoeker verwoordt – kundig, heel kundig – het gevoel dat ‘het vroeger beter was’, dat er een tijd was dat we zorgzamer voor elkaar waren. En dat onbehagen is de killer application van de mensenwetenschap, dat hadden de grondleggers – van Marx tot Freud – goed door. Onbehagen is misschien niet de snelste route naar ons hart, maar wel naar ons hoofd. Het kan niet anders of ook u denkt dat deze man eigenlijk gelijk heeft: we waren vroeger socialer. Maar gelukkig heeft u dus dat EK voetbal meegemaakt – denk daaraan terug wanneer u meetobt over afnemend vertrouwen. Aan de opgetuigde straten en toeterende Turken als een ouderwets staaltje gezelligheid, sterker, aan het overschot aan vertrouwen en familiegevoel dat Oranje ten val bracht. Wat ruzie, dat had ze misschien nog in de finale gebracht.