Nooit geweten dat het woord ‘amen’ komt van het Hebreeuwse aman, dat vertrouwen betekent. Toevallig kwam dit onlangs in een gesprek aan de orde, toen ik toch al over vertrouwen aan het nadenken was. Het woord ‘aman’ en het daar- van afgeleide ‘amen’ worden vooral gebruikt in het geloof in een christelijke god, maar ik moest vooral denken aan de politiek en de democratie.

De democratie kan niet zonder vertrouwen, in de politici die in een democratie zijn gekozen om beslissingen te nemen, in de mensen die de instituties bemannen die de democratisch afgesproken spelregels moeten beschermen en in de burgers die net als politici niet alleen naar de regel maar ook naar de geest van de democratische spelregels moeten handelen.
Met dat vertrouwen is er een probleem. Vanuit Den Haag kijkend naar de presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten zie ik hoe daar het vertrouwen dat nodig is om een democratie te kunnen laten functioneren van vele kanten wordt ondergraven. En hoe kwetsbaar een democratie dan is.

Dat een gekozen president zelf in de strijd om zijn herverkiezing niet naar de geest van de democratische spelregels handelt, is beangstigend. Donald Trump maakt zijn Democratische tegenspeler uit voor crimineel. Beschuldigt de Democraten vooraf al van het manipuleren van de stembusuitslagen. Zegt dat hij de verkiezingsuitslag niet zal accepteren. En aarzelt niet om te suggereren dat geweld van burgers dan is toegestaan. Dit heeft zijn weerslag op zijn aanhangers, die net zo onverzoenlijk worden en eveneens de geest van de democratische spelregels uit het oog lijken te verliezen.

Dat het in de Verenigde Staten zo ver kan komen heeft meerdere oorzaken, waaronder dus ook de persoon van Donald Trump. Maar dat de wereld angstig gespannen naar de uitslag van de verkiezingen kijkt, ligt ook aan het democratische systeem in de VS. Nederland kent dan wel geen gekozen minister-president, zoals vaak als het hoogste, democratische ideaal wordt gezien, ook in de VS wordt de president niet rechtstreeks gekozen. Het zijn uiteindelijk de kiesmannen die dat bepalen. Is in een kiesdistrict de meerderheid van de kiezers voor de Republikeinse kandidaat, dan krijgt deze alle kiesmannen van dat district achter zich. Een stem op de Democratische kandidaat gaat in dat district dan als het ware in rook op. Probeer je voor te stellen dat je hier in Nederland in een district zou wonen waar de kiesmannen altijd die van de andere partij zijn. En jouw stem dus nooit telt! Dat moet je vertrouwen in de democratie een dreun geven.

Het aantal kiesmannen is bovendien niet naar rato verdeeld over dicht- en dunbevolkte kiesdistricten. Hier zou dat betekenen dat een stem in het district rondom Barneveld zwaarder weegt dan in een Rotterdams district. Zo kon het gebeuren dat Hillary Clinton vier jaar geleden wel een meerderheid van alle uitgebrachte stemmen kreeg, maar toch niet de president werd. Idealiter vraagt dat van de uiteindelijke president extra aandacht voor het adagium dat in een democratie de meerderheid rekening moet houden met de minderheid.

Ook in Nederland loont het om op de persoon te spelen

In Nederland is dat rekening houden met wat een andere politieke partij en haar achterban van een onderwerp vindt alleen al noodzakelijk omdat wij hier een meerpartijenstelsel kennen. Een absolute meerderheid, behaald door één partij, heeft in de Nederlandse parlementaire geschiedenis nog nooit haar wil kunnen opleggen. In het tweepartijenstelsel in de Verenigde Staten kan dat wel. Dat maakt het des te verleidelijker om alle geschreven en ongeschreven regels en eigen uitgangspunten met voeten te treden, om toch maar zelf die machtigste te zijn of deel uit te maken van die partij. Met alle belangen die daarachter schuilgaan, ook persoonlijke en financiële belangen. Het belemmert kritiek uit eigen kring nog meer dan in een meerpartijenstelsel zoals Nederland dat kent.

Niet dat het Nederlandse parlementaire stelsel ideaal is. Ook een meerpartijenstelsel heeft nadelen. Kijk naar de versnippering in de Tweede Kamer, die niet alleen eindeloze Kamerdebatten veroorzaakt, maar ook kan leiden tot com-
promissen die op zijn zachtst gezegd het behalen van het in mooie woorden omschreven einddoel van een politiek besluit discutabel maken.

En ook in een meerpartijenstelsel loont het om de geloofwaardigheid van de tegenstander onderuit te halen, op de persoon te spelen, of je te laten beïnvloeden of betalen door een buitenlandse partij. Kijk hoe pvv-leider Geert Wilders opzettelijk Fatima en Mohammed ervan beschuldigde ic-bedden bezet te houden. Hoe Forum voor Democratie een sponsoringbijeenkomst kon houden op de Amerikaanse ambassade. En bij een boerenprotest een lijkkist met GroenLinks-leider Jesse Klaver werd meegedragen en de aanwezige politici van PVV en Forum daar geen aanstoot aan namen.

Het onbekende coronavirus en de zoektocht naar hoe daarmee om te gaan, heeft het wantrouwen in de politiek versterkt; rondzingende complottheorieën op sociale media voeden dat wantrouwen nog eens extra. Inmiddels worden ook hier bedreigingen en geweld jegens politici niet meer geschuwd.

Iedereen zegt gehoord te willen worden. Maar wat velen bedoelen is dat ze hun zin willen krijgen en de ander wantrouwen. Dat is zorgelijk. Want democratie is nu juist niet het opleggen van een dictaat, door een kleine groep mensen met een grote mond, veel geld of wapens. Juist gekozen politici zouden moeten laten zien dat democratie ook draait om de geest van de spelregels. De kiezer moet daarop kunnen vertrou- wen.