Het was slim van de bedenkers van GRIMM om voor de samenwerking van twee totaal verschillende dansgroepen te kiezen voor een remix van bekende sprookjes. De Junior Company van het Nationale Ballet schoolt balletdansers in een strenge discipline die streeft naar uniformiteit. Hiphop-gezelschap ish is een verzameling kleurrijke individuen die excelleren in unieke interpretaties van een keur aan straatdansstijlen. De sprookjes van Grimm bood de twee choreografen een caleidoscoop van uiteenlopende figuren: prinsen en prinsessen, heksen, boze wolven, dwergen en gasten op een gemaskerd bal.

Maar het is niet zo dat deze figuren onder de dansers zijn verdeeld volgens de voorspelbare tegenstelling van doorluchtige elegantie versus ruwe aardsheid. Wat deze jeugdvoorstelling voor de volwassen kijker heel ontroerend maakt, is de originele manier waarop Marco Gerris van ish en Ernst Meisner van de Junior Company balletdansers en hiphoppers aan elkaar hebben gepaard. Soms vent een groepje figuren unisono hun eigen discipline uit, zoals bij de drie omineuze helpers van de heks die laag bij de grond hun zwart omhulde balletbenen tot puntige wapens maken. Vaker moet je goed kijken om in een groepsmatig optreden de straatcrew van de balletdansers te kunnen onderscheiden. De zeven dwergen van Sneeuwwitje zijn een stel mallotige stampers waar je eerst de individuele karakters in herkent en dan pas het verschil in discipline. In andere groepsscènes is de tegenstelling van twee bewegingsstijlen juist spectaculair uitgebuit. Het drietal samen optrekkende prinsen bestaat uit één nuffige ballerino, met twee even verwaande hiphoppers aan zijn zijde. Geweldig is hun groepschoreografie die pirouetten paart aan breakdance-wervelingen en zweefsprongen aan salto’s.
Dit verweven van stijlen begint bij de hoofdrolspelers: twee broers die in het begintafereel met hun rug naar de zaal een racespelletje doen op de Playstation. In alles wat breakdancer Thomas Krikken en balletdanser Nicholas Landon doen zijn ze elkaars gelijke: woest gestoei, prinsessen reddende acties en gevoelsgeladen gebroederlijke duetten. Ze lenen wat van de skills van de ander, maar blijven tegelijk krachtig trouw aan hun eigen kunnen.
GRIMM, gemaakt door hetzelfde artistieke team als Narnia, de eerste samenwerking van ish en de Junior Company, is in meerdere opzichten een zeer goed geslaagde optelsom van twee werelden. De twee broers, in hun computerspel gestopt door hun autoritaire moeder, krijgen van haar een glanzende appel die ze kwaad tegen het projectiescherm op de achterwand gooien. Dat veroorzaakt een duizeling in het videobeeld waardoor de broers het scherm in worden gezogen, dat uit elastische lamellen bestaat. Deze opmaat maakt het aannemelijk dat de jongens in een sprookjesachtig, door videokunstenaar Aitor Biedma vormgegeven landschap belanden dat uit zichzelf voortdurend morft en zo de vertelling voortstuwt. Dat geldt ook voor de continu transformerende soundtrack van Scanner, waarin opzwepende beats en romantische klanken elkaar afwisselen. Bij de solistische figuren (de moeder en heks, de boze wolf) valt wel op hoeveel sterker de uitdrukkingskracht is van de ish-dansers. Tegelijk leer je in deze eigentijdse sprookjesmix vol eigengereide prinsessen en illustere slechteriken, die zich zo vanzelfsprekend ontrolt dat het wel een klassiek repertoirestuk lijkt, 25 dansers individueel kennen. En dat is misschien wel de grootste prestatie van Gerris en Meisner.
GRIMM is op tournee t/m 27 mei, _operaballet.nl