‘Het betere is de vijand van het goede.’ De uitspraak gaat terug naar Fransman Montesquieu, die zijn filosofische werken schreef in de vroege achttiende eeuw. In het Frans spreekt hij zelfs van ‘le mortel ennemi’ oftewel de doodsvijand. Dat klinkt nóg indringender. De uitspraak leek me toepasselijk voor het politieke debat in de Tweede Kamer over het in 2016 ondertekende handelsverdrag Ceta tussen de Europese Unie en Canada, dat nog door het Nederlandse parlement moet worden goedgekeurd.
De aanhangers van Montesquieu’s levenswijsheid zijn voorstanders van het handelsverdrag. In de Tweede Kamer zijn dat de drie regeringspartijen vvd, cda en d66. Coalitiegenoot ChristenUnie twijfelde aan het begin van het Kamerdebat nog: gaan we voor het goede of toch voor het betere zoals we eerder wilden. De Franse filosoof waarschuwde er in zijn tijd al voor dat als je blijft streven naar het beste ook het goede niet tot stand komt.
Of zoals d66-fratievoorzitter Rob Jetten het afgelopen week in het debat over het Ceta-verdrag zei: ‘Dit verdrag is niet de oplossing voor alle problemen qua dierenwelzijn. Dat zijn we met elkaar eens. Er moet nog veel gebeuren, maar juist dankzij dit handelsverdrag zitten Nederland en Canada met elkaar om de tafel en kun je elkaar aanspreken op misstanden.’ De oppositie, zowel ter rechter- als ter linkerzijde van het kabinet, ziet dat anders: juist door het goede te omarmen zal het betere nooit worden bereikt. Voor Forum voor Democratie is dat betere een Nederland dat zich terugtrekt binnen de landsgrenzen, ervan overtuigd dat supranationale verdragen de binnenlandse democratie ontwrichten.
Ter linkerzijde haalde GroenLinks-Kamerlid Isabelle Diks een uitspraak aan van de negentiende-eeuwse in Oranje Vrijstaat levende Johannes Henricus Brand. Volgens Diks is het naïef te denken dat ‘alles sal reg kom’ met dit handelsverdrag. Waarbij zij ervan uitgaat dat de Canadezen het verdrag zullen gebruiken om Europese standaarden naar beneden te krijgen, bijvoorbeeld voor dierenwelzijn, maar mogelijk ook als het gaat om arbeidsinkomen, gezondheid en milieubescherming.
Vertrouw je de Canadezen of vertrouw je ze niet? In een tijd dat het wantrouwen over de wereld giert en dit de internationale verhoudingen als een bol gras over de steppe doet tuimelen, is het op zichzelf geen rare vraag. Maar dat die vraag zich uitgerekend aandient bij een verdrag met de Canadezen, is in de huidige internationale context politiek gezien opmerkelijk. Jetten zei het zo: ‘Canada is toch een beetje het Scandinavië van Noord-Amerika, nog zo’n beetje de enige plek die we als bondgenoot kunnen beschouwen.’ Oftewel: als je met hen al geen afspraken durft te maken, met wie dan nog wel? Wie zijn dan nog je vrienden, wie je vijanden?
Het antwoord van GroenLinks bij monde van Diks was dat ze de Canadese regering wel vertrouwde, maar niet alle Canadese ondernemers. Als je die gedachtegang doortrekt dan zal GroenLinks ook in Nederland geen afspraken willen maken met ondernemers. Die zijn ook hier immers niet allemaal te vertrouwen. Nog een stap verder en GroenLinks vindt dat de overheid regels eenzijdig moet gaan opleggen en niet meer moet praten en polderen met welk maatschappelijk middenveld dan ook. Van het slechte, wantrouwen in ondernemers, komt zo het allerslechtste, wantrouwen in de mens als zodanig.
Het kan ook zijn dat GroenLinks denkt dat de Nederlandse overheid ondernemers beter in de klauwen weet te houden dan de Canadese regering. Maar dan is er wel degelijk sprake van wantrouwen jegens de Canadese overheid, het Canada van premier Justin Trudeau, met wie Jesse Klaver, partijleider van GroenLinks, werd vergeleken na de gunstige verkiezingsuitslag voor die partij bij de laatste Kamerverkiezingen.
Laat ik me net zo wantrouwig opstellen als GroenLinks jegens Canada. Is het deze partij echt te doen om een fundamentele wending richting een beleid dat niet langer draait om kapitaal en winst, maar om klimaat, milieu, dierenwelzijn en het welzijn van de mens? Of wordt bondgenoot Canada nu vooral gebruikt om in eigen land volgend jaar bij de Kamerverkiezingen politieke winst te kunnen behalen? Natuurlijk is dat laatste dan om met die winst dat gewenste beleid te kunnen gaan voeren. Maar gaat dat lukken in een meerpartijenstelsel als GroenLinks zich dan net zo compromisloos en wantrouwig opstelt als nu jegens Canada? Ik vrees dat dan wederom het betere de vijand wordt van het goede. Want denk niet dat het op links allemaal koek en ei is. GroenLinks had dan wel de SP en zelfs de van mening veranderde pvda aan haar zij, op de wandelgang proef je het onderlinge wantrouwen tussen deze drie.
Wat niet vreemd is. Want was pvda-Kamerlid Lilianne Ploumen tijdens haar ministerschap niet juist degene die onderhandelde over Ceta en dit verdrag toen aanprees omdat het zou bijdragen aan de ‘race to the top’ in plaats van naar de bodem? Laat ik het zo zeggen: d66-leider Jetten is niet de enige die deze draai van de pvda ziet in het licht van binnenlandse, electorale belangen, van de onderlinge strijd op links.
Nederland dreef al decennia handel met Canada zonder verdrag. Het Ceta-verdrag is al sinds 2017 gedeeltelijk in werking. De gevreesde landbouwproducten beslaan vier procent van de handel. Varkensvlees gaat vooral van ons land naar Canada en niet andersom. Toch is Canada voor links van goede vriend de vijand geworden, in het streven naar het betere, le mortel ennemi.