De houding waarmee de Verenigde Staten Rusland tegemoet treden in de Oekraïnecrisis is in ieder geval helder. Luister naar Anthony Blinken, die onlangs in Berlijn een toespraak hield getiteld ‘Wat er op het spel staat vanwege Russische agressie tegen Oekraïne’. Blinken zette Rusland onomwonden neer als een agressor die ‘grenzen van andere landen met geweld probeert te veranderen’ en ‘soevereine buurlanden zijn wil probeert op te leggen’. Het is Koude Oorlog-taal, opgediept uit de tijd van wij zijn de goede, zij de slechte. En dat is bijzonder van toepassing op dit moment.

Hierbij vergeleken is de Europese opstelling weinig concreet. Veel verder dan ‘de gevolgen zullen groot zijn’ en ‘we moeten de dialoog openhouden’ komen de meeste Europese leiders niet. Ook Amerika wil graag met het Kremlin blijven praten, maar laat er geen misverstand over bestaan wat ze van hun gesprekspartner vindt. De vraag ‘hoe denkt Europa over Rusland’ levert een scala van conflicterende antwoorden op. Het ontbreekt Europa aan een geopolitieke strategie, zo wordt vaak gezegd. Dat komt doordat de eerste voorwaarde hiervoor ontbreekt: een duidelijk vijandbeeld.

Ook het Amerikaanse publieke debat is grotendeels eensluidend. Op een aantal Fox News-conservatieven en een handvol trumpiaanse Congresleden na beschouwt Amerika’s politieke en commentariërende klasse Rusland als een tegenstander. In het Europese debat, en zeker ook het Nederlandse, veren de Poetin-apologeten op zodra Rusland ter sprake komt. We moeten begrijpen dat Poetin zich bedreigd voelt door het Westen, klinkt het dan. Vaak volgt dan een potje leunstoel-Jalta waarbij luchtig wordt geopperd dat Oekraïne de wens tot westerse verbintenis maar even opzij moet zetten en een paar decennia neutraal moet blijven, in de hoop dat Poetins opvolger nationale soevereiniteit wél accepteert.

Op deze manier krijgt het Rusland-debat een valse diepgang. Alle kremlinologie en historische uiteenzettingen over de verhouding tussen Rusland en Oekraïne ten spijt, er is uiteindelijk maar één principe dat ertoe doet in deze kwestie: worden landsgrenzen en het recht op zelfbeschikking gerespecteerd of niet? Sneuvelt dat principe, dan wankelt het hele bouwwerk van de democratie. Als landen ongestraft stukken territorium kunnen innemen of een land kunnen aanvallen omdat het zich met andere landen associeert, heerst blijkbaar anarchie en het recht van de sterkste.

Biden weet dat er maar één ding is dat Poetin kan tegenhouden

Precies daarom was 2014 een grote schandvlek voor het Westen. Een ambigue opstelling van de VS en Europa gaf Rusland genoeg zelfvertrouwen om de Krim te bezetten. Poetin maakte de inschatting dat hij ermee weg kon komen. Hij kreeg gelijk, en de democratie stond in haar hemd op een Chamberlain-achtige wijze: werp de schurk een kluif toe en hopen dat hij verder koest blijft.

Natuurlijk werkt het niet zo, en dus begon onlangs het onvermijdelijke tweede hoofdstuk. De VS lijken deze keer de vuist langer gebald te houden. Wat er achter de schermen ook precies gezegd wordt tegen Rusland, tot nu toe lijkt het effect in ieder geval dat het bij Russische dreiging blijft. Biden draait al langer mee en weet dat er maar één ding is dat Poetin kan tegenhouden: het besef dat de kosten voor Rusland vele malen groter zijn dan de eventuele baten bij een aanval op Oekraïne.

Maar om die optelsom zo te laten uitvallen moet ook Europa meedoen. Als Europese landen weifelen of afhaken ontstaat er ruimte voor Poetin. Als Europese leiders menen dat ze hechten aan vrije democratie moeten ze een bijdrage leveren aan de contradreiging richting Rusland: val Oekraïne aan, op wat voor manier dan ook, en we richten Rusland en zijn elite economisch volledig te gronde. En Oekraïne kan op alle militaire steun rekenen ter verdediging. Dat Europa daar zelf een prijs voor betaalt is onvermijdelijk. Het alternatief is namelijk toegeven dat op het Europese continent de veiligheid van burgers achter hun eigen grenzen niets waard is, en dat is vele malen kostbaarder.

Dat is de korte termijn. Voor de lange termijn geldt dat Europa zich economisch van Rusland moet ontvlechten. Minder afhankelijk van Russisch gas en van Russisch geld dat naar onze financiële centra vloeit. Misschien dat het kiezen van de juiste opstelling dan niet langer zo moeilijk lijkt.