
‘Morgen wordt vandaag bedacht’ luidt de campagne van Change Inc. die overal door de stad hangt. Aan het einde van de straat heeft iemand ‘Vroeger was er nog toekomst’ op een elektriciteitskastje gekalkt. Het Stedelijk Museum weet het beter, want adverteert met The Future Is Now, de corny titel van het grote overzicht van videokunstpionier Nam June Paik.
Elf weken lang was dit dé tentoonstelling die niemand nog had gezien: 13 maart, daags na de persvoorbezichtiging, zou ze opengaan voor publiek, maar de avond ervoor waren Rutte en het rivm onverbiddelijk: alle musea moesten acuut op slot. En dus werd de opening in allerijl afgelast, kwamen er geen bezoekers, volgden er geen Instagram-posts, geen recensies – niks.
En terwijl iedereen elkaar vanuit huis opzocht via Zoom en FaceTime, won de tentoonstelling alleen maar aan actualiteit. Visionair Paik (1932-2006) voorzag begin jaren tachtig namelijk al dat we over grote afstanden contact met elkaar zouden hebben via een scherm. Met zijn zogenaamde satelliet-kunst, een spectaculair hoogtepunt in zijn oeuvre, experimenteerde hij hier volop mee.
Paik voorspelde overigens wel meer: mobiele telefonie, het internet, zelfs de klimaatcrisis. Tate Modern in Londen, waar de tentoonstelling eerder te zien was, plaatste een filmpje online met de titel 5 Times Artist Nam June Paik Predicted the Future.
Al in 1977 had Paik zijn eerste solotentoonstelling in het Stedelijk, kort daarna kocht het museum zijn bekendste videosculptuur aan: TV Buddha uit 1974, een achttiende-eeuws Boeddhabeeld dat naar zichzelf zit te kijken op een rond, wit tv-toestelletje uit de jaren zeventig. Via een ‘gesloten circuit’ zoals dat heet: een camera filmt het Boeddhabeeld, en die beelden verschijnen live op het televisiescherm.
Oost en West en spiritualiteit en technologie komen hier samen, belangrijke thema’s in het oeuvre van Paik. Net als in de meeste Nederlandse huiskamers, zou je kunnen zeggen, want volgens onderzoek is de kans één op drie dat u ook een Boeddhabeeldje in huis heeft staan. Zo kun je op dit werk betekenislagen blijven stapelen: de TV Buddha als monument voor de eenzame videobeller? Waarom niet.
Paik werd geboren in Seoul. Zijn vader runde een groot textielbedrijf, en al in zijn jeugd volgde hij een opleiding tot klassiek pianist. In 1950, tijdens de Koreaanse Oorlog, vluchtten Paik en zijn familie naar Hongkong, later naar Japan. In 1956 studeerde hij af aan de universiteit van Tokio met een proefschrift over Arnold Schönberg. Vervolgens toog Paik naar Duitsland, om muziekgeschiedenis te studeren in München, in die tijd een soort avant-gardistisch walhalla. Daar ontmoette hij componisten als John Cage en Karlheinz Stockhausen, maar ook kunstenaars als Joseph Beuys en George Maciunas, de oprichter van Fluxus.
De onstuimige Paik voelde zich er als een vis in het water, raakte met iedereen bevriend en deed al snel mee met Fluxus-evenementen, waar de tentoonstelling ontelbare voorbeelden van geeft. Een van de grappigste is de actie Etude for Pianoforte die hij in 1960 opvoerde in Keulen. Paik speelde Chopin, waarna hij de piano te lijf ging en vervolgens de in het publiek aanwezige Cage en pianist David Tudor aanviel: hij knipte hun stropdassen door en hun kleding stuk en goot shampoo over hun hoofden.

Hoewel Paik op zijn zeventiende een half jaar in een boeddhistisch klooster doorbracht, was het dankzij Cage dat het zenboeddhisme een rol ging spelen in zijn werk. Vooral het idee van eindeloze veranderlijkheid werd voor hem essentieel. Citaat in de eerste zaal: ‘Mijn experimentele tv is niet altijd interessant, maar ook niet altijd oninteressant. Zoals de natuur, die mooi is, niet omdat zij op een mooie manier verandert, maar simpelweg omdat zij verandert.’
Zen is niet weg te denken uit vooral het vroege werk van Paik. Voor de performance Zen for Head uit 1962 trok hij een rechte lijn op een stuk papier met zijn in inkt gedrenkte haren. Op zijn eerste solotentoonstelling in 1963 sleurde hij een viool aan een touwtje achter zich aan over de grond: Zen for Walking. Hier toonde hij ook Zen for TV, een tv-toestel dat op zijn kant was gezet, met op het scherm een enkele witte lijn, gecreëerd door een onderbroken circuit in de beeldbuis.
Paik stortte zich begin jaren zestig als een van de eerste kunstenaars op de tv, net als bijvoorbeeld de Duitser Wolf Vostell, die Paik ook in München had leren kennen. Die experimenteerde zelfs al jaren eerder met tv-toestellen, maar zijn naam komt in The Future Is Now niet voor. Misschien een idee om hem een andere keer voor het voetlicht te brengen?
Volgens Paik en co opereerde de televisie, die op dat moment de massacultuur al behoorlijk domineerde, te veel vanuit eenrichtingverkeer. Het productieproces voltrok zich onzichtbaar voor de kijker, en zonder dat deze daar enige invloed op kon uitoefenen. Paik ondermijnde dit gegeven door magneten en andere materialen te gebruiken om het beeld van tv-toestellen te veranderen en vervormen.
Maar het feest begon pas echt toen hij zelf televisie kon gaan maken, dankzij de Sony Portapak, de eerste draagbare videocamera. Volgens de overlevering kocht Paik op 4 oktober 1965 de allereerste Portapak die in New York werd afgeleverd. De taxi waarin hij zat, reed zich vervolgens vast in het verkeer; paus Paulus VI was op bezoek in de stad en diens rondgang veroorzaakte een fikse verkeersopstopping. Paik bedacht zich geen moment en filmde de optocht. Nog diezelfde middag vertoonde hij de twintig minuten aan beeldmateriaal aan vrienden in Cafe Au Go Go in Greenwich Village.
Door televisie haar gangbare functie en context te ontnemen, wilde Paik het kijkproces herscheppen. De vrolijkste poging daartoe is TV Garden (1974-77), een tropische tuin vol knipperende tv-toestellen, die in 1984 ook te zien was in The Luminous Image, de legendarische eerste videokunsttentoonstelling in het Stedelijk. De schermen van de televisies, die als ‘tuinverlichting’ oplichten in de verduisterde zaal, tonen een pulserende collage van beelden en klanken, opzettelijke clashes tussen hoge kunst en populaire cultuur, kapitalisme en primitivisme. Een Japanse Pepsi-reclame komt voorbij, maar ook een Nigeriaans dansgezelschap, Stockhausens Kontakte, maar ook ‘Devil with a Blue Dress On’ van Mitch Ryder & The Detroit Wheels.
De video’s maakte Paik met behulp van de zogenaamde Paik-Abe-videosynthesizer, die hij samen met de Japanse ingenieur Shuya Abe ontwikkelde en die in een van de zalen verderop te zien is. Hiermee kon hij videobeelden, ook live, in lagen splitsen en van kleur voorzien, wat hem ook goed van pas kwam bij zijn tv-uitzendingen.

Paik geloofde heilig in de mogelijkheden van satelliet-tv. In de catalogus van The Luminous Image haalt hij de Franse wiskundige Henri Poincaré aan, die eind negentiende eeuw beweerde dat de mens eigenlijk geen nieuwe dingen aan het ontdekken is, maar alleen nieuwe relaties tussen de dingen. Op zijn beurt wilde Paik, met behulp van de nieuwste technische mogelijkheden, nieuwe relaties ontdekken ‘tussen talloze gedachtes en mensen’. Paik vond landsgrenzen en culturele verschillen irrelevant en was een early adapter van Marshall McLuhans idee van de wereld als global village.
Zijn tv-uitzending Good Morning Mr. Orwell, op nieuwjaarsdag 1984 live uitgezonden per satelliet vanuit New York en Parijs, beschouwde hij als een van zijn grootste successen. En niet alleen om de miljoenen mensen die hij ermee bereikte; de show was behalve in de VS en Frankrijk ook te zien in Canada, Korea, Nederland en West-Duitsland.
Good Morning Mr. Orwell is Paiks optimistische reactie op Orwells 1984 en een staaltje geniale gekte zoals je die zelden ziet: een hectische en eclectische visuele koortsdroom, vol knotsgekke live-evenementen die zich tegelijkertijd in de VS en Europa afspeelden en die elkaar middels splitscreen en chroma key-effecten in hetzelfde kader overlappen. Een musicerende John Cage banjert dwars door een performance van Joseph Beuys heen, een optreden van de band Oingo Boingo wordt afgewisseld met beelden van een dansende Merce Cunningham, en een duet van Peter Gabriel en Laurie Anderson wordt doorsneden met computeranimaties bij een compositie van Philip Glass, enzovoorts.
Menig bezoeker zal alleen al aan Paiks tv-uitzendingen genoeg hebben om de rest van de week van te bekomen. Paik deed zoveel verschillende dingen, met zoveel verschillende mensen en op zoveel verschillende plekken – eigenlijk een beetje te veel om fatsoenlijk te kunnen verhapstukken in één tentoonstelling. Ondanks het luchtige karakter van zijn werk neigt het geheel met zestien zalen dan ook naar obees. Tegen het einde staan er bijvoorbeeld opeens een stel robots opgesteld, want die bouwde hij natuurlijk óók.
Daarbij komt: niet alles wat Paik verzon was even briljant, of verheffend. Zijn Young Penis Symphony bijvoorbeeld is een performance waarbij het publiek mocht kijken naar tien jongemannen die om beurten hun piemel door een gat in een vel papier staken. Daar kon je in 1962 blijkbaar nog mee wegkomen.
The Future Is Now vertoont hagiografische trekjes, iets meer relativering was welkom geweest. Paik pionierde wat af, maar was heus niet in alles de eerste. De enige vrouw die in de tentoonstelling mag meedoen, Charlotte Moorman, een voormalige schoonheidswedstrijd-winnares, is bekend komen te staan als de ‘topless celliste’. Paik en Moorman hadden een gezamenlijke interesse voor avant-gardemuziek en live-performances en ze werkten bijna dertig jaar lang samen. Beiden vonden dat seksualiteit ten onrechte buiten de klassieke muziek werd gehouden, en in veel van hun performances speelde Moorman in verschillende stadia van ontkleding. Dat zij in 1963 het Annual Avant Garde Festival van New York oprichtte en vanwege haar succesvolle inzet voor experimentele muziek ook wel de ‘Jeanne d’Arc van de nieuwe muziek’ werd genoemd, dus ook op zichzelf een interessante en invloedrijke figuur was, daarover ontdek je hier iets te weinig.
Nam June Paik, The Future Is Now, in het Stedelijk Museum Amsterdam, was oorspronkelijk te zien t/m 23 augustus, maar wordt verlengd. De nieuwe einddatum is nog niet bekend. De tentoonstelling zal verder reizen naar Chicago, San Francisco en Singapore.