Natuurlijk is voetbal terreur. Al was het maar voor de liefhebber zelf, die deze week meer dan twintig uur van zijn leven aan de buis zit om geen wedstrijd te missen. De «opportunity costs», zoals in de economische wetenschap heet, zijn hoog. Een voetbalhatende vriend die tweejaarlijks klaagt over de maatschappelijke gekte die hij tijdens een eindtoernooi moet verdragen, wandelde door het Vondelpark tijdens de halve finale van het WK in Frankrijk. Hij had een prachtige avond beleefd, vertelde hij naderhand: «Het zijn fascinerende mensen die dan uit riolen en gaten naar boven borrelen.» Als je hem mag geloven zijn het naar schimmel ruikende types, met een gitaar, een te scherpe scheiding of een hopeloos anachronistische spencer. Types die niet alleen de datum kwijt zijn, maar zelfs de maand. De vriend was er nog een dag lang van in een goed humeur, terwijl de voetballiefhebber nog meer dan drie dagen de teleurstelling heeft gevoeld na die verloren halve finale tegen Brazilië.
Het is dan moeilijk te verdragen dat voetballer Gerrie Mühren in 1974 afzegde voor het WK omdat hij slaaptekort had opgelopen door een huilbaby. Beledigend is het zelfs wanneer Ajax-voetballer Wesley Sneijder aan een reporter van AT5 vertelt dat hij niet zo van voetbal op teevee houdt. In een variant op «Ik ben geen lezer, ik ben een schrijver» (Harry Mulisch) zei Sneijder voetballen «leuk» te vinden, om te doen, en het was fijn dat hij er zijn geld mee kan verdienen. Maar voetbal kijken vond hij saai.
Zelf behoor ik tot het slag dat met verhoogde hartslag op het puntje van de stoel zit bij de wedstrijd Italië-Denemarken (0-0, maandagmiddag 14 juni). Zinderende pot, mooi combinatievoetbal, vooral van de Denen. Maar ze misten een echte afmaker, een messcherpe aanvaller, iemand als Jesper Gronkjaer, een Deen die enkele jaren bij Ajax speelde en tot wasdom is gekomen bij het Engelse Chelsea. Terwijl ik één oog op de televisie gericht houd, zoek ik met het andere waarom hij er niet bij is. Het blijkt dat hij is achtergebleven in Denemarken omdat zijn doodzieke moeder enkele dagen eerder is overleden.
Dat hakte erin. Zon heftige wedstrijd, zoveel belangen denk je en dan zoiets. Maar Jezus ja, realiseer ik me tegelijk, als een mens niet eens meer naar de begrafenis van zijn moeder mag En dan: wat is groter dan het landsbelang?
Ja, eigenlijk vrij veel, zeker enkele dagen na de Europese verkiezingen.
Voetbal is niet alleen terreur, maar ook verdwazing. Hier spreekt een slachtoffer, of een dader, het is maar hoe je het bekijkt. Na het WK in Amerika werd een Colombiaanse voetballer in eigen land doodgeschoten. Ik ben blij dat ik niet de rechter was bij zijn proces, want ik had me laten beïnvloeden door de kennis dat de moordenaar de voetballer had aangetroffen op een terras, waar hij rustig (hoe kan hij!) een drankje nuttigde. Bij het vorige EK stonden Duitse fans hun falende «helden» op te wachten met de tekst, groot op een spandoek gekalkt: «Wij zijn Duitsers, jullie niet». En wat doe ik zelf wanneer ik vanavond tijdens Nederland-Duitsland een telefoontje krijg, met de mededeling dat een goede vriend is overleden? Wellicht in het Vondelpark.