HET DANSPOGRAMMA van het Holland Festival onderscheidt zich dit jaar door haar wat eclectische karakter: naast bekende festivalkanonnen als Sascha Waltz en Jérôme Bel is er ook plek voor twee producties van minder bekende choreografen. Zij zijn uitgenodigd omdat ze, zij het ieder vanuit een eigen invalshoek, verschillende dans- en muziektradities samenbrengen in authentieke en actuele voorstellingen.
Nya, het tweeluik van de Franse choreograaf Abou Lagraa, is zo'n voorstelling waarin allerlei tradities en verschillende invloeden versmelten. Dat heeft vooral te maken met de ontstaansgeschiedenis van de productie en met de persoon Lagraa zelf: een choreograaf van Franse afkomst met Algerijnse roots. Nadat hij als danser en maker zijn sporen had verdiend in het Franse moderne danscircuit werd hij gevraagd om een zogenaamde cellule contemporaine op te zetten binnen het Nationale Ballet van Algerije. Een bijzondere opdracht, wetende dat een productie van Maurice Béjart ergens in de jaren zeventig de laatste moderne dans is geweest die in Algerije te zien was en dat het Nationale Ballet van Algerije een folkloristisch dansgezelschap is, diep verankerd in rotsvaste danstradities en theatrale conventies. Allerminst een voor de hand liggende plek dus voor een nieuw hedendaags dansgezelschap.
Omdat de zieltogende ‘officiële’ Algerijnse dansacademies (een overblijfsel uit de Franse koloniale tijd) niet de dansers konden leveren die hij zocht, schreef Lagraa een auditie uit waar vierhonderd enthousiaste Algerijnse autodidacten (lees mannelijke street dancers) op reageerden. Tien dappere hiphopsters haakten gaandeweg af uit angst voor de sociale repercussies die hun dansante ambities zouden veroorzaken. In Algerije is dansen immers geen respectabele carrièrekeuze voor een vrouw. Uiteindelijk was de cellule contemporaine met tien mannelijke dansers een feit, en Lagraa onderwierp hen aan een crashcursus moderne danstechniek en yoga. Nog geen jaar later presenteerden zij hun eerste, meteen zeer succesvolle productie Nya.
Het zal niemand verbazen dat in dit stuk hiphop en hedendaagse theaterdans versmelten. Tijdens het eerste deel van de voorstelling gaan de dansers met hun eclectische bewegingsstijl daarbij nog eens de confrontatie aan met de Boléro van Ravel. De initiële kromme tenen (want wat is dit stuk al vaak voor dans gebruikt!) maken daarbij overigens al snel plaats voor enthousiasme, omdat Lagraa raad weet met de muziek en de dansers er zich met plezier door laten opzwepen. Ravel blijkt prima te combineren met Lagraa’s gestileerde moves.
Het tweede deel van de voorstelling, met zijn ingetogen en poëtische karakter, vormt een mooi contrast met de uitbundige Boléro. De dansers voegen hun vloeiende kwikzilveren bewegingen hier bij de krachtige stem van zangeres Houria Aïchi, die traditionele Arabische liederen vertolkt uit een van de meest afgelegen streken van Algerije. Het is vooral in dit deel dat al die verschillende werelden van de westerse moderne dans, hiphop uit de Bronx (die er langs het asfalt van Algiers al een curieuze reis op had zitten) en Arabische folklore verrassend samenkomen in het multiculturele hier en nu.
Waar Nya een voorstelling is waar vooral de dans centraal staat, duiken we met Birds with Skymirrors, Holland Festivals tweede ‘folkloristische’ voorstelling, helemaal in de magie van het totaaltheater van de Nieuw-Zeelandse choreograaf Lemi Ponifasio. Op het eiland Tarawa in de Stille Zuidzee kwam hij tot de schokkende ontdekking dat de spiegelende stukjes glas waar een aantal fregatvogels mee in hun bek vloog (Skymirrors) slierten uiterst giftige videotape bleken te zijn die de beesten uit de steeds sterker vervuilde zee hadden opgepikt. Deze ontdekking inspireerde hem tot het maken van zijn sobere productie, waarin hij de gevolgen van de grote onverschilligheid van de mens jegens de natuur tot uitdrukking brengt. Hij doet dat niet door middel van een expliciet protest of rellerig politiek theater, maar door de kracht van de verstilling en het weglaten toe te passen.
Op een schemerig verlicht podium ontvouwt Birds with Skymirrors zich als een eeuwenoude ceremonie: mysterieus en uitgevoerd met grote concentratie en precisie. Begeleid door het ijle gezang van drie inheemse zangeressen vertonen de dansers (allen afkomstig van eilanden in de Stille Zuidzee) hun elegant gestileerde bewegingen die herinneren aan tai chi en traditionele Indonesische dans. De kalme cadans van hun gebroken ritmes en de bijna magische synchroniciteit waarmee zij hun bewegingen uitvoeren maken Byrds with Skymirrors tot een bijna mystieke beleving. Het clair-obscur van waaruit de in donkere gewaden gehulde dansers als een herinnering opdoemen of juist weer in het niets verdwijnen versterkt dit gevoel. Zo komt Ponifasio’s aanklacht tegen de onverschilligheid en het verval van onze wereld, vermomd als esthetisch ritueel, stilletjes doch onmiskenbaar binnen.

Nya 8 en 9 juni 20.30 uur
Birds with Skymirrors 3 en 4 juni 20.00 uur