Blokfluitist Erik Bosgraaf (1980) en componist Theo Loevendie (1930) zijn partners in crime sinds Loevendie’s opera The Rise of Spinoza (2014) over de verstoting van de titelheld uit de joodse gemeenschap in het Amsterdam van 1656. Het klikte tussen de avontuurlijke speler en de vijftig jaar oudere componist. Van de samenwerking kwamen een blijvende vriendschap, jamsessies met Loevendie in zijn Amsterdamse stamcafé Welling, en Nachklang, concert voor blokfluit en barokensemble met een aan Bachs derde Brandenburgse Concert ontleende bezetting van strijkers in drievoud plus basso continuo. Een nieuwe cd met daarop het concert, vier improvisaties, de Van Eyck-variaties, het solostuk Reflex (2017) en Dance for Three (2018) voor viool, A-klarinet en blokfluit bezegelt de band met een veelkleurige afterparty.

Wat een charmante plaat is het geworden. Hij is diep in de tachtig, maar de componist Loevendie wordt steeds jonger in relatie tot zijn leeftijd. Nachklang, de titel zegt het al, verenigt het gemak van de ervaring met de ontspanning van een naspel, de terugblik op de jeugd met de ontdekking van barokmuziek als inspiratiebron. Maar oude muziek, dus toch, in Nachklang met de oude instrumenten van het ensemble Holland Baroque. Die voegen wonderbaarlijk met de melancholieke darteltoon van een solist die net als Loevendie in elke eeuw en elke muzikale uithoek van de wereld thuis is. Nachklang begint met een koerende cadens, vervolgt als een barokouverture, barokt er straf op los, maar verliest nergens zijn karakter van een afgetekende improvisatie. Los zand op z’n best, met in- en uitgaand verkeer van een fluitpartij die als een exotische achttiende-eeuwse jazzvogel verdwijnt en opduikt op de walking bass van de continuobegeleiding en de gekostumeerde jazzakkoorden van het lento. In Reflex hoor je wat Loevendie onbewust misschien het sterkst aantrekt in Bosgraaf en zijn instrument: dat zwierig vogelvrije, die zwevende ongebondenheid.

Bach blijft de schaduw op de achtergrond die ook in de improvisaties overal voelbaar is met passacagliathema’s van Loevendie en, in de derde, van Bach zelf. In drie van de vier is Loevendie als pianist van de partij. Met minimale harmonische middelen zet hij de routes uit voor zijn muzikale partners Bosgraaf, altviolist Oene van Geel en klarinettist Carl Rosman. Korte, soms opmerkelijk meditatieve overpeinzingen zijn het, waarin de global village van de Loevendie-wereld aforistisch voorbijtrekt: Bach, toch romantiek, jazz, etnische muziek uit alle windstreken. Het zijn in alle bescheidenheid vensters naar de wereld die ons overleeft. Ze herinneren er ook aan dat het aanhaken bij andere culturen bij Loevendie nooit makkelijke cultural appropriation is geweest, maar het verwoede zoeken van de componerende improvisator naar nieuw materiaal dat hij hier met de verwondering van een kind opnieuw ontdekt. Lachen lukt hem ook nog steeds in het komische Dance for Three, oorspronkelijk een solostuk voor violiste Vera Beths, dit jaar door Loevendie bewerkt tot trio. Verbasterde country & western met Turkse trekken voor violiste Diamanda Dramm en twee vazallen. Een multiculturele polder-Copland, vederlicht maar bewogen. Levensecht.


Loevendie en Bosgraaf, Nachklang, Reflex, Dance, Improvisations (Brilliant Classics)