Kiezer, in werkelijkheid heb ik u verwaarloosd. Maar nu is het uit. Ik heb genoeg van mezelf. Het navelstaren is voorbij. Vanaf nu leef ik alleen voor anderen. Het enige wat telt is mijn werk, mits in het algemeen belang. Sinds twee weken help ik blinden bij het oversteken, terwijl ik ondertussen voor ze zing. Ik dans voor slechthorenden en ik heb menige rolstoel inmiddels een zetje in de juiste richting gegeven. Ik kook soep voor junks en schud handen van bejaarden. En ik laat daklozen in mijn portiek slapen.
Het is alsof ik nu pas rijp ben voor de politiek. Niet ik ben belangrijk, maar de kiezer. Ik spreek niet om mijn eigen stem, maar om die van het volk te horen. Nu luister ik naar anderen in plaats van naar mijn eigen ego. Ook internationale kwesties hebben mijn aandacht, zolang die in de belangstelling van mijn achterban staan. Zo ben ik laatst naar Sarajevo afgereisd om namens u, kiezer, een liter van mijn bloed aan de gewonden af te staan. In ruil daarvoor vroeg ik om humanitaire redenen een vergelijkbare dosis van het hunne. ‘Zuster’, zei ik, ‘doe mij maar wat Servisch bloed, een scheutje Kroatisch bloed en vul dat aan met Bosnisch bloed.’ Mijn oogmerk zal u duidelijk zijn: ik wilde hoogstpersoonlijk onderzoeken of deze drie volkeren in vrede en broederschap kunnen leven. Voila, het kan! Ik ben het levende bewijs.
Ja, beste kiezer, ook bij ons kunnen verschillende rassen en volkeren in harmonie met elkaar verkeren. Maar let goed op, zij moeten van dezelfde bloedgroep, partij en levensovertuiging zijn. Stem daarom op ons, anders wordt het weer een complete rotzooi.
Rubriek
Voila, het kan!
Ben ik gedurende mijn lange politieke carriere niet wat te egoistisch geweest? Heb ik niet te veel energie in mijzelf gestoken, in de veronderstelling dat ik de wereld kon verbeteren door bij mijzelf te beginnen?
Uit: De Groene Amsterdammer van
www.groene.nl/1994/9
www.groene.nl/1994/9