Een omroepvereniging of een commerciële televisiezender zou nu onze publieke opinie een dienst bewijzen door een grondige reportage te maken over de Iraakse vluchtelingen. Daarvoor hoeft de cameraploeg niet naar het gevaarlijke oorlogsgebied te gaan. Een reis naar de buurlanden Jordanië en Syrië is voldoende.
Sinds president Bush vier jaar geleden het einde van de ‘major operations’ afkondigde, zijn vier miljoen bevrijde Irakezen op de vlucht geslagen. Een groot deel behoort tot de hoger opgeleiden, de elite. Ze zijn voor het geweld gevlucht, of omdat er in hun omgeving niet meer te leven viel. Jordanië, zes miljoen inwoners, heeft er 750.000 opgenomen, in Syrië, met negentien miljoen inwoners, hebben er 1,2 miljoen onderdak gevonden. De andere twee miljoen moeten hun heil in hun vaderland zelf zoeken. In Koeweit zijn de Irakezen niet welkom en Saoedi-Arabië is bezig om voor zeven miljard dollar een hermetische grensversperring aan te leggen.
Het Commissariaat voor de Vluchtelingen van de VN schat dat er iedere maand enkele tienduizenden bij komen. Afgelopen week heeft de unhcr in Genève een conferentie gehouden waar is vastgesteld dat het probleem met de dag ernstiger wordt. Er is dus materiaal en aanleiding genoeg voor een spannende televisieserie.
In De Groene Amsterdammer van de vorige week citeert Gert van Langendonck een functionaris van de International Crisis Group, Joost Hiltermann. Die is van mening dat Syrië en Jordanië langzamerhand aan het einde van hun absorptievermogen zijn. ‘Stelt u zich maar eens voor dat Iraakse vluchtelingen plotseling tien of meer procent van de Nederlandse bevolking zouden gaan uitmaken.’ Nee, dat wil niemand in Nederland zich voorstellen. Onder de bij ons heersende omstandigheden zou dat misschien een demografische en in ieder geval een politieke catastrofe zijn.
Hiltermann ziet twee mogelijkheden voor Irak: ‘Of het wordt vrede, óf de internationale gemeenschap gaat akkoord om een deel van de vluchtelingen op te nemen. Ik denk dan vooral aan de landen die hebben meegedaan aan de invasie van Irak en dus medeplichtig zijn aan de huidige situatie.’ Dat is een interessante stelling. Ik waag me aan de voorspelling dat, als president Bush zijn zin krijgt, als hij ieder voorstel van de Democraten tot een geleidelijke terugtrekking van de Amerikaanse troepen met zijn veto treft, de oorlog volgend jaar nog niet is afgelopen. Dit wil er bij normale mensen moeilijk in, maar de machtigste man van de wereld volgt nu eenmaal de politiek van de zelfbedachte fata morgana. De medeplichtigen staan dan voor de taak de vluchtelingen te huisvesten.
Is Nederland medeplichtig? Reken maar. We hebben de aanval gesteund, omdat ‘Saddam Hoessein de Verenigde Naties twaalf jaar om de tuin heeft geleid’. Dat is, zoals iedere betrokkene weet, een praatje. Maar de burgerij mag niet weten wat de werkelijke overwegingen waren, omdat het kabinet geen parlementair onderzoek wil. Hoe dan ook, de medeplichtigheid blijft. Wanneer aan de oorlog een einde komt, weet niemand. Maar wel is het zeker dat vier miljoen vluchtelingen niet één-twee-drie geherhuisvest kunnen worden in een ontwricht land waar de bevolkingsgroepen elkaar hebben leren haten en waarvan bovendien de infrastructuur verwoest is. De praktijk van het vluchtelingenwezen leert bovendien dat degenen die eenmaal ontworteld zijn, grote kans lopen dit hun hele leven te blijven, tenzij ze kans zien zich in een nieuw vaderland te vestigen.
Dit is in april 2007 de waarheid van Irak. Het heeft zich van een geïsoleerde, behandelbare kwestie ontwikkeld tot een internationaal, zich nog altijd uitbreidend probleem waarvan niemand de oplossing weet. En daar staat Nederland, iets meer dan vier jaar nadat het Saddam wegens ongehoorzaamheid met een oorlog een draai om zijn oren wilde geven. Een klein beetje, voorzichtig medeverantwoordelijk voor de verwoesting van een natie. Maar zonder daarvan de gevolgen te willen dragen. Laten we het eens rekenkundig vaststellen. Laten we aannemen dat we voor een tiende verantwoordelijk zijn voor het sanctioneren van de aanval en daarna nog eens voor een tiende omdat we aan de bezetting hebben meegedaan nadat we dachten dat de grote strijd gestreden was. Dat zou ons dan voor een vijfde verantwoordelijk maken voor het opnemen van Iraakse vluchtelingen. Grof uitgerekend: vierhonderdduizend door de westelijke politiek mishandelde armoedzaaiers.
Wat denken onze vooraanstaande bondgenoten van Bush ervan? Jan Peter Balkenende, Geert Wilders, Hans van Baalen, minister Maxime Verhagen? Willen zij en anderen mede de verantwoordelijkheid dragen voor een snel groeiende humanitaire ramp in het Midden-Oosten? Maak over dit geheel een tv-programma en vraag de heren als getuigen. Het is weer eens iets anders dan Dancing with the Stars.