Ik dacht er weer aan toen de Tweede Kamer afgelopen week instemde met de terugkeer van loting bij studies waar per jaar slechts een beperkt aantal studenten kunnen worden toegelaten. Numerus fixus in het Latijn. In het studiejaar 2017-2018 werd de loting volledig afgeschaft. Nog maar drie jaar geleden dus.
Destijds deed het parlement dat omdat het loting oneerlijk vond. Stond je daar als gemotiveerde jongere, was het al van jongs af aan je droom arts te worden, maar werd je uitgeloot, terwijl een of andere flierefluiter wel medicijnen mocht gaan studeren.
Maar zie, inmiddels vindt de Tweede Kamer de decentrale selectie waarbij potentiële studenten zich moeten presenteren, hun motivatie moeten onderbouwen en selectietoetsen moeten ondergaan eveneens oneerlijk. De minister van Onderwijs, Ingrid van Engelshoven, sprak onlangs in de Tweede Kamer over ‘een hele industrie’ die is ontstaan rondom die decentrale selectie. Wie het kan betalen krijgt training en vergroot zo met gelikte, vooraf ingestudeerde praatjes haar of zijn kansen om aangenomen te worden, voeg ik daar aan toe.
De verwachting is dat er in de nabije toekomst een mengvorm komt, een deel van de studenten heeft dan de studieplek verkregen als gevolg van loting, een ander deel is toegelaten op basis van de behaalde cijfers bij het eindexamen of via een decentrale selectie. Eigenlijk het systeem zoals dat was gegroeid vlak voordat loting drie jaar geleden werd afgeschaft.
Dat het parlement grondiger had moeten nadenken in het recente verleden, ja, daar dacht ik ook aan toen de Tweede Kamer voor herinvoering van loting stemde. Maar vooral realiseerde ik me dat loting noch selecteren-op-motivatie heeft kunnen voorkomen dat steeds meer artsen parttime zijn gaan werken. Vooral vrouwelijke artsen kiezen daarvoor.
Dat werken in deeltijd draagt er mede aan bij dat er een steeds groter tekort is aan huisartsen. De Volkskrant onderzocht onlangs waar die tekorten zich voordoen in Nederland. Denk niet dat dit alleen is in krimpregio’s ver weg van de Randstad. In Middelburg, Enschede, Kampen en Emmen nemen huisartsen nu al geen nieuwe patiënten meer aan. In onder meer Rotterdam, Leeuwarden, Tilburg en Eindhoven dreigt op korte termijn hetzelfde te gebeuren. Uit naam van de Landelijke Huisartsenvereniging zei Erik Dijkstra in de Volkskrant: ‘De verwachting is dat in 2023 de helft van de regio’s een huisartsentekort heeft en in 2028 bijna allemaal, misschien met uitzondering van Amsterdam en omgeving.’ Dat is alarmerend.
Wat zou helpen, zeker op korte termijn, is dat artsen die nu in deeltijd werken dat voltijds gaan doen. Dat hoor je ook in de discussie over het lerarentekort. Ook daar zouden scholen geholpen zijn als leraren met een parttime dienstverband meer uren les zouden gaan geven.
Nu leven we in een vrij land, waar mensen zelf kunnen bepalen voor hoeveel uren ze een arbeidscontract willen afsluiten en ook óf ze überhaupt wel willen werken – tenzij ze een beroep doen op een uitkering, want dan is die plicht er wel. Toch hoeft die vrijheid er niet toe te leiden dat er wordt gestopt met nadenken over hoe je mensen ertoe kunt bewegen langer te gaan werken. De neiging is groot om dan een verleidingstechniek te bedenken. Zoals een bonus beloven. De psychologie leert immers dat de wortel meestal beter werkt dan de stok. Maar als het om artsen gaat, wringt er iets. Kijk even mee.
Iemand die medicijnen kon studeren kreeg een kans die anderen – die zijn uitgeloot of niet door de selectie kwamen – niet hebben gehad. De studie medicijnen is bovendien duur. Als je dan een parttime-werkende arts ook nog eens gaat belonen als zij meer uren gaat werken, is dat moeilijk uit te leggen.
In augustus vorig jaar gooide het vvd-Kamerlid Judith Tielen een balletje op: ‘Ik wil de discussie aangaan hoeveel een student mag kosten en wat we daarvan als samenleving mogen terugverwachten.’ Dat een student geneeskunde twee tot drie keer zo veel kost als, zeg, een student taal en letterkunde, vond ze ‘gek’.
Van die discussie is daarna niet veel meer vernomen. Maar denk niet dat de vvd niet zou willen dat hier verder over wordt nagedacht. De liberalen durven echter niet goed. Want als het om artsen gaat, kom je mogelijk niet uit bij een wortel om ze tot langer werken te bewegen, maar bij een stok, terwijl de vvdzelfs voor een bonus voor leraren de handen al niet op elkaar krijgt in de Tweede Kamer.
Nu het tekort aan huisartsen echter zo urgent is, moet er iets gebeuren. Enerzijds zeggen dat de huisarts belangrijk is om onder meer de duurdere specialistische zorg af te remmen, maar niet zorgen voor voldoende huisartsen: dat kan de politiek niet voor haar rekening nemen.
Maar hoe dan? Meer studenten medicijnen per jaar aantrekken of zelfs de numerus fixus helemaal afschaffen? Dat wordt dan wel een dure grap wanneer die nieuwe artsen ook weer in groten getale in deeltijd gaan werken. Het terugbetalen van de studiefinanciering aanpassen aan het aantal gewerkte uren, bijvoorbeeld? Minder terugbetalen of over een langere periode, bij een voltijdsbaan? Of andersom: zelfs meer terugbetalen dan alleen de lening bij parttime werken, dus ook een deel van de werkelijk kosten van de studie? Schandalig? Belachelijk? Ik heb op het Binnenhof wel meer taboes zien verdwijnen.