Violiste Merel Vercammen met pianiste Dina Ivanova © Marco Borggreve

De musicus 1.0 was iemand die zijn kansen afwachtte. Hij voltooide met lof het conservatorium, speelde zich via concoursen in de kijker, onderwierp zich aan masterclasses van beroemde pedagogen, en dan maar hopen dat zijn rite de passage naar het licht zou leiden. In de uitgeklede en door de politiek tot zelfredzaamheid gedwongen kunstsector van nu werkt dat model niet meer. Voor de jonge garde was de cultuursloop ook een heilzame wake-upcall. Die heeft geleerd dat opzitten en pootjes geven niet meer werkt. Je ziet jonge musici hun grenzen verbreden, zelf hun lot in handen nemen. Ze richten gekke ensembles op, initiëren multidisciplinaire projecten, crowdfunden zich slagen in de rondte voor cd-opnamen en mailen zelf de krant. De paradigmawisseling van de hoge cultuur naar semi-vrije sector is in volle gang.

Violiste Merel Vercammen is een case in point. Na een opleiding aan het Londense Royal College of Music en de verplichte toer langs de concoursen en vioolgoeroes brak ze uit het systeem van nederige offers en blijde verwachtingen. Met de interactieve voorstelling Het Nieuwe Mozart Effect, over het effect van muziek op het brein, sloeg ze bruggen tussen kunst en wetenschap. Ze speelde in voorstellingen van Herman van Veen, trad buiten de oevers van de genoteerde muziek. Dit jaar improviseert ze als musician in residence van het Flower Art Museum in Aalsmeer met collega’s als onder meer Mike Boddé op de kunstwerken van het huis.

Net zo onorthodox is haar debuutalbum Symbiosis op het kleine label Gutman Records. De enige man op het repertoire is de César Franck van de Vioolsonate. Ze speelt hem begeleid door pianiste Dina Ivanova – derde prijs op het Liszt-concours 2017 – met de zelfbewuste overgave die verraadt waarom het sinds haar vijftiende een lijfstuk is, zoals ze in haar uitstekend geschreven programmatoelichting memoreert. De overige componisten zijn vrouwen. De insider kent de Nederlandse Mathilde Wantenaar misschien nog net als jong talent, maar de Vioolsonate in d-klein (1914) van Poldowski is een 24-karaats obscuriteit. Wat ben je blij dat je de muziek niet met krampachtige welwillendheid het graf in hoeft te prijzen, zoals helaas vaak met vondsten moet. De sonate is een zowel meditatief als uitdagend-gretig, harmonisch interessant stuk in de francofone stijl van Debussy’s kamermuziek, een impressionistische laatromantiek die de componiste tijdens haar studietijd in Brussel en Parijs moet hebben opgedaan. Achter het pseudoniem Poldowski gaat Irene Regina Wieniawska schuil (1879-1932). Ze was de dochter van de befaamde Poolse componist/vioolvirtuoos Henryk Wieniawski, wiens grote naam ze blijkbaar niet wenste te munten. Hier glanst een toekomstig repertoirestuk, door het duo Vercammen/Ivanova uitgevoerd met alle elegante waardigheid die het in zich heeft.

Wantenaars Sprookjes voegen zich anachronistisch mooi naar de flankerende sonates. Wantenaar schiep een zacht, lief, tonaal drieluik uit impressionistisch zachte akkoordketens en intieme, introverte melodielijnen, een warmbloedig klankstuk zonder de dwingende kracht die de sonate van Poldowski wel heeft. Wantenaar schreef muziek die aan zichzelf genoeg heeft, waar Franck en Wieniawska met verscheurde hartstocht bloeden voor hun grote dromen.


Symbiosis, Merel Vercammen (viool), Dina Ivanova (piano), Gutman Records