In slechts één of twee zinnen transporteert de jonge moeder haar kind naar een fictieve wereld, ver weg van zijn huidige werkelijkheid die uit vier muren bestaat en niet meer dan dat. Het schitterende aan de scène is dat Jack geen idee heeft dat hij een Edmond Dantès is. En misschien heeft Ma er ook geen notie van dat zij een parallel trekt tussen de beroemde held van Alexandre Dumas en de penibele situatie waarin zij en haar zoon zich bevinden. Deze onderkoelde stijl van suggestie kenmerkt Lenny Abrahamsons verstommend effectieve thriller Room. Ik typeer de film op deze manier eigenlijk om de lezer op het verkeerde been te zetten. Niet dat ‘thriller’ misleidend is. Immers, het ís een spannend verhaal waarin intrige een rol speelt. Maar het knappe is nu juist dat Abrahamson, bekend van het heerlijke Frank (2014) over de buitenissige muzikant Frank Sidebottom, een geheel ander verhaal wil vertellen dan wat de oppervlakte doet vermoeden.

Room gaat over de pijn van een kind dat afscheid neemt van zijn vroege jeugd. Dit is een moeilijk thema, omdat het gevaar van onderschatting groot is. Kinderen zien opgroeien wordt gezien als ‘het mooiste wat er is’. Terugkijken met een gevoel van verlies, zeker door het kind zelf, is lastiger, misschien omdat het bijbehorende gevoel van verlies nauwelijks onder woorden valt te brengen.

Precies hetzelfde gebeurt met Jack. De kamer waarin hij met Ma woont vormt een universum waarin tijd stilstaat, gesymboliseerd door het feit dat Jacks haar nog nooit geknipt is. Voor moeder en kind bestaat er ‘nooit iets behalve hier’, zoals Ma het uitlegt. Het is een verschrikkelijke paradox: ‘hier’ is zoals voor de graaf van Monte Cristo ook voor Jack een ruimte van opsluiting, een locatie van angst en gevangenschap (de reden hiervoor laat ik in het midden), maar juist in dit gebied tussen de vier muren bloeit de geïdealiseerde moeder-kindrelatie op. Want stel je voor: je hebt alleen dat, alleen een plek waar je met het kind kan spelen, en hij of zij met jou, zonder dat de werkelijkheid zich inmengt in die zin dat het kind groot wordt en daarmee het kind-zijn achter zich laat.

Wanneer Ma en Jack de kamer dan toch verlaten, verandert alles. Met Ma, een prachtrol waarvoor Larson terecht de Oscar voor beste actrice kreeg, gaat er van alles mis, maar dat blijft grotendeels buiten de vertelling. Abrahamson houdt de camera dicht bij Jack, zodat wij de wereld door zijn ogen zien. De dromerige muziek accentueert de sfeer van onwerkelijkheid. Hoe meer men aan Jack probeert te vertellen dat de wereld echt is, hoe meer Jack zich verzet. Ik geloof niet in je stomme wereld!, snauwt hij zijn moeder toe. De echte wereld – dat is voor hem niets meer dan een saai verhaal.


Te zien vanaf 3 februari

Beeld: Brie Larson als Ma en Jacob Tremblay als Jack in Room (UNIVERSAL PICTURES INTERNATIONAL)