Beter laat dan nooit: dat zou je over de Nederlandse opstelling in de Europese Unie kunnen zeggen, als je een glas-half-vol-type bent. Na een paar zeperds lijkt bij de Nederlandse regering, met Mark Rutte voorop, het besef ingedaald dat Nederland in Europa niet per definitie spreekt namens een zwijgende meerderheid van gelijkgestemde, nijvere landen die de EU willen bewaken als deugd- en spaarzame club. Ook – of misschien júist – in tijden van pandemie en oorlog.
Vorige week belde de Oekraïense president met Mark Rutte. Na Viktor Orbán is het nu de Sfinx van het Binnenhof van wie Volodimir Zelenski duidelijkheid vraagt. Hij wil helderheid over de Nederlandse steun – of eigenlijk: over de Nederlandse tegenwerking – van versnelde toetreding van Oekraïne tot de EU. Rutte spreekt daarover in termen die we zo goed van hem kennen: zo’n toetreding moet vooral ‘heel zorgvuldig’ gebeuren; er is helaas ‘geen procedure voor’, enzovoort. De methode-Rutte dus: tijdrekken en je politieke keuzes verbergen, nu voor de verandering opgevoerd in Europa. Na jarenlang cultiveren van Hollandse lompheid op het Europese toneel kun je dat op een bepaalde manier beschouwen als winst.
De pijn zit ’m erin dat dit alleen maar een politieke keuze verhult, niet uitstelt. En belangrijker: dat het de verkeerde politieke keuze is. De Nederlandse regering maakt dezelfde denkfout als toen het financiële steun aan zwaar door corona getroffen EU-landen betrof. Net als toen redeneren Rutte cum suis dat de kernvraag ligt bij geld: dat Oekraïense toetreding tot de EU uiteindelijk draait om de gevolgen daarvan voor monetaire stabiliteit en discipline in de Unie. Maar de kernvraag is politiek, namelijk welke rol de Europese Unie moet spelen op ons continent en in de nieuwe geopolitiek van de 21ste eeuw.
Het verhaal van de Europese Unie tot nu toe – tot 24 februari – was in feite het verhaal dat historicus Tony Judt optekende in Postwar: A History of Europe Since 1945. De Nederlandse vertaling heet Na de oorlog, maar dat mist de dubbele betekenis van ‘postwar’. Daarin zit namelijk ook de ideologische basis van de Europese Unie: ‘voorbij oorlog’. Het verhaal dat Europese landen elkaar de afgelopen driekwart eeuw vertelden, was dat zij door de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog tot samenwerking werden aangezet, tot de stichting van een unie die oorlog ondenkbaar maakte. Het Europa van de EU was per definitie vreedzaam, en dit verlichtte het pad voor de hele wereld: vrede door samenwerking en integratie. Binnen de vredeszone, zo wilde Nederland wel aan dit verhaal toevoegen, resteerde goed op het kasboekje en de ordner met regels letten.
Maar Judt zag in 2005 al de voortekenen van het einde van deze vreedzame naoorlogse periode. Als die al niet voorbij was vóór 2022, dan is dat toch zeker zo sinds februari, nu een Europees land een ander met militaire middelen probeert te vernietigen. Nederlandse politici lijken meer moeite te hebben dan andere Europese collega’s om dat tot zich te laten doordringen. Er is best historische kennis in het kabinet – Rutte is historicus, Ollongren en Wiersma zijn dat ook – maar toch lijkt de regering in het oogverblindende besef te leven dat morgen vooral heel erg zal lijken op gisteren en vandaag. Nederland mist hierdoor een cruciaal debat, dat wél wordt gehouden door bijvoorbeeld Navo-chef Jens Stoltenberg en de Duitse kanselier Olaf Scholz, vorige week in Davos.
Bij de vaststelling dat naoorlogs Europa afgelopen is, hoort ook een nieuw verhaal, een nieuw ‘voorbij oorlog’. Dat verhaal mag best lijken op het oude, in de zin dat de EU vrede centraal stelt op het continent. Maar dat de EU de weg toont van een continent dat voorbij oorlog is – dat verhaal kan niet meer. Het verhaal moet dan zijn dat de EU politiek bedrijft – geopolitiek – om vrede op het continent te bereiken en te beschermen.
Daar horen politieke keuzes bij. En in het geval van Oekraïne kan dat maar één ding betekenen. Als een land zo hard vecht om bij Europa te horen in plaats van bij Rusland is de enige politieke keuze die bij de EU als hoeder van Europese vrede past: Oekraïne een pad aanbieden richting EU-lidmaatschap. Al het andere is verhulling. Of zelfbedrog.