Andere groepjes activisten, de laatsten op het Onafhankelijkheidsplein, worstelen met dezelfde teleurstelling. Her en der dwalen ze tussen de scherven van hun droom. Tussen kapotte potten jam en augurken. Televisietoestellen. Neergetrokken tentpalen en schoorstenen. Verweesd, bedroefd. Dakloos gemaakt. In een spectaculair vertoon van eendracht hebben medewerkers van de gemeentereiniging en honderden stedelingen het plein schoongeveegd. Op last van burgemeester Klitsjko – zelf leider van de protestbeweging. Officieel dan. Of voormalig.

‘Maidan is niet meer het Maidan van enkele maanden geleden. Het is veranderd in een schuilplaats van misdadigers, asocialen en alcoholici. Het is een afvalput geworden’, gruwde een adviseur van de minister van Binnenlandse Zaken vorige week op de Oekraïense televisie. Al eerder had ook zijn baas, de nationalist Avakov, geen goed woord over voor de huidige tentenstad: ‘We hebben sterke aanwijzingen dat Maidan door Russische geheim agenten is geïnfiltreerd.’

Onzin, vindt Loedmila, Maidan-activiste uit Dnjepropetrovsk. ‘De informatieoorlog maakt ons kapot. Verhalen worden verzonnen om ons in diskrediet te brengen. Zolang ons doel om de politiek te zuiveren niet is bereikt, is er reden op Maidan te blijven.’ Ze zegt alleen al vandaag twee strafzaken te hebben geopend. ‘De afspraak was dat alleen de rijbaan zou worden vrijgegeven. Maar kijk, vrijwel alle tenten zijn weggehaald.’ Loedmila behoort tot de idealisten binnen de protestbeweging, de preciezen. De rekkelijken willen vooral rust. Wasili bijvoorbeeld van het vrijwilligersbataljon Kiev-1. In zijn legeruniform bewaakt hij de orde terwijl het plein wordt schoongespoten. ‘Kijk, dit vonden we donderdag.’ De foto op zijn telefoon toont zeker twintig kalasjnikovs, uitgespreid op een tentzeil. ‘Er zijn ook Russische paspoorten aangetroffen.’

Het nieuwe gemeentebestuur steunt Wasili en zijn maten. In een zijstraat van het plein staan de beruchte witte bussen van de ordediensten. Het zijn de harde jongens van de opgedoekte Berkoet. ‘Officieel bestaan we niet meer’, zegt er eentje, ‘maar we zijn nog steeds Berkoet.’ En met een armbeweging: ‘Die daar hebben wel onze collega’s vermoord. Dus we doen het graag.’