Er gaat een nieuwe Nederlandse versie van het Amerikaanse tijdschrift Harper’s Bazaar verschijnen, binnenkort. Onder de kop ‘Een kalm, klassiek modeblad voor volwassen vrouwen’ wakkert NRC Handelsblad de voorpret aan over het tijdschrift dat de concurrentie moet aangaan met Vogue. Harper’s Bazaar is een blad dat ‘eruitziet alsof het al heel lang bestaat’. Deels komt dat doordat er ‘veel rust in het blad is’. Dat is altijd goed, veel rust in een blad. ‘Op sommige pagina’s staat enkel één woord.’
Alleen al daarom zou je het kopen: een kalm modeblad met op sommige pagina’s enkel één woord. Kom daar nog maar eens om.
(Even tussen haakjes: ook de context van het blad wordt geschetst. De Nederlandse editie begint met een oplage van 130.000 exemplaren. Pardon? Een zetfout? We hebben het over een krimpende markt, de bladenmarkt. Oplages dalen, advertentie-inkomsten worden minder en minder, maar dan lees je dat Glamour een oplage heeft van 93.953, Cosmopolitan van 84.912, Elle van 88.314 en Vogue van 61.816. Dat is even slikken als je weet dat De Groene maximaal 20.000 exemplaren aan de mens kan brengen. Maar dit terzijde, en daar zijn haakjes voor. Want eigenlijk hadden we het over iets anders.)
In een terugblik op de geschiedenis van Harper’s Bazaar staat dat het blad in de jaren dertig de gemoederen enorm bezighield ‘door de vooruitstervende vormgeving en fotografie’, en door nog een paar dingen. Je zou er zo overheen lezen, maar het staat er: ‘de vooruitstervende vormgeving’. Ik vind dat mooi, vooruitstervend.
Dat is precies wat het leven is: vooruit sterven.
De Oude Grieken zeiden dat we met onze rug naar de toekomst staan, omdat we die niet kunnen overzien en niet kennen. Maar dat slaat nergens op en is ook niet waar. Morgen ligt namelijk vóór ons, en gisteren achter ons. Terugkijken doe je naar het verleden, en vooruitkijken naar de toekomst. We leven, kortom, vooruit. En we sterven vooruit, aangezien het leven een permanent sterven is, maar dan in kleine, zachte stapjes.
Dan is het mooi als dat opeens zo in de krant staat, zo’n woord. Zo’n woord dat per ongeluk gaat over iets groots, onbedoeld, en onverwacht, en dat ons even vervreemdt van de werkelijkheid van het moment.
Zoals wanneer je het gevoel hebt dat je leven vol zit met gedachtestreepjes en haakjes en weglatingstekens… er opeens een uitroepteken in de dag staat! Zoals wanneer je denkt dat dat bestaan van jou één grote verzameling komma’s en puntkomma’s is, je toch opeens een keiharde punt tegenkomt.
Zoals ik er bedreven in ben om de boel te bederven. Er is brood aan boord, er zijn drie dieren, vier vriezers en veertien vreetzakken.
Het is nastrevenswaardig om waardig te sterven.
Een van de beste grappen staat in Infinite Jest van David Foster Wallace. Wat krijg je wanneer je een ‘insomniac, an unwilling agnostic, and a dyslexic’ kruist?
Dan krijg je iemand die de hele nacht wakker is en zichzelf kwelt met de vraag of er wel of niet een dog bestaat.