Auguste Rodin leefde van 1840 tot 1917. Ik vraag mij af of hij wel eens een chou-rave heeft gehanteerd. Of geschild. Een koolraap. Weinigen kennen de koolraap. De koolraap laat zich dan ook niet makkelijk vangen. Zeker niet in geo metrische bewoordingen. Geen bol, maar ook geen kegel. Twee kegels eerder, met de achterwerkjes tegen elkaar geplakt. Pseudo- symmetrisch.

Wellicht dat buitensporige vormfanaten er een Janusborst in kunnen zien. Kom ik nogmaals op Rodin. De koolraap is vuil van buiten en van binnen zeer lichtgeel. Homeopathisch verdund cadmiumgeel. Mocht Rodin ooit een koolraap tussen zijn vingers hebben gehad, hij zou gezien hebben dat er puree in zat.

Wachtend om eruit gestampt te worden. De koolraap is zoiets als het draadjesvlees onder de rapen. Ideaal en ideaal vormloos zal onze puree daarom nooit worden. Geeft niet voor deze enkele keer.

Kom ik op de vader van Jean-Paul Sartre. Soms verneem je de vreemdste dingen over andere mensen. Vooral zonder dat te willen. De vader van de kleine Sartre nu, beliefde van de prei niets anders dan het witte deel. Dat is pas geschiedschrijving. Aan de andere kant kun je zeggen: wie niet?

Mengen wij de gesneden en gestoomde voorkeur van de oude Sartre met het fictieve arbeidsresultaat van Rodin. Legeringsgewijs op stoom gebracht door Bretonse boter, zout, peper en nootmuskaat.

Eten wij dat vervolgens vanavond. Desnoods op een ander tijdstip. Maar waarom?

Want ze zullen wel denken. Al die heisa over een simpele koolraap. Komt door Frank Zappa. Dood sinds 1993. Hij schreef de wondermooie compositie Call Any Vegetable, waarin het woord koolraap wel 4,75 keer voorkomt. In de Engelse taal. Omdat het zo’n mooi woord is. En wie zou dat woord niet graag leren kennen?

Volgt hier het betreffende deel van Zappa’s tekst: Rutabaga, Rutabaga, Rutabaga, Rutabaga, Rutaba…

Daarom eten wij vanavond koolraap. Dat is geen ander verhaal.

Daarbij rode wijn die naar Siciliaanse suiker ruikt. Siciliaanse wijn.